ColumnJulie Cafmeyer
Mensen willen elkaar aanraken – laat je niets anders wijsmaken
Julie Cafmeyer is columnist.
De persfotografe denkt in eerste instantie dat twee vreemden elkaar in het openbaar beminnen. Ze voelt zich uitgeput; het slopende proces van Amber Heard en Johnny Depp heeft haar zintuiglijk vermogen aangetast. Pas als ze een tweede keer kijkt, ziet ze dat Johnny en Amber elkaar begeren in het donkere steegje. Amber kust zijn halslijn, Johnny krijst, vraagt om meer. Amber gaat rustig te werk, teder. Hij zou krijgen wat hij van haar wilde, maar in haar tempo.
De persfotografe neemt haar fototoestel, trekt in het geheim een foto waarop Amber aan het oor van Johnny likt. Het voelt als een opluchting om Johnny en Amber te zien kussen. Ze had het gedurende de hele rechtszaak gevoeld, ondanks de woede en de haat: een seksuele spanning. ‘Bespring elkaar toch gewoon’, had ze bijna hardop geschreeuwd toen ze Johnny en Amber mistroostig en ellendig in de rechtszaal zag zitten. ‘Neem elkaar, tot niets meer van je woede overblijft!’
Op de tweede foto zit Johnny op zijn knieën, kust haar intieme zone. Er sijpelt vocht langs haar benen dat een groenig licht geeft. De mond van Johnny vangt het vocht op.
Het hart van de persfotografe, een jonge vrouw van 35, klopt sneller. Dit zijn misschien de belangrijkste beelden die ze ooit zal schieten. Ze denkt aan een verhaal dat haar moeder haar na de jarenlange vechtscheiding had verteld. Nadat haar ouders de scheidingspapieren hadden getekend bij de notaris, rookten ze een sigaret op de stoep. Ze glimlachten weer naar elkaar, alsof het doek van een slecht toneelstuk eindelijk was gevallen. Haar moeder legde haar hand op de pols van haar vader en zei: “Zullen we een hotelkamer boeken?” Haar kersverse ex-man vond het goed.
Mensen willen elkaar aanraken – laat je niets anders wijsmaken, dat is het enige wat ze echt van elkaar willen. Iedereen wil uiteindelijk gestreeld worden. Onder de scheldpartijen zit een trilling, een erotische lading. Ex-geliefden denken dat ze elkaar haten, maar ze houden van elkaar, zo veel dat het onuitstaanbaar is.
Op de derde foto staat Johnny in zijn bloot bovenlijf, Amber krabt zachtjes over zijn ruggengraat. Ze praten met elkaar, onverstaanbaar. Na haar jarenlange carrière in de persfotografie heeft ze leren liplezen. Amber zegt: “Laat deze hel voorbij zijn, Johnny.” Johnny zegt: “We kunnen niet meer terug, liefje, dat is de tragedie. Het enige wat we hebben is deze stinkende steeg achter de rechtbank.”
De persfotografe komt thuis, ontwikkelt de drie foto’s in zwart-wit op levensgroot formaat. Ze zal de foto’s nooit publiceren. Dit is haar geheim, het bewijs dat ze nodig had. Ze hangt de foto’s boven haar bed, kijkt naar Johnny en Amber die elkaar strelen, voelt zich getroost.
Altijd zal er de ontlading zijn.