Opinie
Theo Francken, pas de wet toe en laat de Sudanezen vrij
Luc Denys is advocaat en voorzitter van de commissie vreemdelingenrecht van de Orde van Vlaamse Balies.
Onlangs werden negen Sudanezen gedwongen gerepatrieerd naar Sudan. Nochtans hadden het VN-Hoog Commissariaat voor de vluchtelingen, deskundigen zoals Koert Debeuf, Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties ervoor gewaarschuwd dat dit niet zonder gevaar was omdat in Sudan op grote schaal gefolterd wordt.
Er werd ook gewaarschuwd voor de geheime agenten van de identificatiemissie uit Sudan die hen hier ondervraagd heeft. Herman Van Rompuy noemde hen in De Afspraak van afgelopen vrijdag op Canvas “beulen”. Nu heeft het Tahrir-Instituut voor het Midden-Oostenbeleid getuigenissen verzameld van een aantal van die negen dat zij na aankomst in Sudan gefolterd of mishandeld en zwaar afgedreigd zijn.
In arresten van 17 juli en 26 september 2017 verbood de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) de gedwongen repatriëring van Sudanezen, omdat de Dienst Vreemdelingenzaken geen zorgvuldig en nauwkeurig onderzoek had uitgevoerd naar het risico op schending van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens (EVRM), op grond waarvan niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen. Dit artikel bekrachtigt een van de fundamentele waarden van elke democratische samenleving.
Om te weten of het uitwijzen naar een land het risico op zulke schending inhoudt, wordt rekening gehouden met de algemene situatie in dat land en met de persoonlijke situatie van de vreemdeling. Het moge duidelijk zijn dat voor elke Sudanees die hier door de Sudanese geheim agenten werd geïdentificeerd, gelet op de veralgemeende folterpraktijk in Sudan, het risico op schending van artikel 3 EVRM groot is.
Na de arresten van de RvV had Theo Francken meegedeeld dat geen Sudanezen meer zouden gedwongen gerepatrieerd worden zonder een grondig onderzoek naar een mogelijk risico op schending van artikel 3 EVRM. Niets wijst er op dat dit gebeurd is.
Het is waar dat, naast de RvV, ook andere rechtbanken zich hebben uitgesproken over de repatriëring van Sudanezen, en niet altijd in een voor hen gunstige zin. Maar op 20 december 2017 verklaarde het Hof van Cassatie dat de vrijheidsberoving van een Sudanees onwettig was. Men kan dat arrest van het hoogste rechtscollege niet negeren.
Theo Francken zegt dat er geen bewijzen zijn dat teruggekeerde Sudanezen gefolterd worden. Hij verwijst daarvoor naar rapporten uit Nederland en het Verenigd Koninkrijk, waarin zou staan dat beweringen over foltering onjuist of sterk overdreven zijn. Ik ken zijn Nederlandse bron niet, maar wel zijn Britse. Het Home Office schrijft in een rapport van augustus 2017 dat zij geen weet heeft van Sudanezen die bij terugkeer mishandeld zijn. Dat sluit dus niet uit dat er wel gevallen van foltering zijn, waarvan men geen weet heeft. Bovendien baseert dit rapport zich op 2 brieven van de Britse Ambassade in Khartoem van 8 april 2013 en 19 februari 2015, terwijl iedereen weet dat om een gegrond oordeel te kunnen vellen, men zich op recente bronnen moet baseren, wat hier niet het geval is.
Of Theo Francken ontslag moet nemen en gelogen heeft, zoals o.m. Karel De Gucht stelt, interesseert me hier niet. Mij gaat het om de toepassing van het recht. Theo Francken beweert steeds dat hij de wet naleeft. Zoals De Gucht terecht stelt: dat is onjuist, omdat Francken veelvuldig artikel 3 EVRM schendt.
Premier Michel heeft beslist dat elke gedwongen repatriëring naar Sudan opgeschort wordt minstens tot eind januari 2018. Volgens vaste rechtspraak mag een vreemdeling administratief alleen opgesloten worden indien zijn uitwijzing op korte termijn mogelijk is. Dat is hier niet (meer) het geval. Alle opgesloten Sudanezen moeten dus onmiddellijk vrijgelaten worden.