Bijgedachte
O Jef, wat mis ik je
Geert Van Istendael is auteur en gewezen VRT-journalist.
Je zit in restaurant Funkhaus - radiohuis - in Keulen koffie te drinken en je wordt gebeld. Jef Lambrecht is dood. Waar anders zou je het moeten vernemen? Jef was verknocht aan de radio, Jef koesterde uiterst strenge opvattingen over de plicht van de journalist, Jef was...
Maar laat me beginnen bij het begin.
Vijftig jaar geleden zijn we elkaar tegen het lijf gelopen. We raakten ogenblikkelijk bevriend. Een halve eeuw vriendschap dus.
Het gebeurde in Leuven, in een faculteitsbar. Totaal toeval. Wat me opviel, was zijn prachtige Nederlands, toen al. We trokken samen op. Het was de tijd van Leuven Vlaams, maar evenzeer van de humorloze maoïsten en hun rode boekje. Van die gasten moesten we niets hebben en al evenmin van de andere merken communisten. Ze leken ons te zeker van hun stuk. Wij waren eigenlijk nogal anarchistisch. Jef leerde bijvoorbeeld heel wat provo's in Amsterdam kennen. Subversie, dat interesseerde hem.
Je trouwt, je krijgt kinderen, je werkt. We verloren elkaar niet uit het oog. Bleven boeken uitwisselen, bleven ideeën toetsen. En toen begon ons leven vierkant te draaien. Bijna tegelijkertijd. Het was voor ons beiden een donkere periode.
Maar dan: tweede totaal toeval. Om mezelf uit de ellende omhoog te trekken, schreef ik me in voor het journalistenexamen. Dat werd uiteraard afgenomen in de Reyerslaan. Wie was de eerste die ik daar tegen het lijf liep? Jef Lambrecht. Ook hij wilde zichzelf uit zijn ellende omhoogtrekken. We slaagden allebei. Op 1 februari 1978 werden we collega's.
Jef Lambrechts fraaie radiostem herkende je uit honderden. Jef kon in een handomdraai de helderste berichten schrijven, maar aan het eind gaf hij er soms een absurde draai aan. Niemand die hem dat nadeed.
Jef had iets lichts over zich. Zelfspot was een van zijn aantrekkelijkste kanten. Wie hem niet goed kende, kon misschien denken dat hij de zaken niet ernstig opvatte, maar dat klopte niet. Zijn werk als journalist nam hij zéér au sérieux. Hij wist ook verdomd goed wat hij in zijn mars had. Op zijn fabelachtige kennis van het Midden-Oosten, van oudheid tot heden, was hij best trots. En terecht.
Voor hem telde de inhoud, bovenal. Enkele weken voor zijn dood zei hij me: "Wie bij de openbare omroep werkt, is een civil servant, een dienaar van het publiek, en dat is iets heel anders dan een dienaar van de luistercijfers".
Laten wij niet vergeten: zijn luciditeit en vooral zijn rustige manier om tegen de stroom van het conformisme in te gaan.
O Jef, wat mis ik je.