OpinieLieven Buysse
Profitariaat als ambitie in het Verenigd Koninkrijk
Lieven Buysse is hoogleraar Engelse taalkunde en Britse cultuur aan de KU Leuven Campus Brussel.
There is something rotten in the state of Britain. Ook na Boris Johnson blijven schandalen de regerende Conservatieve Partij afschilderen als een groepje zelfbedienaars. Dat beeld staat in schril contrast met de strenge eisen die ze stelt aan de Britse bevolking.
De Conservatieven schatten ondernemerschap hoog in, maar definiëren dat nogal ruim. Zo gaf Johnson in de coronacrisis miljoenencontracten voor medisch beschermmateriaal zomaar aan bevriende zakenlui zonder de minste ervaring in die sector. Toen huidig partijvoorzitter en minister zonder portefeuille Nadhim Zahawi financiënminister werd, moest hij nog snel een ‘veronachtzaamde’ belastingaangifte van enkele miljoenen regelen. Dat hij daarover onderhandelde met de belastingdienst, die onder zijn eigen bevoegdheid viel, vindt premier Sunak geen reden om Zahawi meteen de deur te wijzen.
Niemand symboliseert het probleem zo scherp als Richard Sharp. Johnson benoemde hem tot voorzitter van de BBC na een open procedure die toch niet zo open bleek te zijn. Sharp kende Johnson al lang, had een flinke som gedoneerd aan de partij, en... had Johnson in contact gebracht met een financier die hem 800.000 pond kon lenen om schulden af te betalen. Sharp was bovendien de leermeester van Sunak toen ze beiden voor Goldman Sachs werkten. Ons kent ons in het kwadraat.
Intussen ziet het overheidspersoneel zijn lonen al jaren stagneren, en nooit eerder gingen zoveel Britten naar de voedselbank, die nu ook druk bezocht wordt door mensen met een job. De Tory-debatfiche luidt cynisch: burgers moeten hun centen verstandig leren beheren. Tegelijk beweren ze dat te veel mensen van uitkeringen leven zonder aan de sociale zekerheid bij te dragen, maar ze rekenen dan wel alle gepensioneerden mee.
Individuele vrijheid, ondernemerschap en hard werk. Stuk voor stuk sleutelprincipes van de Tory’s, en ze veroorzaken mee het probleem. Uit de individuele vrijheid zoals we ze in al die voorbeelden beoefend zien, blijkt voor hen ambitie en ondernemerschap. Regeltjes die zulke navolgenswaardige kwaliteiten belemmeren, worden als onrechtmatig gezien en mogen dus overtreden worden. Profitariaat als uiting van ambitie.
Wie daarentegen in een penibele socio-economische situatie op overheidssteun rekent, ontbeert ambitieniveau en ondernemingszin, en moet geculpabiliseerd worden. Het individu heeft gefaald en moet verantwoordelijk worden gesteld. De Britse overheid zet dan ook vier keer meer personeel in tegen uitkerings- dan tegen belastingfraude, waarvan de omvang nochtans negen keer groter wordt geschat.
Ironisch genoeg worden de uitwassen van het individualisme bij de Tory’s gefaciliteerd door het collectief systeem van het old boys network, dat tevens een vangnet vormt voor hun individuele verantwoordelijkheid. Als Johnson zijn financiën slecht beheert, helpt een kapitaalkrachtige vriend hem wel uit de nood. Het collectieve vangnet voor de gewone Brit heet de sociale zekerheid. Dat wordt stigmatiserend benaderd maar is transparanter dan een schimmig netwerk van relaties.
In deze economische storm vraagt Sunak een inspanning van iedereen, maar tegelijk dekt hij malversaties in eigen kring toe. Dat is niet het beste recept voor draagvlak bij de bevolking, maar dreigt eerder de sociale spanningen nog op te drijven. Integriteit en aansprakelijkheid ging Sunak weer introduceren in Downing Street. Grijp je kans, of verlies je geloofwaardigheid.