ColumnDe gebeten hond
Voor één avond was de wei het duurste café ter wereld
Mark Coenen gaat op wandel met de week.
Eén ding is zeker: in 2042 gaan ze ons allemaal uitlachen.
De tickets voor de nieuwe tournee van de Rolling Stones, gepland in het voorjaar van dat jaar, zijn alleen te verkrijgen via inslikbare chips en gaan 4.998 euro per stuk kosten. Net zoveel als de maandelijkse afrekening voor de straatverlichting. In ruil daarvoor krijgen de uitzinnige fans hologrammen van de lang dood zijnde stichtende leden en een door een briljante taxidermist opgezette replica van Mick Jagger.
Bij de bisnummers wordt hun as over het publiek uitgestrooid.
Tot dan had niemand gezien dat Terence Trent D’Arby de vocalen voor zijn rekening nam: een goeie plastisch chirurg kan veel.
Het publiek herinnerde zich levendig de treurnis toen Keith Richards in 2038 zijn kaas liet omdat hem iets verkeerds werd toegediend bij zijn laatste bloedtransfusie: een infuus met onverdunde Red Bull, in plaats van zijn vertrouwde O-negatief.
Toen hij luidkeels ijlde dat hij nu éíndelijk wel eens een eigen podium wou op Tomorrowland, wist men hoe laat het was, en tegelijk dat het te laat was.
Toen ik een paar jaar geleden op kosten van uw krant naar Californië mocht om daar concerten van wat oude knarren te verslaan, veroorzaakte de afrekening van die reis ei zo na opnieuw het failliet van de krant.
Een benefiet in de Alma was niet nodig, maar het scheelde niet veel.
De Stones speelden ongeveer de pannen van het dak, maar of dat de 1.600 dollar (1.450 euro) waard was die een paar zeldzame Vlaamse fans betaald hadden voor tickets waarmee ze Jagger vlak bij het podium diep in de ogen konden kijken, was maar de vraag.
Waarop het antwoord van de Vlaamse fans een volmondig ja was.
Een fan is iets raars. De kritiek op de ticketprijzen voor het concert van de Stones, godbetert georganiseerd op de Vlaamse Feestdag, is een riedel die ook ongeveer elk jaar over Rock Werchter en aanverwanten opstijgt, omdat we ons romantische samenhorigheidsgevoel dat we voor een podium beleven verwarren met de missie van de muzikant en zijn organisator en die is: geld verdienen.
Toen de Stones nog eens in Werchter optraden, stond ik halverwege de wei en kon ik de muziek van de groep nauwelijks horen, omdat er rond mij een bacchanaal met veel bier en luide conversatie plaatsvond. Allemaal mensen die een duur ticket hadden gekocht.
Voor één avond was de wei het duurste café ter wereld.
Fans zijn raar.
Omdat het goed staat, meld ik hier graag dat mijn eerste concert aller tijden een van de Stones was: 15 oktober 1973, in het Sportpaleis.
Dat klopt wel niet helemaal, want ik had daarvoor al een voorstelling van Nonkel Bob meegemaakt, maar kom.
Mijn moeder dacht dat ik bij een vriendje was gaan slapen, maar wij namen onze fiets en reden naar Deurne. Bijna moeiteloos geraakten we tot vlak bij het podium.
Mijn ticket kostte 250 frank, goed 6 euro.