De gedachteBart Eeckhout
Mattias Desmet is lang niet de enige hoogleraar die in de aula betwistbare, achterhaalde of zelfs aantoonbaar onjuiste ideeën verkondigt
Bart Eeckhout is hoofdcommentator.
De uitgever van De psychologie van totalitarisme zal zich in de handen wrijven. Controverse is nog altijd de beste reclame voor een boek, en die ophef is er nu de Universiteit Gent beslist heeft dat professor Mattias Desmet dit werkstuk van zijn hand niet meer als handboek aan zijn studenten mag opsolferen.
Een uitstekende beslissing van de universiteit. Ze komt geen dag te vroeg, te oordelen naar de zeer lange waslijst fouten, verdraaiingen en onwaarheden die collega’s signaleerden, onder meer maar zeker niet alleen over vaccinatie en de coronacrisis. Dat wil niet zeggen dat De psychologie van totalitarisme verboden wordt, zoals professor Desmet ook alweer foutief beweert. Integendeel. Het boek was al een hitje in het internationale en pluralistische netwerk van antivaxcomplottisten en zal door de aandacht wellicht een ruimer publiek bereiken. Dat weze de professor van harte gegund. Het is niet omdat een boek slecht is dat we het moeten verbieden. Anders kunnen we wel bezig blijven.
Dat de universiteit een werkstuk niet geschikt acht als handboek, is evenwel volstrekt normaal. Een universiteit heeft nu eenmaal de plicht om de best mogelijke opleiding aan haar studenten aan te bieden. Gevoeliger ligt de beslissing om ook de lesopdracht van professor Desmet in te perken. Dat is een heikele kwestie omdat ze raakt aan de academische vrijheid.
Lees ook
Treedt de UGent juist op tegen Mattias Desmet? ‘Sancties fnuiken academische vrijheid’
Op de keper beschouwd zou je kunnen stellen dat het universiteitsbestuur het ook hier bij het rechte eind heeft. De academische vrijheid is het recht van een wetenschapper om alle mogelijke ideeën of hypotheses te mogen onderzoeken, ook de ongemakkelijke, ongerijmde of ophefmakende. Een fundamenteel principe omdat alleen uit de botsing van ideeën en dus uit tegenspraak vooruitgang kan komen. Maar een integer wetenschapper moet ook bereid zijn zijn eigen overtuigingen kritisch tegen het licht te houden en fouten te corrigeren. De universiteit heeft geoordeeld dat die bereidheid bij Desmet onvoldoende groot is.
Voor de studenten van het vak cultuur- en maatschappijkritiek is dit educatieve winst. Zij zullen voortaan op basis van een bredere basis van ideeën een kritische overtuiging kunnen vormen. Toch wringt er wat. Mattias Desmet is lang niet de enige hoogleraar die in de aula betwistbare, achterhaalde of zelfs aantoonbaar onjuiste ideeën verkondigt. De academische wereld is traditioneel tolerant voor die wetenschappelijke spookrijders, om toch maar niet de indruk te wekken dat een professor de mond wordt gesnoerd omwille van zijn ideeën.
De strenge beoordeling van Desmet is dus de uitzondering. Het risico bestaat nu dat een universiteit haar eigen objectiviteit zal willen bewijzen door van die uitzonderlijke, scherpe aflijning van academische vrijheid de nieuwe regel te maken. Dan mogen nog meer hoogleraren voor hun lesopdracht vrezen en komt de academische vrijheid toch in gevaar. Dat de UGent van Mattias Desmet een ‘martelaar’ voor zijn eigen volgers heeft gemaakt, is minder riskant dan dat ze van hem een precedent heeft gemaakt.