Opinie
Tot een grote Verzoening komt het in Antwerpen niet, maar er wordt wel gezocht naar een kleine
Manu Claeys is voorzitter van stRaten-generaal en auteur van Red de democratie!.
Kort na de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober bepleitte ik in een opiniestuk dat Groen aan burgemeester Bart de Wever een kans moest geven om zijn pleidooi voor verzoening te concretiseren. Wie weet kwamen er tegemoetkomingen op het vlak van mobiliteit, diversiteit en sociaal beleid. Vorige week kreeg de groene kopman Wouter van Besien een formateursnota voorgelegd waarin hij naar eigen zeggen geen enkele handreiking terugvond. Een trendbreuk zat er niet aan te komen, stelde ook zijn partijbestuur vast. Want had de burgemeester Groen er echt bij gewild in de nieuwe coalitie, dan had hij wel een andersoortige nota voorgelegd. Begin deze week kreeg Groen uiteindelijk te horen dat het niet uitgenodigd werd voor verdere gesprekken.
Behalve Groen mocht ook sp.a de nota inkijken. Daar werd anders gereageerd. Men had het over openingen en een basis waarop kon worden onderhandeld. Slimmeriken zouden welhaast denken dat het om verschillende nota’s ging. De waarheid is dat sp.a de nota gewoon opzij schoof. Ze wilden niet onderhandelen op basis van krijtlijnen uitgetekend door de N-VA, wel op basis van gesprekken, lieten ze aan Bart De Wever verstaan. En gesprekken hadden al plaatsgevonden.
Ze hadden niet gewacht op een uitgestoken hand, ze staken die zelf uit. Nog voor de herfstvakantie, in het tweede overleg met N-VA, wezen ze op eventuele gemeenschappelijke punten. Het creëerde onderling vertrouwen. Nadien waren er informele contacten tussen N-VA en sp.a. Tom Meeuws werd al eens gesignaleerd in de Hofstraat, waar burgemeester De Wever tijdelijk gehuisvest zit.
Intussen zijn coalitiegesprekken opgestart tussen N-VA en sp.a, waar Open Vld ook mee mag aanschuiven. Die gesprekken zullen bijna zeker succesvol afgerond worden, om drie redenen. Op basis van open gesprekken is inmiddels een zekere chemie ontstaan tussen de hoofdspelers. Bovendien hebben beide partijen elkaar nodig. Voor N-VA geldt het adagium ‘alle alternatieven zijn slechter’, gelet op de weerstand tegen Groen en de te krappe meerderheid bij voortzetting van de huidige coalitie. Bij sp.a leeft de overtuiging dat bestuursdeelname noodzakelijk is om zichzelf opnieuw uit te vinden, nu de partij de klassieke achterban is kwijtgeraakt, nog slechts zes zetels overhoudt en Groen marktleider is op de links-progressieve zijde.
En ten slotte is er het inhoudelijke. Rond mobiliteit raakt men er wel uit. Fijn dat daarbij gedacht wordt aan het opstarten van een werkbank voor een autoluwe stad. Ambtenaren, experten en burgers die samen aan oplossingen sleutelen: het is een werkwijze die al veel baten heeft opgeleverd in het Antwerpse Toekomstverbond van overheden en burgerbewegingen. Ook rond veiligheid zullen vlug compromissen gevonden worden. Wellicht wordt meer ingezet op politionele wijkwerking, een stokpaardje van Jinnih Beels. Zelfs rond diversiteit zal het lukken. Het hoofddoekenverbod als breekpunt opvoeren is geen optie voor sp.a, dat dit verbod ooit zelf invoerde. Verder zal beklemtoond worden dat de burgemeester zich voortaan minder polariserend zal opstellen.
Sociaal beleid
Lastig wordt het nog om over het sociaal beleid compromissen te vinden die voor elk verdedigbaar zijn. Tijdens de campagne hakte sp.a stevig in op het ‘asociale’ beleid van de N-VA. Omgekeerd koestert N-VA een grote afkeer voor socialistische recepten in de bestuurlijke omgang met kwetsbare mensen. Vooral in die zin blijft ‘socialisme’ er een scheldwoord. Maar laten we ervan uitgaan dat ook hier, na pittig en potig overleg, door beide partijen punten gescoord kunnen worden.
Wat hebben we uit dit alles geleerd? Dat de stadsbrede Verzoening met grote V er voorlopig niet komt, maar voorzichtig wel gezocht wordt naar een strategische verzoening met kleine v. Dat tezelfdertijd zelfvertrouwen en kwetsbaarheid uitstralen daarbij ontmijnend kan werken. En dat Groen en CD&V stilaan bondgenoten worden bij de verkiezingen van volgend jaar.