StandpuntBart Eeckhout
Ook als alles gunstig blijft verlopen, zal de Belg geen gevoel van zekerheid overhouden aan het optreden van zijn overheid
Bart Eeckhout is hoofdredacteur van De Morgen.
Bestaat er dan toch zoiets als een stereotiepe ‘Belgische’ bestuurscultuur, waarbij een beetje je best doen volstaat? Een mens zou het gaan geloven nu de Nationale Veiligheidsraad haar nieuwe exitregels heeft voorgesteld.
Mogen we weer gaan kussen, luidde de eerste, prettig praktische vraag uit de perszaal bij de briefing. Het antwoord van premier Sophie Wilmès (MR) was veelzeggend: liever niet, maar we gaan het niet verbieden.
De kus-richtlijn is uiteraard niet meer dan een detail in een veel groter geheel. Maar de dubbelzinnigheid is wel illustratief voor de koers die gevaren wordt. De regels zijn ingewikkeld maar voor een kleine overtreding wordt een oogje dichtgeknepen. Zoals onvergunde koterijen eigenlijk illegaal zijn, maar toch getolereerd worden als ze niet te groot zijn.
De weg naar versoepeling lijkt zo alweer een, jawel, typisch Belgisch compromis. Twee tegengestelde boodschappen worden al de hele tijd verzoend in een lastige communicatieve tango.
Ook nu weer. Meer dan ooit, aldus de premier, zou een beroep gedaan worden op ons ‘gezond verstand’. Tegelijk schijnt de overheid dat beoordelingsvermogen van de burger zelf niet echt te vertrouwen. En dus wordt tezelfdertijd toch weer een regel afgekondigd voor sociaal contact die, als je hem consequent volgt, enkel tot verwarring kan leiden. Maar geen zorgen, want een beetje zondigen mag.
Er valt wel een reden te bedenken waarom de regels juist in België altijd een tikje complexer en ondoorgrondelijker zijn: de cijfers. De besmettingscijfers zijn, in vergelijking met buurlanden, altijd wat hoger en verontrustender gebleven. Dus dienden extra remmen ingebouwd te worden. Dat verklaart waarom er juist hier met contactbubbels wordt gewerkt die tot absurde rekensommen leiden. Of waarom juist hier de schoolopening met een hindernissenparcours vergezeld gaat dat fluks weer wordt afgeschaft als het praktisch te lastig wordt.
Voor de burger, voor u en mij, is de boodschap wel verwarrend. De ene keer wordt er op ons volwassen gezond verstand geappelleerd, de volgende keer moeten we als kleine kinderen op onze vingers natellen of we nog niet te veel vrienden ontmoet hebben. Dat vreet aan de motivatie om je burgerplicht te vervullen.
Erger dan de onzekerheid is rechtsonzekerheid. In de rechtbanken stapelen de bergen onbetaalde coronaboetes zich op. Dat bezorgt rechters niet alleen handenvol werk, de wetgeving is zo omfloerst dat een uitweg zonder sanctie snel gevonden is. Ook dat frustreert de burgerzin.
Vorige versoepelingen hebben nog geen zichtbare impact op de besmettingscurve. Dat geeft hoop op een zo normaal mogelijke zomer. Maar ook als alles gunstig blijft verlopen, zal de Belg geen gevoel van geruststelling en zekerheid overhouden aan het optreden van zijn overheid.