ColumnJohn John & Missy
Stilaan breekt het besef door dat er misschien wel een probleem zit in je pogingen om een ‘lievelingsvader’ te zijn
Bart Eeckhout is journalist en oud-hoofdredacteur bij De Morgen en papa van John John (13) en Missy (9).
Altijd als je Missy wil plagen, noem je haar je ‘lievelingsdochter’. Stiekem geniet je van die fractie van een seconde waarin je haar ziet twijfelen of dit nu een groot compliment is. En dan volgt de gespeelde boosheid bij haar, het slaan met haar vuisten op jouw vaderlijke borst, de eis om de plagerij te compenseren met een snoepje, wat ze dan meestal nog krijgt ook.
Tegenwoordig zegt ze weleens: “En jij bent mijn lievelingsvader.” Parmantig – is er een ander woord voor hoe dochters naar hun vader kijken? – wacht ze je reactie af, hopend dat ze jou ook beledigd heeft. Maar gek genoeg ervaar je het woord ‘lievelingsvader’ als een eretitel, ook al ben je de enige kandidaat in de race. Wat voor een vader ben je eigenlijk? Eentje die ook maar zijn best doet, wellicht is dat de meest correcte omschrijving.
Missy verlangde naar een nieuw bed. Zo’n hoogslaper, als een fort waar ze zich kan in verschansen. Jullie twijfelen. Wat als de puber die ze over een paar jaar zal zijn, zo’n bed te kinderachtig vindt? Maar dit lange verhaal komt er in het kort op neer dat vader en moeder uiteindelijk een weekend lang hebben moeren staan indraaien en planken staan vastvijzen. De kastdeur sleept wat, maar dat haalt de gelukkige glimlach niet van het gezicht van je dochter.
Stilaan breekt het besef door dat er misschien wel een probleemkant zit aan de aandoenlijke pogingen om een ‘lievelingsvader’ te zijn. Ben je wel streng genoeg geweest, of liever, consequent genoeg? Je kan nog honderd keer zeggen dat je zoon zijn eigen kleren moet kiezen, als jij ze, voor de zekerheid, elke avond toch weer klaarlegt, dan leert hij het nooit. Handboek vergeten? Nog voor John John de kans krijgt, snel je al naar boven om het zelf te gaan zoeken.
Zijn moeder kijkt het zuchtend aan. Zij weet wel beter, want als het straks van moeten is, zullen de kinderen alleen met strenge woorden gedwongen kunnen worden om hun deel te doen. Ook jij weet intussen wel beter, terwijl je met het wiskundeboek weer de trap komt afgestormd. Het is sterker dan je zelf: de vader als bulldozer, die alle hindernissen uit de weg ruimt. Het is niet dat je kinderen ‘verwend’ zijn, maar je wil ze wel graag eens verwennen. Proef het subtiele verschil.
Wanneer je Missy in de opvang gaat ophalen, pols je, zo subtiel als je kan, of ze toch wel echt blij is met het nieuwe bed. Het was je opgevallen dat ze ook weleens op het matrasje voor logés was gaan liggen.
Missy kijkt je vuil aan. “Denk je dat ik ondankbaar ben? Denk je dat ik niet weet wat ik wil?” De emoties lopen hoog op, maar jullie weten allebei dat ze nu het rolletje speelt van de ‘bitch’ uit de highschoolmusicals die ze verslindt.
Dan zegt ze trots: “Ik ben nogal een dramaqueen, hè.” Ja, antwoord je, “maar wel mijn lievelingsdramaqueen.” Waarop zij, zonder verpinken: “En mama dan?”