BijgedachteAnnick Joossen
Niemand zag er gekweld uit omdat hij of zij per ongeluk het plekje van een vergeten veertiger had ‘ingepikt’
Sitecoördinator Annick Joossen was dinsdagavond een van de 538 gelukkigen die door een foutje last minute een vaccin kregen in Antwerpen.
Al weken zorgt De Nakende Vaccinatie voor nervositeit onder mezelf en mijn vrienden. Wanneer zou het aan ons, de dertigers, zijn? Kwestie van niks aan het toeval over te laten, had ik mezelf al op de QVax-lijst gezet toen ze nog volop bezig waren met het inenten van de 80-plussers. Ik had voor de zekerheid ook alle beschikbare tijdslots aangeduid, voor die prik zou ik wel alles laten vallen.
Maandag had ik die beschikbaarheden nog eens extra bevestigd. Dinsdagnamiddag ging het er op de redactie nog over, dat het nu wel écht bijna aan ons zou zijn. En dinsdagavond om 21.17 uur was daar hét bericht. “Goed nieuws Annick Joossen, er is een vaccin beschikbaar!” Dat uitroepteken stond er echt, kwestie van de urgentie extra te benadrukken.
Het was dan ook dringend. Ik had tot 21.37 uur om mijn afspraak te bevestigen, tussen 21.50 en 22 uur moest ik me aanmelden aan Spoor Oost of anders ging het vloeibare goud naar iemand anders. Hell no.
Gelukkig had ik net dinsdag uitgekozen als eerste terugkeermoment naar de redactie in hartje Antwerpen in ruim een half jaar. Gelukkig was ik met de auto in plaats van met de trein. En gelukkig had mijn wederhelft, die af en toe in het vaccinatiecentrum werkt, me al eens uitgelegd hoe ik juist moest rijden, want van pure consternatie was ik aan het proberen om Spoor Oost in te geven als straat in mijn gps.
Aan het vaccinatiedorp werd ik plots overvallen door een festivalgevoel. Vlaggetjes! Grote witte tenten! Dranghekken! De muziek die uit de boxen schalde, was dan wel niet van het soort dat ik doorgaans opzet, maar op dat moment zou ik zelfs ‘Leef!’ van André Hazes meegebruld hebben. Nu ik er aan terugdenk, er speelde wel een Nederlandstalig nummer over zonneschijn en regenbogen. Of misschien leek dat maar zo, omdat ik zo blij was.
Achter mij stroomde de tent vol, met allemaal glunderende leeftijdsgenoten. Niemand zag er gekweld uit omdat hij of zij per ongeluk het plekje van een vergeten veertiger had ‘ingepikt’. Een mens mag al eens chance hebben, toch? Een jonge vrouw vertelde hoe ze het bericht kreeg terwijl ze met een collega uit eten was. En hoe ze meteen de rekening had gevraagd en haar collega als taxi had ingezet.
De coördinator van dienst deelde mee dat de aanwezige vrijwilligers overuren gingen maken, en dat enkelen van hen daarom nog eerst even hun prik mochten krijgen. Ze werden onder luid applaus naar de eerste rij begeleid. Er stonden een paar brandweerkorpsen gespierd te wezen, vrolijke vrienden die kort voordien wellicht samen op café hadden gezeten en koppels die hun reis al planden. Er was een olijke steward die me ontving alsof ik royalty was, waarop ik dan maar een zwierig buiginkje maakte. Het was feest, we hadden chance.