ColumnMark Coenen
Mocht Neil Young nog kunnen stijgen in mijn achting, dan was het bij dezen gebeurd
Mark Coenen is columnist.
“Ik sta elke dag op en laat de oude man niet binnen.” Zo verklaart Clint Eastwood, een oude man van 91, zijn jaloersmakende lust for life op hoge leeftijd. Clint begon net aan een nieuwe film.
Nancy Pelosi, die vergeleken met Clint op haar 81ste nog bijna piep genoemd mag worden, gaat voor een nieuw mandaat als leider van de Democraten in het Huis van Afgevaardigden, waar ze al 56 jaar aan een stuk in zetelt. Wie wil weten hoe men een deel van het politieke meubilair wordt, belle Nancy.
Wie al sinds 1967 deel is van mijn muzikale meubilair is, is Neil Young: de zingende zaag met zijn snerpende zwarte Gibson die hij liefhebbend Old Black noemt, raust op zijn 76ste nog steeds luidruchtig door het leven, onvermoeibaar met liedjes en standpunten strooiend. De Canadees werd pas in de zomer van 2020 Amerikaans staatsburger, niet alleen omdat hij al 54 jaar in dat land woonde, maar eigenlijk vooral om tegen Donald Trump te kunnen stemmen in de presidentsverkiezingen. Twee vliegen in één klap.
Young haalde deze week de pers met zijn oekaze tegen Spotify, de mammoetgelijke muziekdienst die ervoor zorgt dat de meeste muzikanten tegenwoordig armlastig zijn omdat het bedrijf een schijntje van een fractie van een aalmoes betaalt voor het gebruik van zowat alle songs uit alle repertoires uit de hele wereld.
Omdat Spotify ook podcasts van de hatelijke, rechtse oetlul Joe Rogan host wil Young dat het bedrijf een keuze maakt: “They can have Rogan or Young, not both.” Zolang Spotify de giftige misinformatie over vaccins uitzendt die Rogan en consorten dagelijks uitspuwen, krijgt het bedrijf geen plaatjes meer.
Het was voor de wappies en de flappies en de fluffies gefundendes Fressen om weer maar eens te klagen over de censuur die de linksdragende treurwilg hier zogenaamd toepaste.
Ook Jordan Peterson, het opperhoofd van de op tragische wijze in de mist van hun eigen hoofd verloren gelopen originele denkers, deed hem op Twitter een duit in die leeglopende zak.
Het gaat niet over censuur maar over iemand die niet wil dat zijn werk naast dat van een malloot komt liggen in de etalage van een onoverzichtelijk winkelcentrum waar hij niets aan verdient.
Dat doet hij wel met zijn eigen netwerk, neilyoungarchives.com, waar je tegen betaling van 1,5 euro per maand ’s mans muziek de klok rond kan afspelen, tot de buren over het lawaai komen klagen en je vrouw vervolgens van pure ellende met de buurman wegloopt.
Voor het geld moet Young het trouwens niet meer doen: hij verkocht onlangs de helft van zijn muziekcatalogus aan een Brits investeringsfonds voor een niet kleinzerige 120 miljoen euro. Zijn demarche is dus niet alleen principieel, maar ook commercieel. Twee vliegen in één klap.
Mocht hij nog kunnen stijgen in mijn achting, dan was het bij dezen gebeurd.