ZomercolumnFleur Pierets
Mannelijke sekswerkers: mensen die vaak bekeken maar zelden écht gezien worden
Fleur Pierets is kunstenaar en schrijver. Deze week verzorgt zij de zomercolumn.
In Totaliteit en oneindigheid schrijft de Franse filosoof Emmanuel Levinas dat ‘het niet jij is die de wereld een plaats geeft, maar het is de Ander die jou een plaats geeft’. En pas als een ander je aankijkt en een beroep op je doet, word ik een ‘ik’, een iemand. De ander als voorwaarde voor je bestaan dus.
Mensen die vaak bekeken maar zelden écht gezien worden, zijn sekswerkers. Twee jaar geleden zag ik op het Antwerp Queer Arts-festival echter een tentoonstelling die me tot de dag van vandaag is bijgebleven. Het festival vroeg aan mannelijke en transgender sekswerkers om te fotograferen wat hen opviel. Plaatsen, activiteiten, handelingen die voor hen belangrijk waren in hun leven. My life, my zoom, my shot, my point of view… My me werd een boeiende foto-expositie waarbij de toeschouwer een blik wordt gegund in zowel de private als de professionele leefwereld van die sekswerkers, een leefwereld van mensen waar zelden naar geluisterd wordt, en die voor velen onzichtbaar en onbekend terrein is.
De fototentoonstelling kwam tot stand in samenwerking met Boysproject, een organisatie die een veilige haven biedt en deze groep tracht te ondersteunen door hen te begeleiden op basis van vier pijlers: straathoekwerk – waarbij de hulpverleners ook zelf de straat op gaan voor een tocht langs plaatsen waar sekswerk wordt uitgevoerd, een ‘drop- inn’, individuele begeleiding en gezondheidspreventie.
Mannen die seks hebben met mannen en daarvoor betaald worden, zijn maatschappelijk amper aanvaard terwijl er best wel een grote groep mannen en jongens het werk doen. “Door de taboes rond sekswerk krijgt de eigenwaarde van mannelijke prostitués soms een flinke deuk”, vertelt een begeleider bij Boysproject. Naast hun vier pijlers werken ze daarom ook mee aan kunstprojecten zoals …My me wat het gevoel van zichtbaarheid aanzienlijk verhoogd. Ook Magaly Rodriguez Garcia (Ecuadoraans historicus en docent aan de KUL) en Gregory Frateur (frontman van Dez Mona) waren onder de indruk van de expo en delen het peterschap van Boysproject. Voor Gregory gaat het er vooral over een stem te zijn voor een minderheid die schuilgaat binnen een gemarginaliseerde minderheid. Er is maatschappelijk amper aandacht voor de eigenheid en de rechten van mannelijke sekswerkers. De schaduw van de schaduw, om het met zijn eigen woorden te zeggen.
Wat me ontroerde aan de beelden in de expo is dat iemand die normaal bekeken wordt, toont waar hij zelf naar kijkt. Schoppend tegen de schenen van Levinas, nemen de fotografen de blik van de Ander in handen en eisen ze daarmee hun recht op om als volwaardig gezien te worden… Er waren foto’s bij van lege straten, van een bed met gekreukte lakens, maar ook van een paar blinkende zilveren schoenen. En een beeld vanuit een wagen, met onderaan een deel van het stuur en een lange snelweg waarvan we geen idee hebben waar hij de fotograaf heen brengt.