OpinieErfgoed
Tijd dat de Brusselaars de toekomst van de Hallepoort zelf veiligstellen
Armel de Schreye, Carlo Van Grootel, Louise Bressers, Nidal Chattari, Sébastien Dewailly, Nicolas Thiry, bezorgde Brusselaars die allen in de buurt van de Hallepoort wonen en vanuit hun opleiding (kunstexpert, historicus) of beroep (werkzaam in de culturele sector) begaan zijn met het Brussels historisch cultureel erfgoed.
Brussel kent een lange voorgeschiedenis van gebroken dromen wat betreft het beheer van haar onroerend patrimonium. Naast de kaalslag die plaats moest maken voor het monumentale justitiepaleis, volgden de onteigening van vele volkswijken voor de Noord-Zuidverbinding en de afbraak voor de Europawijk.
De afbraak van het Volkshuis van Victor Horta in 1964 stond symbool voor de verkwanseling van ons architecturaal erfgoed.
In de jaren negentig ontstond het Brusselse façadisme. Achter de gevel van de historische panden werd alles platgelegd en binnen werd er een nieuw gebouw opgetrokken.
Men zou hopen dat, geconfronteerd met het groeiende besef van het belang van het behoud van het onroerend Brussels cultuurpatrimonium en het succes van het Hortamuseum, men zorgzamer zou omgaan met dit onroerend erfgoed.
Elke hoofdstad die naam waardig doet er alles aan om haar onroerend erfgoed op te waarderen, te beschermen en open te stellen voor de wereld.
Terug naar start
Net daar blijken de Brusselse politici te hervallen in de oude gewoonte om niet te kunnen weerstaan aan de lokroep van de vastgoedbaronnen, die primeert op het uitdragen van het Brussels cultuurpatrimonium.
Dit keer komt een van de oudste en best bewaarde historische gebouwen van Brussel in het vizier: de Hallepoort. Als onderdeel van de stedelijke omgeving spreekt de Hallepoort al eeuwen tot de verbeelding.
Dit gebouw dateert van 1381 en is het enige bewaarde versterkte poortgebouw van Brussel. Het gebouw trotseerde de eeuwen en werd meerdere malen bedreigd met afbraak.
Het overleefde de bombardementen van Lodewijk XIV en het bevel tot slopen van de Oostenrijkse keizer Jozef II. Uiteindelijk werd het gebouw door Brussel overgedragen aan de Belgische staat in 1842. Eind 19de eeuw was het de stad Brussel zelf die de afbraak van het gebouw eiste omdat het onderbenut werd. Gelukkig voorkwam de Koninklijke Commissie voor Monumenten de afbraak. Toch werd het gebouw pas in 1990 als monument beschermd.
De Hallepoort vervult sinds 175 jaar een museale functie en werd onlangs volledig gerestaureerd. Desondanks is het museum slechts beperkt toegankelijk door een gebrek aan personeel. Dit iconische gebouw, bepalend voor het karakter van de hele Marollenwijk, komt niet tot haar recht door een chronische onderfinanciering van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG), die instaan voor de museale invulling en beheer.
De KMKG kampen al jaren met financiële zorgen als gevolg van de stiefmoederlijke behandeling door de federale regering. Geconfronteerd met een steeds kleiner budget werkte de directie een plan uit waarbij onder meer de Hallepoort met sluiting wordt bedreigd.
Daar blijft het echter niet bij. Uit de plannen blijkt duidelijk dat de KMKG de Hallepoort willen afstoten en overdragen aan de regio of de stad Brussel.
De bevoegde staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed, Pascal Smet (Vooruit), gaf vervolgens op zijn beurt aan dat men dit gebouw beter in concessie zou geven.
Diverse vastgoedbonzen hebben sinds kort hun oog laten vallen op de Marollenwijk. In deze wijk staan nog veel kleine huizen die gemakkelijk kunnen worden omgevormd tot grote wooneenheden. Stadsplanners verlekkeren zich nu al op al dat goeds. Het is dan ook wellicht niet toevallig dat de museale functie van de Hallepoort plots in vraag wordt gesteld.
De weinige andere restanten van de stadsomwalling werden allen weggemoffeld in grootse vastgoedprojecten. De Hallepoort zou, eenmaal de museale functie van haar ontnomen wordt, zeer snel het voorwerp uitmaken van een herbestemming.
Op de kaart
Wat een gebrek aan ambitie. Dit unieke versterkt poortgebouw zou zich perfect op de kaart kunnen zetten door de juiste collecties tentoon te stellen die heden stof liggen te vergaren in de kelders van de KMKG.
Waarom niet afwisselend gespecialiseerde collecties tentoonstellen zoals de islamkunstcollectie uit de KMKG of de middeleeuwse wapencollectie uit het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis? Waar is de visie en de ambitie voor ons patrimonium?
Wij, een groep bezorgde Brusselaars, kunnen de stiefmoederlijke behandeling van dit uniek erfgoed niet langer aanzien.
Men is klaarblijkelijk bereid om de museale functie op te geven, waarbij de mogelijkheid om die in concessie te geven aan een horeca- of andere aangelegenheid geenszins wordt uitgesloten.
Wij vrezen dat de laatste stadspoort van Brussel snel het voorwerp zal uitmaken van vastgoedspeculanten die, gebruikmakend van een horecaconcessie, ongetwijfeld dromen van een hotelcomplex dat het gehele gebouw omarmt, of erger nog een mooie façade in een nieuw architecturaal gedrocht dat de laatste sporen van de rijke geschiedenis van Brussel vertrappelt.
Aangezien de Brusselse overheid klaarblijkelijk nul interesse heeft in dit gebouw, is het misschien tijd dat de Brusselaars zelf de toekomst van dit monument veilig stellen. Waarom niet in een coöperatieve structuur de uitbating van deze historische parel op ons nemen? Wij twijfelen er niet aan dat vele Brusselse “kiekefretters” en “ketjes” graag mee willen helpen om dit unieke gebouw en staatsmuseum te redden, of verdienen enkel de rijke wijken van Etterbeek of Elsene een mooi museum?
Laat dit oproep zijn aan alle Brusselaars om dit unieke gebouw opnieuw zijn terechte plaats te laten opnemen als museum en aldus een visitekaartje te worden voor de rijke en bewogen geschiedenis van Brussel.