ColumnHans Vandeweghe
O ironie, in het jaar dat Jan Breydel een mythe werd blijkt ook het naar hem genoemde stadion een fata morgana
Hans Vandeweghe is sportjournalist bij De Morgen. Vandaag neemt hij het drama van het Brugse stadiondossier onder de loep.
Over het stadion van Club Brugge levert ChatGPT het volgende af:
“Het is een heet hangijzer. Aan de ene kant is er de lokale overheid en bewoners die zich zorgen maken over de impact van een nieuw stadion op de leefomgeving en (sic) verkeersveiligheid in de stad. Aan de andere kant staan de supporters, die graag een nieuwe en moderne thuishaven willen voor hun team.”
Iets verder heet het: “Bovendien is er bezorgdheid over de impact op de historische en culturele waarden van de stad, die bekendstaat om zijn schilderachtige en unieke architectuur.”
Klinkklare nonsens dus, maar een tweede poging levert dit op:
“Dit betekent dat Brugge voorlopig geen modern stadion heeft. Dit is zeer frustrerend, want een modern stadion zou Brugge een grotere toeristische impuls geven. Daardoor is het voetbalteam van Brugge niet in staat om te concurreren met andere plaatselijke voetbalclubs.” (Onzin, en voor alle duidelijkheid: hier is 2 dollarcent voor betaald, al heb ik tot 23 mei 18 dollar gratis.)
Inmiddels bestaat het vermoeden dat ze bij Club Brugge een abonnement hebben op ChatGPT om hun persberichten over het stadiondossier te schrijven. En, nog pijnlijker, dat sommige collega-voetbaljournalisten van dezelfde artificiële intelligentie (quod non) gebruikmaken om hun mening te vormen over iets dat hun voetbalverstand ver overstijgt.
Lees ook
Slordig parkeerplan nekt vergunning: nieuw stadion Club Brugge zal niet voor dit jaar zijn
Een beetje burgerverstand zou in dezen helpen. Dat het Brugse stadiondossier nu al zestien jaar aansleept is terug te voeren op de grootheidswaanzin van Bart Verhaeghe, aanvankelijk bekend als Bart De Bouwer, maar de laatste jaren ook als Bart NoPlace. Het begon allemaal met zijn al snel afgeschoten plannen van 2006 om in de Brugse rand in overstromings- en natuurgebied een stadion, een winkelcentrum en een parking voor 9.000 auto’s te voorzien.
Nadien zijn andere sites om andere redenen ook mislukt. Curieuze vaststelling: Verhaeghe slaagt er niet in om ook maar één van zijn ambitieuze plannen aan de goegemeente te verkopen. Niet in Vilvoorde met zijn megaproject Uplace en later omgedoopt tot Broeklin (altijd weer die megalomanie), niet in Brugge met zijn stadion. Met Broeklin is overigens minder mis dan met het stadion van Club Brugge, maar dat stadion zal er eerder staan dan het winkelcentrum.
Let wel: Club Brugge verdient een nieuw stadion, alleen is de plek uiterst slecht gekozen. Alles begon met een historische blunder uit 1973 om daar een stadion te voorzien en vervolgens de grondbezitters en boeren te paaien met herbestemming van hun omliggende gronden naar bouwgronden.
Dat is niet de schuld van Verhaeghe maar van het stadsbestuur. Zo breidde een stadion van 18.000 zitplaatsen (1993) uit naar 30.000 en werd het in die dertig jaar helemaal ingebed in woonwijken. Die 30.000 moeten nu 40.000 worden en het hele bouwsel wordt minimaal de helft groter.
De plaatselijke én de nationale politiek weten maar al te goed dat een verdubbeling van de originele stadioncapaciteit in Sint-Andries complete waanzin is, maar heeft niet de moed om de honderdduizend fans van blauw-zwart een jaar voor de verkiezingen op de zenuwen te werken.
De plannen zijn evenwel door de Raad voor Vergunningsbetwistingen afgeschoten omdat niet genoeg parking is voorzien op de site zelf (dat kan daar alleen nog onder de grond en dat is gruwelijk duur) en omdat de impact van de mobiliteitsproblematiek op de leefomgeving is onderschat.
Beide problemen lijken onoplosbaar. Club Brugge haalt zijn fans van over heel Vlaanderen en negen op de tien komen op wedstrijddagen per auto. Vervolgens parkeren ze waar ze maar kunnen in de omliggende straten.
Protesterende buren worden nimby’s genoemd. Een terechte geuzennaam, want dat nieuwe stadion schuift zo ver op dat het langs de kant van die ene straat echt in de achtertuin zal staan. Daarnaast vrezen de omwonenden het aanzuigeffect van een nieuw stadion en de druk is nu al gigantisch. Die begint bij alle vormen van hinder op wedstrijddagen voor omwonenden, over onbereikbaarheid voor hulpdiensten, tot dokters uit de erg wijde omgeving (tot de overkant van de Gistelsesteenweg) die op wedstrijddagen niet van wacht mogen zijn in hun kliniek want nooit zeker dat ze er op tijd geraken.
O ironie, in het jaar dat Jan Breydel werd ontmaskerd als een mythe en genegeerd in Het verhaal van Vlaanderen blijkt zowaar ook het naar hem genoemde stadion een fata morgana. De realiteit is hard, maar het is niet anders: een stadion van 40.000 toeschouwers in Sint-Andries is waanzin. Economisch omdat er alleen maar mag worden gevoetbald en planologisch. Toch zal het er komen, omdat in Vlaanderen alles te koop is en voetbal hier alles mag.