ColumnMohamed Ouaamari
Plots hoor je een luide knal. Lichte aardbeving
Mohamed Ouaamari is auteur van het boek Groetjes uit Vlaanderen. Zijn column verschijnt tweewekelijks.
In normale tijden hebben wij ooit als samenleving afspraken gemaakt over hoe we de laatste maanden van het jaar organiseren. Wanneer de kinderen en studenten goed en wel geïnstalleerd zijn op de schoolbanken, worden de rekken van de supermarkt overladen met kruidnoten, marsepein, chocolade figuurtjes en speculaas (of speculoos, wie weet het). Daarna worden onze brievenbussen volgepropt met catalogi van speelgoedwinkels. Wanneer de wind uit het noorden komt, waait de Zwarte Piet-discussie over uit Nederland, waarbij volwassen witte politici hun dagen vullen met het bediscussiëren van een kinderfeest.
Begin november begint het aantal keer dat ‘All I Want for Christmas’ wordt afgespeeld exponentieel te stijgen. Maar het is pas als de Sint terug naar Spanje vertrokken is dat de kerstboom wordt opgetuigd en de kerstverlichting wordt uitgehangen. Alles blijft staan tot Kerstmis en Nieuwjaar voorbij zijn. Na Driekoningen zijn de feestdagen officieel voorbij. Tenminste, zo was het vroeger.
Dit jaar worden de feestdagen gevierd in lockdown en tellen alle gemaakte afspraken niet meer. Antwerpen wacht niet op het vertrek van Sinterklaas, de kerstverlichting hangt al uit. De stad wordt gehuld in een hoopvol licht dat ons warm moet houden tijdens deze barre tijden. En dat is niet het enige dat er vroeg bij is dit jaar. Ook idiote pubers die de hand hebben gelegd op een arsenaal zwaar vuurwerk terroriseren de stad vroeger dan gewoonlijk. Vier weken te vroeg op schema.
Dan zit je thuis, ben je rustig je lockdown aan het beleven; trek je de zoveelste zak chips open, schroeft een grote fles frisdrank open en zakt weg bij alweer een Netflix-serie (die plichtbewust haar rol speelt in deze historische dagen). Plots hoor je een luide knal. Lichte aardbeving. Alsof heel onze wijk even werd opgetild en losgelaten. Het is geen granaataanslag, daar is het ook het seizoen niet voor. Bovendien ontploffen granaten enkel rond vijf uur ’s ochtends en zijn drugsdealers verantwoorde burgers die zich aan de nachtklok houden.
Ik ga er niet flauw over doen, ik heb vroeger ook weleens een piraat aangestoken. Zo’n ouderwetse groene strijker die je aansteekt met een lucifer en die enkele seconden later een knallend geluid maakt. Ik vond er zelf niets aan, maar het was een formaliteit om bij de groep te horen. Kattenkwaad waarbij de grenzen werden afgetast. Dat moet soms eens kunnen en is van alle tijden.
Wat er afgelopen dagen gebeurde is geen kattenkwaad, maar wel gevaarlijk en crapuleus gedrag. Het blijkt moeilijk om dit soort jongeren ter verantwoording te roepen. Wie klaagt van overlast moet maar oprotten. Het is hún wijk. Ook al zijn het vaak hun eigen ouders en familie die de wanhoop nabij zijn. Vrijwilligers en jeugdwerkers doen er alles aan om deze jongeren te wijzen op hun asociaal gedrag, maar het is dweilen met de kraan open als deze jongeren ongestoord zwaar vuurwerk kunnen importeren via Chinese en Tsjechische webshops.
Toen de Sint afgelopen weekend zijn intrede deed, sprak hij zoals elk jaar de verlossende woorden: “Er zijn geen stoute kinderen dit jaar.” Wat een naïeve wegkijker is die man toch geworden.