OpinieJan De Volder
Na het migrantendrama voor de kust: een pleidooi voor meer gecontroleerde migratie
Jan De Volder is titularis van de Cusanus Leerstoel ‘Religie, Conflict en Vrede’ aan de KU Leuven en woordvoerder van Sant’Egidio.
Minstens 27 mensen zijn woensdag verdronken voor de kust van Calais, in hun poging om Engeland te bereiken. Onder hen een zwangere vrouw en drie kinderen. Ze voegen zich bij de velen die al hun leven verloren zijn in het Kanaal. Zoals de zestien maand oude Artin, wiens lichaam deze zomer werd gevonden voor de kust van Noorwegen. Deze mensen zijn gestorven aan hoop: de hoop eindelijk een plek te vinden waar ze kunnen thuiskomen, de hoop eindelijk een nieuw leven te kunnen opbouwen.
Het is een menselijke tragedie. Maar niets is sterker dan de hoop. Geen muur, geen prikkeldraad, geen gevaar zal mensen tegenhouden die leven op hoop. Zoveel gevaren hebben ze al overwonnen: in de woestijn, in Libië of elders, op de Middellandse Zee, op hun doortocht in Europa. Zo gemakkelijk laten ze zich niet afschrikken, zeker niet wanneer ze eindelijk vanaf de Opaalkust Engeland met het blote oog kunnen waarnemen.
Tegenover dit drama was de politieke reactie even stereotiep als voorspelbaar: Britten, Fransen en Belgen roepen op om meer samen te werken om de mensensmokkelaars aan te pakken. Tegelijkertijd proberen ze de ‘last’ en de verantwoordelijkheid op elkaar af te wentelen. Natuurlijk moeten gewetenloze criminelen die hier een lucratieve business in zien, worden aangepakt. Maar minstens evenzeer moet je opmerken dat hier van kortzichtigheid sprake is.
Ten eerste omdat de service van de smokkelaars aan een reële vraag beantwoordt. Hun klanten hebben er veel voor veil naar het Verenigd Koninkrijk te gaan terwijl alle normale manieren om daar te geraken deskundig zijn afgesloten. Wie voor de enen een mensensmokkelaar is, is voor de anderen gewoon een reisagent.
Ten tweede omdat veel van die mensen er wel degelijk geraken: dit jaar zouden al meer dan 25.000 migranten de oversteek gewaagd hebben, van wie 16.000 met succes. Het mag dan een verraderlijke zee zijn en een drukbevaren route, die migranten nemen wel degelijk een berekend risico. Het is zeker niet altijd ‘valse hoop’ die hen drijft.
En ten derde omdat Groot-Brittannië die migranten wel degelijk nodig heeft: mede door hun brexit vinden ze amper nog arbeidskrachten die met vrachtwagens willen rijden en rekken vullen. Groot-Brittannië heeft bovendien een economie die in niet geringe mate drijft op werkkrachten zonder geldig verblijf. Het Verenigd Koninkrijk heeft een systeem in het leven geroepen waarin je gemakkelijker kan overleven zonder papieren. Dat werkt als een magneet. Met de Britse houding is dus een stevige dosis hypocrisie gemoeid.
Maar ook de Europese politiek inzake migratie is heilloos. Ze is er hoofdzakelijk op gericht om de migranten nog meer af te schrikken, hen het leven nog moeilijker te maken, hen als afschrikking te gebruiken om anderen te ontraden de oversteek te wagen. Kijk maar naar het drama in de grensgebieden van de Europese Unie: van Wit-Rusland tot Bosnië en Lesbos. De grenzen zijn opgetrokken van prikkeldraad, hekken, camera’s, warmtezoekers. Lange tijd is ‘Fort Europa’ een slogan geweest, inmiddels is het een hardvochtige realiteit.
Nochtans is migratie een structureel gegeven en dat zal het in de voorzienbare toekomst ook blijven. De druk zal niet verminderen, hoe hoog je de hindernissen ook maakt. Daarvoor zijn de sociale, economische en demografische onevenwichten in een geglobaliseerde wereld gewoon te groot.
Het is zaak dat de Europese landen een pragmatischer en humaner beleid ontwikkelen. Wij pleiten voor hervestigingsprogramma’s en humanitaire corridors waarmee Europa zijn fair share van kwetsbare vluchtelingen kan opvangen. Zo kunnen diegenen die recht hebben op internationale bescherming veilig en legaal naar Europa komen, en bij hun integratie worden begeleid. Daarnaast is er ook meer nood aan creativiteit voor arbeidsmigratie, ook voor laaggeschoolden. Kandidaten moeten een faire kans krijgen om een aanvraag te kunnen doen om in Europa te komen werken.
Laat ons ook de kop niet in het zand steken: we hebben nu eenmaal jonge werkkrachten nodig. Dat moet gecontingenteerd en gereglementeerd verlopen. Wie nu een dergelijke aanvraag doet in een Europees consulaat – als hij daar al toegang toe krijgt – heeft nu amper kans een visum te krijgen. Legale systemen van arbeidsmigratie worden in het beste geval een circulaire migratie. Daarvoor moeten ook in de landen van herkomst de levensomstandigheden verbeteren. Dat gebeurt ook zeer effectief door migranten die hun familie in hun land van herkomst financieel ondersteunen met wat ze hier verdienen.
Eenvoudige oplossingen bestaan niet voor deze complexe problematiek. Maar het kan zeker menselijker en beter. We staan hier allen, beleidsmakers en burgers, voor een historische verantwoordelijkheid. Over afzienbare tijd maakt men films over de heroïsche tocht en de verhalen van die transmigranten die zalen vol zullen ontroeren. En we zullen ons beschaamd afvragen wat ons gedreven heeft om die moedige mensen zo slecht te behandelen.