Donderdag 08/06/2023
Frederik De Backer. Beeld dm
Frederik De Backer.Beeld dm

ColumnFrederik De Backer

Ooit was ze naast me wakker geworden met de vraag of ik wist dat ik leek op Grote Smurf

Frederik De Backer is columnist.

Frederik De Backer

Ze had hem zo mooi gevonden dat ze moeite had gehad hem te blijven aankijken, zei ze over de vriend met wie ik even voordien nog over mijn hekel aan schrijven had zitten praten, en dat ze dat nog nooit had gehad, al wist ik best dat ze ook bij minstens twee andere vrienden begint te duizelen. Ik zei dat ik dat snapte. Dat ik dat al twintig jaar hoor van vrouwen, nooit met mij als oorzaak van hun gezwijmel, en dat een mens niet alles kan kunnen. Zeker ik niet.

We stapten in dezelfde cadans, maar snoven in een andere. Ik bood haar mijn jas aan, de dunne zwarte vod die ik meer voor de vorm dan tegen de kou draag, omdat een man van mijn leeftijd er niet meer als een puber uitziet wanneer hij zoiets over zijn hoodie heen draagt, hoogstens als een clochard. Maar wat maakte het nog uit, ze had nooit moeite gehad mij aan te kijken.

Ze gaf me gelijk over de gitarist van de band van daarnet en had het niet erg gevonden dat we als dieven in de nacht waren verdwenen omdat ik niet door een zee van tweehonderd lichamen wilde waden om er vijftig te omhelzen, keer op keer variërend op hetzelfde lulpraatje, niet wetend welke houding me te geven wanneer er weer een zijn wang tegen mijn gezicht duwde. Steek hier misschien over, zei ik en keek links en rechts de leegte in.

Raar hoe je zo’n eenling kan zijn en tegelijk al die jaren een en dezelfde persoon verslag uitbrengen van de minste rimpeling op het water. Dat jij degene bent onder wiens schouders ze schuilt wanneer nodig, al een derde van haar leven lang, en het misschien ook haar vingers zullen zijn die zich om de jouwe strengelen wanneer ooit alles voorbij is. Hoe de warmte van haar hand de kilte in de jouwe niet meer zal kunnen verjagen.

Laat ze duizelen, waarom zou je het iemand misgunnen?

Ik zette de muts op die ik in mijn zak had meegedragen en hoorde haar zeggen dat ik precies van een vrachtschip kwam gesprongen. Ooit was ze naast me wakker geworden met de vraag of ik wist dat ik leek op Grote Smurf. Ook toen had ik gelachen, natuurlijk had ik gelachen. Het was die oorspronkelijkheid van denken, dat vermogen om me te verrassen, om met één enkel beeld de eeuwige monotonie te doorbreken, dat me zo in haar aantrok. En haar glimlach, de eeuwige blijdschap in haar ogen, waar ook ze de kracht vandaan mocht halen.

Ik zei dat de straten nooit helemaal leeg zijn in de stad, dat ik ’s nachts liever door de velden dwaalde, of langs de Dender, bij voorkeur in de winter en nog meer als het sneeuwde. Het vreemde licht op het water, als er al was, de boten aan de sluis, de vrijstaande boom en het riet, zelfs de brug van Okegem en zo langs Pamel terug. De kou, de loden stilte, en hoe ver dat leek van hier. Ze zweeg.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234