Mei '68
Niet mei ’68, maar november ’89 zou centraal moeten staan voor wie wil begrijpen wat er aan de hand is vandaag
Geert Buelens is hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Utrecht en de auteur van het net verschenen boek De jaren zestig. Een cultuurgeschiedenis (Ambo/Anthos).
We zijn het eens over de erfenis van mei ’68, aldus Joachim Pohlmann in zijn laatste column (DM 30/3), en de vraag is alleen hoe deze erfenis te investeren. Een opmerkelijke uitspraak, want nog maar een week eerder beweerde de woordvoerder van Bart De Wever in een interview iets geheel anders. De erfenis van ’68 kon, volgens Pohlmann, het best worden afgelezen aan het opportunisme van politici die geen enkel principe kennen en eerst links waren en tien jaar later plots rechts.
Even dacht ik dat hij het over N-VA-boegbeeld Siegfried Bracke had, maar hij bleek Donald Trump te bedoelen. Er is ’68 de afgelopen jaren veel ten laste gelegd – en lang niet altijd ten onrechte – maar dat een door en door racistische creatuur als Trump “de ultieme erfgenaam” van de door emancipatoire idealen voortgestuwde protestbeweging zou zijn, slaat natuurlijk alles.
Inzake politiek opportunisme en hypocrisie hoeft Pohlmanns partij overigens van niemand lessen te krijgen. Want wie nodigde de N-VA uit om een videoboodschap uit te spreken op de Leuvense bijeenkomst, waar ze vijftig jaar ’68 en ‘Leuven Vlaams’ zou gedenken? De Nederlandse politicus Thierry Baudet, die de vermaledijde Trump een groot leider noemde (“niet alleen voor Amerika maar voor het hele Westen”) en die zich tijdens de Republikeinse Conventie, die Trump tot kandidaat kroonde, gewillig liet fotograferen met andere geharde racisten, onder wie de akelig amorele Milo Yiannopoulos. Die had net in die weken een volstrekt grondeloze haatcampagne tegen de zwarte actrice Leslie Jones aangewakkerd, waarna hem de toegang tot Twitter werd ontzegd.
Eigenbelang
De rest van Pohlmanns beschouwing verdient diepere beschouwing. Dat, zoals hij stelt, het onvermogen om het “eigenbelang ondergeschikt te maken aan iets dat onszelf overstijgt” tot de grote kwalen van onze tijd behoort, daar valt veel voor te zeggen. De vraag is alleen of ’68 daar veel mee te maken heeft. De ecologische beweging – de belangrijkste cultuurkritische en politieke stroming die uit ’68 voortkwam – is precies gebaseerd op het besef dat ongebreideld eigenbelang de toekomst van de hele planeet in gevaar brengt.
Bovendien waarschuwden grote culturele voorgangers van ’68 als de cineasten Antonioni, Bergman en Godard in hun meesterwerken uit de jaren 60 doorlopend voor de gevolgen van het individualisme. Het losmaken uit traditionele machtsstructuren speelde hier een rol, maar ingrijpender was het sinds die jaren snel oprukkende consumentisme. En dat heeft de afgelopen decennia een nog veel grotere vlucht genomen. Terwijl Pohlmann en zijn bentgenoten de ene cultuuroorlog na de andere opstoken, zijn burgers (studenten, bejaarden, patiënten, kiezers…) op steeds meer maatschappelijke gebieden tot consumenten gereduceerd.
Het gemeenschapsgevoel dat De Wever en Pohlmann terecht zo centraal stellen, wordt dag na dag kapotgemaakt. Niet door Paul Goossens of de artsen van Geneeskunde voor het Volk, maar door het volslagen losgeslagen vrijemarktdenken en de onmachtige politici die vandaag aan de macht zijn.
November '89
Niet mei ’68, maar november ’89 zou centraal moeten staan in analyses die proberen te begrijpen wat er aan de hand is vandaag. Na de val van de Muur werden systematisch alle grendels die het kapitaal aan banden legden losgemaakt. Het “identitair nihilisme”, dat De Wever in de schoenen van de politieke erfgenamen van ’68 probeert te schuiven, wordt vandaag door niemand beter beleden dan door de grote multinationals. Ze betalen nauwelijks belasting, voelen geen enkele band met de bevolking van de plekken waar ze zich vestigen en worden door De Wever en co. geen strobreed in de weg gelegd.
En zo komen we dan toch weer in 1968 terecht. De maoïstische studenten die dachten dat het heil uit het Oosten zou komen, dwaalden vanzelfsprekend. Maar dat het kapitalisme behalve veel welvaart ook tot maatschappelijke versplintering zou leiden, dat hadden ze perfect gezien. Als Pohlmann en De Wever de “erfenis van ’68” goed willen investeren, zullen ze daar toch eens over moeten nadenken.