ColumnAlain Gerlache
Vlaams Belang cancelt eigen homofobie
Alain Gerlache overschouwt de politieke actualiteit. Zijn column verschijnt op maandag.
Iemands seksuele geaardheid is een privézaak en geen onderwerp van discussie. Iedereen heeft het recht om zich wel of niet te outen. Maar wanneer een politicus zijn coming-out in de media doet, is dat ook een politiek statement. Zeker als die politicus de fractieleider in het Vlaams Parlement is van een partij die zich altijd tegen lgbt-rechten heeft verzet. We moeten respect opbrengen voor de persoonlijke stap van Chris Janssens, die zich dit weekend in Het Belang van Limburg heeft geout.
Maar dat neemt niet weg dat de problematiek van de seksuele en de genderidentiteit steeds controversieel is. In de Europese Unie zijn de lidstaten verdeeld over de ‘lgbt-vrije zones’ in Polen en de repressieve wetten van de regering van Viktor Orbán in Hongarije. Het Vlaams Belang heeft die nooit veroordeeld. Toch werd de outing van hun collega door veel VB-kopstukken positief onthaald.
In andere Europese landen is het extreemrechtse discours over homoseksualiteit de gelopen jaren geëvolueerd. Toen in 2013 het debat over het homohuwelijk in Frankrijk werd gevoerd, hield het extreemrechtse Front National zich op de vlakte, terwijl traditioneel rechts massaal tegen het wetsontwerp mobiliseerde. Tussen haakjes, een van de figuren van klassiek rechts die het homohuwelijk het felst bestreden, was Valérie Pécresse, die nu in de presidentsverkiezing kandidaat is voor Les Républicains. Het gematigde standpunt van het Front National werd toen uitgelegd door de aanwezigheid van bekende homo’s in de entourage van Marine Le Pen, te beginnen met de toenmalige nummer 2 van de partij.
Het is hoe dan ook een lonende strategie gebleken. Volgens een onderzoek van het Cevipof - Centre de recherches politiques de Sciences Po (Le Monde 11/04/2016) stemde in de regionale verkiezingen van 2015 een derde van de homostellen die sinds de goedkeuring van de wet gehuwd waren op het FN. Dat was ongeveer evenveel als de stemmen die dezelfde bevolkingscategorie op de linkse partijen uitbracht.
Hoe kunnen we dat verklaren? De aanwezigheid van openlijk homoseksuele personaliteiten rond Marine Le Pen is niet de enige factor. Er zijn er nu in alle partijen – of bijna alle, want Les Républicains blijven achter. Het Rassemblement National (ex-FN) speelde het zelfs klaar om in de regionale verkiezingen van dit jaar in Bourgogne-Franche Comté uit te pakken met een lijsttrekker die jaren ervoor naakt geposeerd had in een homoblad! De eerste reden is de geleidelijke vervaging van de politieke dimensie van het behoren tot een seksuele minderheid. Hoewel de strijd tegen de discriminatie en voor de rechten van de lgbt’ers historisch door linkse bewegingen werd gevoerd, is hun stemgedrag nu meer en meer vergelijkbaar met het geheel van de bevolking. Dat is een welbekend verschijnsel dat samengaat met de integratie van minderheden in de maatschappij.
De tweede reden is dat de homo’s nu weliswaar in veel Europese landen gelijke rechten hebben verworven, maar dat bij velen van hen een onveiligheidsgevoel blijft bestaan. De beelden van homoseksuelen die van daken van gebouwen werden gegooid door de strijders van de Islamitische Staat blijven in het geheugen van veel mensen. Maar het zijn vooral de homofobe aanvallen die regelmatig in het nieuws komen die ervoor zorgen dat veel lgbt’ers zich onveilig voelen, niet alleen in grote steden. Wanneer de reële of vermeende daders van buitenlandse afkomst zijn, zet extreemrechts dat gretig in de verf, terwijl links daar blijkbaar moeite mee heeft en zwijgt. In een recent interview in het Franse blad Décideurs (15/10/2021) verklaarde François Kraus, een directeur van het onderzoeksbureau Ifop, dat verscheidene peilingen over het stemgedrag van lgbt’ers in Frankrijk heeft uitgevoerd: “Veel homoseksuelen zien de islam als een gevaar. Extreemrechts heeft daarop ingespeeld.”
Ook in Duitsland hamert AfD, dat onder zijn leiders de openlijk lesbische Alice Weidel telt, regelmatig op het gevaar dat migranten voor lgbt’ers zouden betekenen. Bijna 20 jaar nadat hij vermoord werd blijft Pim Fortuyn, de Nederlandse populistische figuur die zelf homoseksueel was, een inspiratiebron voor velen.
Met zijn warme reactie op de coming-out van Chris Janssens volgt de voorzitter van het Vlaams Belang, Tom Van Grieken, andere extreemrechtse partijen die al veel langer hebben begrepen dat hun nieuwe houding tegenover homoseksuelen perfect in hun anti-islamdiscours past en electoraal voordeel kan opleveren.