Brief van de dag
Vader ex-patiënt: ‘Voor een verzinseltje meer of minder draait Bo Coolsaet zijn hand niet om’
De auteur is de vader van J., de ex-patiënt van Bo Coolsaet die de uroloog beschuldigt van verkrachting.
Aan het einde van zijn verslag over de zaak-Coolsaet, citeert Douglas De Coninck prof. dr. Bo Coolsaet, die door onze dochter en door ons van verkrachting wordt beschuldigd: ‘Wij zijn sereen gebleven.’
In de zitting voegde Coolsaet daar maandag in het Antwerpse gerechtshof aan toe dat hij het niet over J.’s seksuele voorgeschiedenis wilde hebben, en ook niet over die van haar ouders. Hij wilde sereen blijven.
Het dossier staat bol van dat soort beweringen. Klinkklare onzin, zoals: onze dochter zou het ene vriendje na het andere versleten hebben, geslachtsziekten opgelopen hebben, van liegen en uitvluchten zoeken haar hoofdbezigheid gemaakt hebben. Insinueren was maandag ook de tactiek van meester Joke Bleys, die samen met meester Kris Luyckx Coolsaet verdedigt. Meester Bleys was geen specialist, zei ze, en ze kon het niet zeker weten, maar ze had vernomen dat J. weleens psychisch gestoord zou kunnen zijn.
Ook Coolsaet klopte graag op die nagel, zo blijkt uit het dossier: hij had van meet af aan begrepen dat er met zijn patiënte iets mis was, maar hij wilde dat niet aan de ouders mededelen (J. was toen nog minderjarig), omdat ‘de ouders kennissen van hem waren’ (sic). Stel dat zijn vermoeden waar was (quod non, zoals uitvoerig bevestigd door tal van vrienden en vriendinnen, leraars, het dossier van de huisdokter, voor de gelegenheid geraadpleegde psychiaters), hoe zit het dan met het navolgen van zijn eed van Hippocrates?
Sereniteit
De beste illustratie van wat de Coolsaet-clan onder sereniteit verstaat, kregen we te zien aan het einde van de eerste zitdag, toen onze dochter net in tranen was uitgebarsten: de grotendeels uit body language opgetrokken meester Kris Luyckx zette, terwijl hij een bevriende journalist probeerde te imponeren, een brede grijnslach op en rolde met zijn ogen.
Tijdens de tweede zitdag, maandag, merkte de voorzitster van de rechtbank op dat er blijkbaar geen wetenschappelijke artikelen over Coolsaets medische methode bestaan. Waarop Coolsaet: jawel, één, maar ik moet het artikel nog schrijven.
Voor een roddeltje of verzinseltje meer of minder draait Bo Coolsaet zijn hand niet om: zo beweerde hij dat een bekende schrijfster door een van ons was aangezocht om een boek over de zaak te schrijven. Toen ik die schrijfster hiermee confronteerde, viel ze uit de lucht.
Werkelijk alle clichés die sinds een paar jaar en dankzij #MeToo herkenbaar zijn, passeerden de voorbije jaren, maanden en dagen, tot en met afgelopen maandag de revue in deze zaak: het slachtoffer door het slijk sleuren; haar psychische gezondheid in vraag stellen; de lange tijd tussen feiten en klacht inroepen als argument voor ongeloofwaardigheid; dreigen met processen wegens smaad en eerroof. Het leek alsof Coolsaet en co een handboek ‘victim blaming’ hadden geraadpleegd.
Rechten geschonden
Het meest verbijsterende aan deze zaak is de houding van het Openbaar Ministerie. Meesters Mussche en Noens, die onze dochter verdedigen, kwamen erachter dat een ander slachtoffer eerder een klacht had neergelegd. Het slachtoffer moest constateren (pas na het sturen van een aangetekende brief, vier maanden na de klacht) dat haar zaak geseponeerd was ‘na grondig onderzoek’ ingevolge onvoldoende bewijzen. Nu blijkt dat haar klacht gewoon niet is onderzocht.
Het wraakroepende is dat deze klacht niet werd toegevoegd aan de zaak van onze dochter. Hierdoor werden haar rechten geschonden. Cruciale informatie werd haar, haar advocaten en ook de onderzoeksrechter onthouden. Hoe kan dat? Waarom heeft het parket zijn gangbare strafrechtelijk beleid verlaten? Meesters Mussche en Noens hebben hierover een goed gedocumenteerd, goed onderbouwd, waterdicht bezwaarschrift geschreven, maar het OM leunt achterover en rookt een pijpje. Hoe zou dat toch komen?
De vader van J. (naam en adres zijn bekend bij de redactie)