ColumnIvo Victoria
Voor alle duidelijkheid: ík kan die Lotto-miljoenen écht het allerbeste gebruiken van iedereen
Ivo Victoria is schrijver van Alles is oké. Hij woont en werkt in Amsterdam. Zijn column verschijnt tweewekelijks.
Ik ben geen filosoof of ethicus, wel een vader, een geliefde, een minnaar, een man die wat schrijft terwijl hij nadenkt en ook speel ik al jaren op de Lotto en nooit won ik meer dan 12,50 euro – iets wat, zo weten velen onder u, onrechtvaardig aanvoelt.
Deze week besloot de Nederlandse regering dat artsen jongeren geen voorrang mogen geven op ouderen bij toegang tot de intensive care. Wanneer de IC-capaciteit tekortschiet en alle medische argumenten op zijn, moet de selectie gebeuren door loting. Daar konden talkshows en sociale media op losgaan. Het ging natuurlijk om een theoretische denkoefening, no worries, een situatie die ‘wellicht nooit’ zou voorvallen, en telkens wanneer dit werd gezegd kon je op de achtergrond het sardonische lachje horen van de Britse coronavariant die vanuit de coulissen handenwrijvend toekeek.
In België vindt professor wetenschapsethiek Gustaaf Cornelis loting de beste vaccinatiestrategie (DM 4/1). Volgens Cornelis heeft de bevolking nu het idee dat de willekeur regeert omdat er voor elke denkbare strategie valabele tegenargumenten zijn. Het toeval zou rechtvaardiger zijn. Maar Cornelis stelt een gewogen loting voor, waarbij sommigen (zoals ouderen of cafébazen) een grotere kans hebben op een gunstige uitslag. De discussie over strategie zou in dat scenario dus vervangen worden door een wellicht even vermoeiend debat over wie welk gewicht in de loting krijgt. Slecht idee.
Wat in beide gevallen door mijn hoofd bleef spelen was de notie dat loting rechtvaardig zou zijn. (Want voor alle duidelijkheid: ík kan die Lotto-miljoenen heus waar écht het allerbeste gebruiken van iedereen.) Als rechtvaardigheid al iets is, dan is het: relatief, voer voor discussie, cultureel bepaald, context gerelateerd. Loting, daarentegen, is absoluut. Het toeval is niet rechtvaardig, net zomin als het onrechtvaardig is. Toeval is waardenvrij. Het is wat er gebeurt. Toevallig. Een loting is, kortom, precies datgene wat Gustaaf Cornelis wil vermijden: willekeur.
De Nederlandse artsen zijn tegen het besluit van de regering-Rutte. Ze zijn voor het ‘fair-inningsargument’: iedereen moet in de loop van het leven zoveel mogelijk gelijke kansen hebben om alle levensfases te doorlopen. Het kabinet stelt: ieder mensenleven is evenveel waard. De werkelijke vraag is: wie beslist dat? De artsen zeggen: wij hebben de medische expertise. Maar het is geen medisch vraagstuk. Het is een ethisch vraagstuk dat beantwoord moet worden nadát alle medische argumenten op zijn. Het is dus een beslissing van de samenleving. Die zal het hierover nooit unaniem eens raken, zoals de samenleving het over níéts unaniem eens is in de coronacrisis – en anders ook niet trouwens.
Ik ben geen arts, geen politicus, wel een vader, een geliefde, een minnaar, en een bijna vijftigjarige astmapatiënt die liever niet de competitie aangaat met een frisse dertiger. Het drama van dit debat is dat er ernstig wordt nagedacht over een situatie waarin de laatste toevlucht in uiterste nood datgene is wat niemand wil en iedereen vreest (tenzij er miljoenen mee te verdienen vallen): willekeur.