De gedachteBarbara Debusschere
Samen met Sammy Mahdi en George-Louis Bouchez lijkt Annelies Verlinden op een Homer Simpson die jongleert met splijtstof
Barbara Debusschere is journalist.
Vrijdag stopt de kerncentrale Doel 3 met stroom produceren. Net nu een energiecrisis door een oorlog waarin gas een wapen is en de meltdown van het klimaat als een gordiaanse knoop in elkaar draaien. Het lijkt absurd om dan de stekker te trekken uit een klimaatvriendelijke stroombron die Vladimir Poetin niet kan manipuleren.
Onlogisch is het dus niet dat regeringen uitzoeken of kerncentrales die zouden sluiten, langer open kunnen blijven. Zo ook onze minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v), die aan de nucleaire waakhond FANC vroeg of we de voorbereidende werken voor de ontmanteling van Doel 3 veilig kunnen uitstellen.
Toch is wat zij hier deed het tegenovergestelde van verantwoordelijk leiderschap.
Zo wekt haar vraag de valse indruk dat Doel 3 nu proberen langer open te houden de ‘horrorwinter’ kan verzachten. Maar alleen al de juridische levensverlenging van de centrale op punt krijgen, duurt minstens maanden. Bovendien speelt hier weer de illusie op dat een kerncentrale een broodrooster is die je kan aan- en afzetten naargelang de gewenste soort toast.
Maar enerzijds-anderzijdsbeleid accordeert niet met zo’n ding. Net omdat nucleaire splijtstof dodelijk is, is zo’n centrale uitfaseren een technisch hoogstandje dat in uitgekiende stappen gebeurt. De voorbereiding voor Doel 3 duurde jaren. Stap één is de ‘pre-ontmanteling’, waarbij de staven splijtstof afkoelen en de leidingen chemisch gereinigd worden. Daarna is het niet meer realistisch de centrale opnieuw te doen draaien.
De zaak ‘bevriezen’ en dus wachten met die pre-ontmanteling, zoals Verlinden aan het FANC vroeg, is een rêverie. Dat staat in het antwoord van het agentschap.
De huidige planning is uitgestippeld om “de resterende risico’s van de installatie maximaal te beperken”. Alternatieve plannen, zoals een bevriezing, “moeten bestudeerd worden op onzekerheden en veiligheidsrisico’s”.
Met andere woorden: je kan een kerncentrale niet ineens langer dan gepland nog laten draaien en erop gokken dat je alsnog voldoende personeel, onderdelen en brandstof hebt om de zaak langer in de lucht te houden. Dat wel doen, is improviseren zonder garanties op veiligheid. Het FANC noemt dat, diplomatisch, “geen voorbeeld van goed bestuur”.
Waarom maakt Verlinden, aangepord door haar voorzitter Sammy Mahdi, daar dan van dat “een alternatieve planning volgens het FANC niet uitgesloten is”? Hopelijk ligt het niet aan een gebrek aan technische kennis of beslagenheid in begrijpend lezen. Waarschijnlijker is dit al te voortvarend en niet gehinderd door de feiten willen scoren.
In plaats van een rationele leider lijkt Verlinden, samen met Mahdi en MR-kopman George-Louis Bouchez die hen steunt, hier dan ook eerder op de rommelige Homer Simpson, een van de hoofdpersonages uit de Amerikaanse animatiereeks The Simpsons. Hij werkt als veiligheidsmedewerker in een kerncentrale maar jongleert geregeld met staven splijtstof.
Ook lijken deze politici in deze kwestie al te veel op hun voorgangers. Het zijn net de decennia van schipperend non-beleid, waarbij altijd kiertjes open gehouden worden en fundamentele beslissingen op de lange baan zijn geschoven, waardoor ons land nu met een achterhaalde energievoorziening de stormen van de 21ste eeuw het hoofd moet bieden.