OpinieLezersbrieven
Waar het aan schort is het rotslechte statuut en de totale werkonzekerheid van de beginnende leerkracht
Een leraar moet een goede vakkennis bezitten, deze kennis ook op juiste en pakkende manier kunnen overbrengen aan anderen, verder een juiste portie engagement bezitten om zoveel mogelijk heel verschillende jongeren optimaal te bereiken met die leerstof, en ten slotte ook uitermate communicatief en diplomatisch zijn om met alle actoren binnen zijn werkveld om te gaan. Dat zijn een heleboel vaardigheden en criteria, en de vijver van kandidaten waarin je kunt vissen zal daarom altijd beperkt zijn. Op dit aspect heeft de overheid weinig impact.
Bovendien wordt die vijver ook nog eens overbevist door ook andere economische sectoren, die allemaal op zoek zijn naar goede werknemers. Ook hier heeft de overheid weinig impact op.
Zijn de leraars slecht verloond? Dat lijkt mij helemaal niet het geval te zijn. Met een paar jaar anciënniteit op de teller zal de gemiddelde verloning van een leerkracht hoger zijn dan het gemiddelde in de privésector. De vastbenoemde leerkracht heeft daarenboven heel grote werkzekerheid, veel vakantie (ja, het licht van de zon mag niet ontkend worden) en daarboven een zeer goed pensioen. Dat lijkt mij ook niet de oorzaak van het lerarentekort te zijn.
Waar het aan schort is het rotslechte statuut en de totale werkonzekerheid van de beginnende leerkracht, hij/zij die dus nog niet vastbenoemd is. Als je een paar jaren moet rondhollen van interim naar interim, van school naar school, van vak A naar vak B, van aso naar bso, en dat allemaal zonder een duidelijk uitzicht op een beter statuut en werkzekerheid op langere termijn, dan zal inderdaad de helft van de instromers het vroegtijdig voor bekeken houden. Hier kan de overheid wél iets doen. De sterke onderwijsvakbonden zullen dan echter ook constructief moeten meewerken.
Jan Van den Bosch, Borgloon