OpinieHannes Cools
Nee, artificiële intelligentie en ChatGPT vormen geen terminatorachtige bedreiging
Hannes Cools is postdoctoraal onderzoeker aan het AI, Media, and Democracy Lab aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is gastprofessor aan de KU Leuven.
Het discours rond de ‘slimme’ tekstgenerator ChatGPT en bij uitbreiding artificiële intelligentie wordt veel te utopisch of dystopisch omschreven. Of we zullen nooit meer moeten werken óf we zullen onze job verliezen. Het narratief over ChatGPT moet worden bijgesteld.
Het is niet voor het eerst dat een opkomende technologie als ChatGPT zich in een ‘hype’ bevindt. In de jaren negentig werd de computer aangezien als revolutionair, een kopie van de mens die onze taken moeiteloos zou overnemen. Uit eigen onderzoek is gebleken dat de berichtgeving in kranten rond artificiële intelligentie de afgelopen decennia overwegend meer positief dan negatief was. Over de jaren heen heeft de technologie af en toe bovenmatige media-aandacht gekregen, waardoor artificiële intelligentie vaak belangrijker is gebleken dan ze in werkelijkheid is.
ChatGPT lijkt ook nu op een piëdestal geplaatst te worden, artificiële intelligentie zou zijn ‘iPhone-moment’ beleven. Leerkrachten panikeren omdat studenten er hun huiswerk mee zouden maken, copywriters en journalisten vrezen dat het hun schrijven zal overnemen. De grote woorden worden niet geschuwd en de angst slaat mensen om het hart.
Een tool als ChatGPT betekent niet dat menselijk geproduceerde kennis gaat verdwijnen. Het betekent dat we kennis op nieuwe manieren moeten testen en evalueren. Natuurlijk zullen we nog zelf onze teksten schrijven, maar we zullen ChatGPT vaker gebruiken als een slijper om het potlood dat we in onze hand houden verder aan te scherpen. Niet zozeer een kopie van ons, maar een hulpstuk, een verlengde van de mens.
Feilbare technologie
De term ‘artificiële intelligentie' bestaat sinds 1956 en heeft sindsdien verschillende definities gekend en diverse ontwikkelingen doorgemaakt. Vandaag kent de technologie steeds meer een opmars. Die opmars gaat gepaard met doorbraken in technieken die al decennia bekend waren. ChatGPT is een van de nieuwste toepassingen van die technieken, getraind met meer data en meer geavanceerde technologie. Toch blijft het vooral een systeem dat feitelijke en foutieve informatie niet uit elkaar kan houden. Daarnaast heeft het problemen om onze vragen in een correcte context te plaatsen en heeft het moeite met creativiteit.
Het narratief rond artificiële intelligentie en ChatGPT moet daarom worden bijgesteld, zodat we dergelijke technologieën beter in vraag kunnen stellen.
Ten eerste kunnen we dat doen door op een kritische manier de positivistische of negativistische bubbel rond artificiële intelligentie en ChatGPT te doorprikken. We kunnen onze geletterdheid verhogen rond dergelijke technologieën door teksten en boeken te lezen van bigtechcritici. Denk maar aan Cathy O’Neil, Shoshana Zuboff of Google-klokkenluidster Timnit Gebru. Deze schrijfsters hameren erop dat technologie ons niet gaat redden, laat staan onze job zal afnemen. Technologie is een extra laagje en in het geval van ChatGPT een hulpstuk om onze teksten te verbeteren. Het wiel wordt hier dus allerminst heruitgevonden, zeggen ze.
Ten tweede moeten onze overheden kritisch kijken naar de bedrijven die artificiële intelligentie ontwikkelen. Zo kunnen we de technologie die schuilgaat achter pakweg ChatGPT beter tegen het licht houden. De industrie waar artificiële intelligentie wordt ontwikkeld, is een van de minst gereguleerde industrieën van het moment. Op Europees niveau wordt er inderdaad naarstig gewerkt aan regulering om dergelijke technologieën op een adequate manier te evalueren. Hopelijk kan deze zogenoemde AI-act een vuist maken tegen artificiële intelligentie en kan hij ervoor zorgen dat technologieën die in strijd zijn met onze waarden verbannen worden. Denk aan gezichtsherkenningssoftware of volautomatische killerdrones.
Kat-en-muisspel
Technologiebedrijven creëren vaak problemen en bieden er vervolgens graag oplossingen voor. OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT, heeft in dezen alleen maar te winnen bij een goed werkende tekstgenerator. Het hoeft daarom niet te verbazen als OpenAI ergens in de nabije toekomst een betaalde dienst aanbiedt om gegenereerde teksten op te sporen. Tegelijk is er op dit moment al een kat-en-muisspel aan de gang om gratis tools te ontwikkelen die de geschreven teksten van ChatGPT kunnen opsporen.
Artificiële intelligentie en ChatGPT zijn onze levens binnengedrongen en zullen er niet meer uit verdwijnen. Toch zijn het verre van utopische toverformules of vormen ze een dystopische, terminatorachtige bedreiging. Nee, ze zijn hulpmiddelen die ook fouten maken, vooringenomenheid bevatten en onze privacy kunnen aantasten.
De komende jaren beloven cruciaal te worden in hoe we de nieuwe en meer geavanceerde vormen van artificiële intelligentie gaan evalueren. Het is daarom tijd om door kritisch denken en proportionele regulering het narratief over artificiële intelligentie en ChatGPT grondig bij te stellen.