OpinieLieven Buysse
Met Boris Johnson valt geen land te besturen
Lieven Buysse is hoogleraar Engelse taalkunde en Britse cultuur aan de KU Leuven Campus Brussel.
Het einde van Boris Johnsons premierschap is al zo vaak voorspeld dat zelfs de gokminnende Britten er nog nauwelijks op durven in te zetten. Nochtans lijkt na het ontslag van enkele topministers een kantelpunt nabij.
De afgelopen dagen werd duidelijk dat Johnson zijn partijgenoot Chris Fincher lang de hand boven het hoofd had gehouden, tot de man zelf ontslag nam. Hij had andermaal stomdronken zijn handen niet thuis gehouden. De zaak is tekenend voor Johnsons bestuursstijl: wie dicht bij hem staat, heeft weinig te vrezen. Als het toch fout loopt, stuurt hij dagenlang hondstrouwe ministers naar media-interviews, die staalhard ontkennen. Pas als hij echt in het nauw gedreven wordt, stapt Johnson zelf naar voren, verontschuldigt zich en herhaalt de mantra dat hij zich nu moet richten op zijn beleid. Het klinkt steeds holler.
Zelfs zijn ministers van Financiën en Volksgezondheid kiezen nu eieren voor hun geld. Zeker voor die eerste is de timing bijzonder, want woensdag zou hij een grote belastingverlaging aankondigen – een groots moment voor een Conservatieve financiënminister. De ontslagnemende ministers beseffen dat hun carrière ernstig gehypothekeerd wordt als ze nog langer met deze premier geassocieerd worden. Voor hen is het wellicht te laat: wie Johnson zo lang is blijven steunen, vertrekt nu uit lijfsbehoud en niet uit morele overwegingen.
Zwakste schakel
In hun plaats benoemde de eerste minister nog duidelijker jaknikkers, wat weinig hoop geeft voor een koersverandering. De snelheid waarmee Johnson hen aanstelde, is kenmerkend voor zijn vechtlust en hardnekkigheid. Hij stuurt een signaal uit dat hij gewoon aanblijft en zich niet uit het lood laat slaan door een tegenslag.
Dat was ook – nog maar eens – de teneur van het vragenuurtje in het Lagerhuis woensdagmiddag: let’s get on with the job! Maar komt hij nog ooit aan regeren toe als hij van crisis naar crisis hobbelt en als zo veel van zijn partijgenoten openlijk hun vertrouwen in hem opzeggen? Wellicht hoopt hij dat de belastingverlaging de aandacht wat zou kunnen afleiden en dat de zomer rust zal brengen.
Op de Daily Express na keren de Britse kranten zich unisono tegen Johnson. Beter dan welke opiniepoll ook voelen zij de publieke opinie aan. Deze premier is nu de zwakste schakel in zijn partij. Met hem winnen de Conservatieven geen verkiezingen meer en moeten steeds meer parlementsleden voor hun zitje vrezen. De gezichten langs zijn eigen zijde van het Lagerhuis spraken dan ook boekdelen: het vertrouwen in de premier verdampt met de minuut.
Pek en veren
Johnson zal niet uit eigen beweging vertrekken, en dus wordt het tijd voor zijn partijgenoten om de pek en veren boven te halen. Oppositiepartij Labour wil verkiezingen, maar een interne leiderschapswissel maakt meer kans, want de Tory’s gaan hun enorme meerderheid niet zomaar opgeven.
Er is steeds meer animo om Johnson een koekje van eigen deeg te geven door het partijreglement te veranderen om een nieuwe vertrouwensstemming tegen hem mogelijk te maken. Zijn partijleiding zal hem alsnog diets willen maken dat zo’n stemming wel degelijk op til is en dat hij die niet zal overleven. Maar de kans is groot dat Johnson het beeld zal willen cultiveren van de onbegrepen leider die strijdend ten onder ging.
Voor de Conservatieven biedt de zomer hoe dan ook een uitgelezen kans voor leiderschapsverkiezingen, waarna een nieuwe premier in het najaar een doorstart kan maken. Ze zouden er het land, en hun partij, een grote dienst mee bewijzen, want met deze premier valt geen land te besturen.
Lees ook
‘Een nieuwe vertrouwensstemming zal Boris Johnson niet overleven. Hier kan hij niet van terugkomen’