Column
"Peanuts en monkeys: dat verhaal telt blijkbaar alleen voor bankiers en topvoetballers"
Michael Van Peel is comedian en columnist. Zijn column verschijnt wekelijks op zaterdag.
Vlaanderen is arm. Zelfs de leeuw in zijn logo is intussen symbolisch gehalveerd. En intussen weten we dankzij Homans: armoede is je eigen schuld. Je moet gewoon de kansen grijpen die je krijgt.
Maar uit onderzoek weten we ook: armoede doet mensen domme beslissingen nemen. Het doet hen zich blindstaren op de korte termijn en het grote overzicht verliezen. In dat opzicht is het begrijpelijk wat het arme Vlaanderen nu overkomt. Met een baseline als 'State of the art', die Vlaanderens schitterende reputatie op het vlak van kennis en cultuur moet onderstrepen, wil het vooral besparen op... onderwijs en cultuur.
Vlaanderen is niet écht arm natuurlijk. Volgens statistieken zijn we gemiddeld de rijkste Europeanen van de EU en de meest vermogende burgers ter wereld na Zwitserland en de VS. Die statistieken gelden voor heel België, dus het lijdt geen twijfel dat die armoezaaiers van hangmat-Walen onze scores nog naar beneden hebben getrokken. "Gemiddeld!", hoor ik de rode u vuistzwaaiend roepen. "Dat zijn die rijke bazen met hun hoge hoeden. Op de kap van de werkmens!" Dat wordt weerlegd door weer andere cijfers. Weinig landen slagen er beter in dan België om ongelijkheid weg te werken door herverdeling.
Maar ach, cijfers liegen natuurlijk. Het is volop crisis, zo verzekeren politici ons. (Hebt u ooit andere tijden gekend?) Van Geert Bourgeois leerden we dat we het weliswaar beter hebben dan toen den Duits voor het eerst België binnenviel, maar dat we toch heel hard ons best zullen moeten doen om niet te eindigen als Griekenland. Angst verkoopt nog beter dan seks. Waarvan getuige Geert Bourgeois zelf.
De vinger op de knip dus. Mooi conservatief beeld is dat, die versleten, vergulde knip. In mijn geest hangt daar een afgeleefde sacoche aan, angstvallig vastgeklampt door een oud besje met een keffend hondje dat bang om zich heen staart aan de bushalte.
Een rechtse regering die bespaart op cultuur en onderwijs. Op kunstenaars en studenten: twee klassieke bronnen van vrijdenkend verzet en revolte. (hmmm...) Soit. Die keuze is een politieke keuze waar niets tegenin valt te brengen. Daar houden we nu eenmaal verkiezingen voor. Wie mee heeft gestemd, moet zich neerleggen bij de meerderheid. Maar dat wil nog niet zeggen dat we de commentaar erbij hoeven te pikken.
De volgende niet-bioloog die in de media namelijk nog de woorden 'survival of the fittest' in zijn bakkes neemt, kan daar meteen een gesubsidieerde klets bij krijgen. Uit de mond van de nieuwe minister van Cultuur, Sven Gatz, wekken die woorden nog meer frustratie op. Zeker wanneer ze slaan op kunst als onderdeel van cultuur. Survival of the fittest betekent het overleven van de best aangepaste. En als kunst één ding moet vermijden, dan is het wel zich aanpassen.
Daarvoor klonk het nog in een interview in De Standaard: "Cultuur maakt gelukkig. Het dient voor niets, behalve algemene tevredenheid en geluk." Wauw... "Tevredenheid." Zeer ambitieus. Neen, Sven, dat is de definitie van entertainment. Cultuur is geen fris pintje op een terras, het is de hondendrol onder je schoen.
Kunst moet jeuken, entertainment verluchten. Beide zijn nodig en overlappen elkaar gedeeltelijk, net als voedsel en fijnproeverij of kleding en mode, maar slechts één ervan is een product dat de marktlogica volgt. Als we enkel entertainment wilden, hadden we beter een minister van Tijdverdrijf aangesteld.
Kunst moet risico's kunnen nemen (net als onderzoek). Grotesk falen en op zijn bakkes gaan. Niet zichzelf stapsgewijs verbeteren en bijschaven, om een steeds beter product aan te bieden. Kunst heeft onze beste durvers nodig.
Net voor het aftreden liet minister Geens zijn licht nog schijnen over de topsalarissen: "We moeten ze goed betalen, anders vinden we geen goed volk. Dat is de logica zelve." Peanuts en monkeys; dat verhaal telt blijkbaar alleen als het gaat over bankiers, topambtenaren en profvoetballers. In de cultuursector moet men teren op idealisme en goesting.
Volgens Geens moet je goed betalen om de beste over te houden. Volgens Gatz blijven de besten over als je ze minder betaalt. Beide partijen zitten in dezelfde coalitie. Welke mening zal het halen? Dat wordt survival of the fittest.