ColumnAnton Jäger
Partijen spelen leden kwijt, maar hechten zich steeds intiemer aan de staat
Anton Jäger is historicus van het politieke denken aan het Leuvense Hoger Instituut voor Wijsbegeerte. Zijn column verschijnt tweewekelijks op woensdag.
Ze waren met zo’n tachtig, de Brusselaars die voorbije vrijdag voor een lezing in het Elsense Flageygebouw opdaagden. Gast van dienst was filosoof Pierre Rosanvallon, lector aan het gerenommeerde Collège de France en sinds jaren beproefd chroniqueur van de Europese democratie. Rosanvallon was door de rechtenfaculteit van Louvain-la-Neuve geïnviteerd voor een lezingenreeks.
Die reeks stond niet alleen in het teken van de longue durée van de westerse democratie waarmee Rosanvallon ooit faam verwierf. Het ging de filosoof vooral om verschuivingen in het politieke bestel na 2008 – zowel in Frankrijk als in het buitenland. Eén denktrant bleek daar dominant: zowel op links als op rechts was de zogenaamde ‘partijvorm’ nu in verval voor Rosanvallon. Zowel het Rassemblement national van Le Pen, het linkse La France insoumise en Macrons Renaissance namen afscheid van het klassieke partijmodel. In de plaats kozen ze voor ‘partijbewegingen’. Die waren voor de korte termijn gebouwd en overleefden met moeite hun electorale cycli. Ze kenden geen leden meer en konden die ook niet vergasten op congressen. Hun biotoop was niet het dorpsplein of de fabriek maar het internet, waar burgers tijdelijk inlogden. Dat proces ging hand in hand met een gewichtsverschuiving in de staat: het parlement moest het afleggen tegen de regering, en partijbonzen leverden macht in tegenover de president.
Dat leverde voor Rosanvallon netelige problemen op. Europeanen waren het gewoon om parlementen als het onmisbare centrum van vertegenwoordiging te zien. Daar liet het volk zich zien; de regering had net een puur formele functie. De laatste dertig jaar begon dat volk zelf te individualiseren en verzwakte het parlement. Dat volk werd daarmee ‘onvindbaar’, zoals Rosanvallon aangaf.
In Frankrijk behoort Rosanvallons denken ondertussen tot de academische canon. In België vond hij vooral navolging bij de aanhangers van de Derde Weg, met Frank Vandenbroucke (Vooruit) als boegbeeld. In Franstalig België lijkt Rosanvallon vooral liberalen en ecologisten te bekoren. Hoe plausibel klonk zijn vertoog daar?
Vincent de Coorebyter, politicoloog aan de Université Libre de Bruxelles, was op vrijdag de eerste respondent. De professor herkende zich allerminst in Rosanvallons portret. In België was er immers geen sprake van ‘presidentialisering’.
Noch stelde zich hier het probleem van een overmoedige uitvoerende macht. In de plaats hadden partijen net hun greep op de staat versterkt; kabinetten werden vanuit partijkwartieren bestuurd. Die partijen zelf waren nog onderhevig aan pressiegroepen als de Boerenbond of de Vlaamse Beweging. Terwijl in Frankrijk miljoenen de straat op trokken tegen pensioenhervormingen, werd het ‘compromis à la belge’ hier blijvend gehonoreerd. “Mijn conclusie: Frankrijk is België niet”, antwoordde Rosanvallon ootmoedig.
De confrontatie tussen Rosanvallon en De Coorebyter biedt handige sleutels voor het Belgische enigma. De klassieke partijdemocratie is hier ook tanende. De macht van het uitvoerende bewind groeit, net als die in Parijs. Maar in tegenstelling tot Frankrijk gaat dit niet gepaard met een uniforme afbouw van partijmacht. De horizontale versterking van de partijen gaat eerder gepaard met een verticale afkalving: ze spelen leden kwijt, maar hechten zich steeds intiemer aan de staat. Dat gebeurt ook à la belge: terwijl partijen in Nederland gretig private fondsen binnenrijven, wordt de partijfinanciering hier nog strenger bewaakt. Partijen hebben geen vaste basis meer, maar loutere bewegingen op z’n Frans zijn ze ook (nog) niet.
‘Particratie’ lijkt daarvoor een dankbaar woord, zeker gezien de aanhoudende macht van de partijvoorzitters. Maar of het hier dezelfde partijen betreft als in de naoorlogse periode, met hun strak georganiseerd middenveld en trouwe bankzitters, is uiterst twijfelachtig. Vooruit zette onder Rousseau al een duidelijke bekering naar het bewegingsmodel in. Mahdi wil de noodlijdende cd&v radicaal ontzuilen, desnoods met inspiratie van de Nederlandse BBB. Het Vlaams Belang is meer digitaal netwerk dan boksclub. Ook de Waalse christendemocraten herdoopten zichzelf onlangs tot het vage Les Engagés. De pijlers van de klassieke partijen vertonen steeds opvallendere barsten. Op die manier behaalde Rosanvallon onbewust toch zijn gelijk.