OpinieRoger Housen
Oud-kolonel Roger Housen: ‘De Russische elite zou een bloedige uitputtingsoorlog wel eens de moeite waard kunnen achten’
Roger Housen is kolonel buiten dienst en defensiespecialist. Hij volgt de situatie in Oekraïne al sinds het begin van de invasie op de voet en schreef dit opiniestuk voor De Morgen.
De Amerikaanse oud-minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger heeft er ooit op gewezen dat Rusland sinds tsaar Peter de Grote met “één België per jaar groeide”. Dit is natuurlijk tenietgedaan door de ineenstorting van de Sovjet-Unie. Poetins missie sindsdien is restauratie. In een eerste stap via de ontmanteling van de ontluikende democratie. En dan, na het creëren van ijzeren stabiliteit in eigen land, door te ‘marcheren’.
De oorlog van 2008 heeft de Russische president gebruikt om twee provincies van Georgië ‘over te nemen’. Met de semiannexatie van Abchazië en Zuid-Ossetië kreeg Rusland de oppervlakte van een ‘half België’ erbij. De verovering van de Krim in 2014 leverde een bijna ‘volledig België’ op. Op dit moment bezet Rusland in Oekraïne, naast de Krim, een grondgebied overeenstemmend met driemaal België. Het neo-imperialisme van ‘tsaar’ Poetin begint dus stilletjes aan te lijken op dat van zijn illustere voorgangers.
Minder zelfgenoegzaamheid
Hoe kunnen we die Russische veroveringsdrang afblokken? In ieder geval niet met ons zelfgenoegzame optimisme over een toekomstige overwinning van Oekraïne.
Oekraïne heeft de oorlog al gewonnen op de sociale media en in de pers. President Zelensky en zijn informatiestrijders manipuleren ons door middel van hun gladde mediaoptreden en doen aan morele chantage. Dat is geen schande. Oekraïne doet precies wat het moet doen en het geeft de gemiddelde westerse kijker de indruk van een nakende overwinning.
Wat minder gangbaar is, is de stoet van hooggeplaatste westerse leiders die de afgelopen weken uitdagend verklaarden dat ze ook zullen aansturen op een regelrechte Oekraïense overwinning. Het schijnt me onverstandig een beleid te voeren dat een gewenst resultaat nastreeft, als er geen rationele weg bestaat waarlangs dat doel bereikt kan worden. Je zou denken dat deze uitspraken voortkomen uit tastbaar bewijs dat Rusland aan het verliezen is. Doch dit blijft op zijn best een ver en twijfelachtig vooruitzicht.
Op dit moment wijzen de meeste indicatoren en de huidige tendensen op het slagveld namelijk in de richting van een patstelling. Een langdurig conflict, gemeten in jaren, of zelfs een Oekraïense nederlaag behoren ook tot de mogelijkheden.
Het risico van een proxyoorlog
Hoe langer de oorlog duurt, hoe groter bovendien de kans op escalatie. Het Westen is een proxyoorlog begonnen en in een oorlog via derden bepaalt de gevolmachtigde – Oekraïne in dit geval – de doelstellingen. Wanneer de gevolmachtigde het goed doet, is het verleidelijk om ambitieuzere objectieven te gaan nastreven.
Dit brengt het risico van strategische overmoed met zich mee. We mogen niet onderschatten hoe laag het Kremlin wil gaan. De Russische elite, met haar voorliefde voor het ‘militarisme van de gehaktmolen’, zou een langdurige, bloedige uitputtings- en bezettingsoorlog wel eens de moeite waard kunnen achten, als daarmee het prestige van Rusland in het buitenland hersteld wordt en het regime van Poetin in eigen land versterkt wordt. Moskou mag dan initieel zware fouten hebben gemaakt, in tijden van oorlog heeft rationaliteit niet altijd de overhand.
De militaire, menselijke, economische en financiële gevolgen en kosten van deze proxyoorlog zijn groot en reëel, ook voor ons land. Toch zijn de politieke en publieke gedachte-uitwisselingen en analyses over onze aanpak grotendeels afwezig. Het is alsof er een ‘intellectuele no-gozone’ bestaat. Verder is de berichtgeving overwegend eenzijdig ten voordele van Oekraïne. Hoewel deze sympathie begrijpelijk is, helpt ze ons niet echt vooruit bij de zoektocht naar conflictbeëindiging.
De doelen juist hebben
Elke oorlog moet stoppen en deze zal dat ook. De test van een beleid is evenwel hoe het eindigt, niet hoe het begint. Zoiets vergt een geïnformeerde analyse en debat over de na te streven eindtoestand en de wegen ernaartoe. Zouden we ons in het Westen en in Kiev dus best niet eens opnieuw buigen over haalbare doelen en uitkomsten op het slagveld, en niet wedijveren met onrealistische stellingnames, zoals de ‘volledige Oekraïense overwinning’? In een oorlog zijn het met name niet alleen de doelstellingen die richting geven aan de gevechten, maar zijn het ook de feiten op het slagveld zelf die de doelen bepalen.
Het beleid baseren op de verwachting van een onwaarschijnlijke Oekraïense triomf in plaats van op de reële mogelijkheid dat Rusland het grootste deel van de Donbas zou kunnen veroveren, is onverstandig en gevaarlijk. Omdat dit het slechtste scenario voor een verlenging van de oorlog en meer slachtoffers dichterbij brengt.
Het is moeilijker om vrede te sluiten dan om oorlog te voeren, stelde de Pruisische generaal Clausewitz. Om nadien aan te geven dat ieder akkoord wel start met een realistische inschatting van wat nog op het slagveld kan gebeuren. Aan de hand hiervan moeten vervolgens de beoogde eindtoestand en de paden ernaartoe bepaald worden. Zou dit geen goed startpunt zijn voor ons beleid, in het bijzonder als we hiermee kunnen voorkomen dat Rusland nog een vijfde ‘België’ verovert in Oekraïne?