OpinieFarhad Manjoo
Voor een groot deel van het huidige energiesysteem is kernenergie verleden tijd
Farhad Manjoo is columnist bij The New York Times.
Het pleidooi voor kernenergie is welbekend: een kerncentrale produceert dag en nacht koolstofvrije elektriciteit, zomer en winter, ook als het niet waait en de zon niet schijnt. Ze is een betrouwbare energiebron, anders dan wind of zon, die afhankelijk zijn van het weer. Kernenergie is inderdaad relatief veilig, betrouwbaar en schoon. Toch is dat geen argument om beduidend meer centrales te gaan bouwen, zeker niet in de VS en Europa, waar het algemene energieverbruik niet toeneemt.
De nucleaire sector kampt sinds lang met twee grote problemen. Ten eerste duurt de bouw van een kerncentrale heel lang en ten tweede kost hij handenvol geld. Nu is er ook een derde probleem: naarmate de batterijtechnologie verbetert en de opslag van elektriciteit goedkoper wordt, lijkt kernenergie achterhaald, uit de markt geprijsd door minder dure, snellere en meer flexibele technologieën.
Om de klimaatverwarming tot 1,5 graad Celsius te beperken, moeten we volgens de experts tegen 2050 koolstofneutraal zijn. Maar de bouw van een kerncentrale duurt gemiddeld tien jaar en loopt vaak veel langer uit, terwijl we zon en wind veel sneller kunnen ontwikkelen. Alleen al in 2020 en 2021 is de wereldwijde capaciteit aan wind- en zonne-energie met 464 gigawatt gegroeid, wat meer is dan de som van het vermogen die alle kerncentrales die nu actief zijn opwekken. Bovendien is die energie erg duur. Alle factoren in aanmerking genomen, kost ze ongeveer 131 dollar per megawattuur, het dubbele van aardgas en steenkool en ongeveer het viervoud van zonne- en windenergie.
Volgens de voorstanders kunnen die problemen worden opgelost. Zij pleiten voor kleinere, meer geavanceerde en veiligere reactoren. Hoe meer we ervan bouwen, hoe goedkoper en sneller dat zou gaan, naarmate het schaalvoordeel en de efficiëntie toenemen. “De beste manier om goed te worden in het bouwen van kerncentrales, is ze te bouwen”, zegt Sama Bilbao y Léon, directeur-generaal van de World Nuclear Association.
Misschien, maar de kleine centrales zijn nog altijd een nieuwe en grotendeels onbeproefde technologie. In een ander tijdperk hadden we er misschien op kunnen gokken om een klimaatramp te voorkomen. Volgens Marc Jacobson van de universiteit van Stanford, een voorstander van hernieuwbare energie, is het vandaag te laat voor die gok. Zijn argument: al het geld dat je nu in nieuwe centrales investeert, is geld dat je niet kunt uitgeven aan hernieuwbare projecten die de uitstoot onmiddellijk kunnen verlagen.
Niet alle centrales moeten dicht
Zon en wind worden voortdurend efficiënter, terwijl ook de batterijtechnologie snel vordert. Die kan de grootste tekortkoming van hernieuwbare energie oplossen: haar wisselvallige karakter. De prijs van lithium-ionbatterijen is sinds 1991 met ongeveer 97 procent gedaald en zal nog verder blijven zakken. Jacobson stelt dat deze vooruitgang kernenergie in essentie achterhaald zal maken. Terwijl we meer hernieuwbare systemen bouwen – windturbines op zee en op het land, zonnepanelen overal – en de opslagtechnologieën verbeteren, zouden wind en zon in het merendeel van onze energiebehoeften kunnen voorzien. In een studie uit 2015 beweerde hij zelfs dat hernieuwbare bronnen alle energie kunnen leveren die de wereld nodig heeft. Die stelling heeft veel kritiek gekregen, maar andere onderzoekers treden ze bij.
Anderzijds houden de projecties voor koolstofneutraliteit van het Internationaal Energieagentschap nog altijd rekening met kernenergie. Volgens het agentschap zou de nucleaire capaciteit tegen 2050 verdubbelen, voornamelijk in de opkomende economieën. Maar zelfs dan zou ze in 2050 minder dan 10 procent van de wereldwijde elektriciteitsproductie bijdragen, terwijl de hernieuwbare productie in dezelfde periode met een factor acht zal toenemen en in 2050 90 procent van de elektriciteit zal leveren.
De problemen met kernenergie betekenen niet dat we alle centrales moeten sluiten. De bestaande reactoren zijn waardevol in onze energiemix. In China, India en andere landen waar de energievraag stijgt, kunnen nieuwe centrales een grote rol spelen. En als de kleine, geavanceerde reactoren hun nut bewijzen, zullen die er misschien ook komen.
Maar kernenergie lijkt geen dominante rol te kunnen spelen. Haar aandeel in de elektriciteitsproductie zal waarschijnlijk krimpen. Een echte verrassing is dat niet, want er zijn gewoon te veel problemen. Kijk naar het nieuws: de beschietingen door Rusland van de Oekraïense kerncentrale in Zaporizja, de Koreaanse centrale die moest worden stilgelegd in afwachting van een naderende tyfoon, de Franse centrales die deze zomer hun productie moesten verlagen omdat de hittegolf het rivierwater voor hun koeling te warm maakte, …
Tyson Slocum van lobbygroep Public Citizen vat alle problemen bondig samen: “Kernenergie is gewoon voorbijgestreefd. Ze was een buitengewone koolstofneutrale bron in haar tijd. Maar voor een groot deel van het huidige energiesysteem is dat verleden tijd.”
© 2022 The New York Times Company
Correctie: in een eerdere versie van dit artikel werd een vergelijking gemaakt met de ‘energie’ die alle kerncentrales die nu actief zijn opwekken. Dit moet echter het ‘vermogen’ zijn.