OpinieCelia Groothedde
Kwaliteitsvolle kinderopvang is niet de afwezigheid van schandalen
Celia Groothedde is namens Groen Vlaams parlementslid voor Brussel.
Een onderzoek door Het Laatste Nieuws bracht ontluisterende wantoestanden in de kinderopvang aan het licht. Onontdekte breuken, kindjes die in de kou staan als straf, huilende baby’s zonder troost: schokkende verhalen.
Dit soort schandalen duikt om de paar jaar op. Er wordt dan over bestraffing gepraat en handhaving. Het is meestal een zeldzaam moment om kwaliteit in de kinderopvang te bespreken - dat is straf. Kwaliteit en liefdevolle, responsieve opvang is immers essentieel in kinderopvang, maar vaak gaat het alleen over plaatstekort. Alsof kinderopvang alleen babystockage is terwijl ouders werken. Wat met tijd en pedagogie? Werk dat liefde vooropzet en één-op-één-aandacht, cruciaal voor de ontwikkeling van het kind?
Zeker moet er krachtdadig worden ingegrepen bij kindermishandeling, en met snelle opvolging. Maar bestraffen alleen zorgt niet voor goede opvang. Structureler vragen zijn: hoe voorkomen we dit? Hoe verzorgen we kwalitatieve opvang in de Vlaamse gemeenschap? Daar liggen oplossingen voor de hand. De Vlaamse regering heeft troeven in handen, en kan dit soort wantoestanden helpen te voorkomen.
Valt warme zorg dan in normen te vatten? Ten dele wel.
Een: via opleiding en omkadering. Twee: door mensen überhaupt info, ruimte, tijd, zin en passie daarvoor te geven. En natuurlijk door genoeg mensen naar deze waanzinnig interessante, belangrijke sector te leiden. Schieten we op die structurele punten niet te kort - zowel tegenover kinderen als tegenover kindbegeleiders?
Ten eerste: plaats en ruimte. Nu moeten Vlaamse kindbegeleiders jongleren met baby’s. Hoewel het decreet hun werk leefbaarder wilde maken, zorgen ze voor 8 à 9 kindjes op hun eentje. Stelt u zich dat dagelijks voor. Hoe warm en liefdevol blijft u? Hoezeer verhoogt de stress - bekende risicofactor als het om kindermishandeling gaat?
Het risico verhoogt, maar ook de kwaliteit lijdt. Met zulke normen wordt eten geen genot, oogcontact en brabbeltjes, maar een kind zo snel en vlot mogelijk vast laten eten. Slapen moet op commando en vanzelf. Hoeveel tijd blijft er over voor leermomenten, als elke dag een race is?
Onder harde normen lijden dus baby’s en begeleiders. Eén kindje minder per persoon als norm, zou al meer ademruimte geven. Want begeleiders wìllen liefdevolle zorg wel geven en vinden dit ook frustrerend.
Ten tweede moet je als kindbegeleider weten wat goede zorg is. Daar botsen we op opleiding en omkadering. In Vlaanderen is er een enorm tekort aan kindbegeleiders. Overal in de zorg zoekt men mensen en kinderopvang spant de kroon. Je kan dan twee pistes kiezen als overheid. Òf normen verlagen, òf kinderopvang opwaarderen. Bij opwaarderen geeft je mensen in kinderopvang een behoorlijk diploma, krijgt het beroep degelijke pedagogische omkadering, daardoor ook standing. Dat verdient de sector ook. Tijdens de eerste 2 jaar ontwikkelt een kindje harder dan ooit later. Organisaties zoals Unicef en de WHO zeggen dat elke euro geïnvesteerd in die periode zich het meest terugverdient van het hele leven.
De piste van opwaarderen heeft mijn voorkeur. Ten eerste menselijk en inhoudelijk: mensen verdienen een goed statuut, een fijne opleiding en onderbouwd besef waarom hun job zo belangrijk en complex is. Kindjes en ouders verdienen goede zorg van mensen die weten waarmee ze bezig zijn. Maar deze piste zorgt er, straf genoeg, ook voor dat er genoeg kindbegeleiders zijn in de toekomst. Want wat zien we in landen die de race to the bottom kiezen? Minder eisen aan kindbegeleiders, een lager gewaardeerd beroep. Als knelpuntberoep worden er mensen heen geleid die in het beste geval een passie ontdekken, in het slechtste geval deze job, die bij uitstek roeping en hart vereist, als “een” job zien of hem tegen hun zin doen. Wil een ouder dat voor zijn kind?
Voorlopig lijkt de Vlaamse regering helaas eerder te panikeren en de normen te verlagen. De uitstekende opleiding “Bachelor van het Jonge kind”, speciaal opgericht in Gent, Antwerpen en Brussel, ziet zijn mensen nauwelijks naar de kinderopvang toegeleid - ze zijn immers te duur - maar richting, pakweg, kleuteronderwijs of jeugdhulp. Omkadering wordt door een aantal organisaties heel goed verzorgd, andere beknibbelen erop. En nu er eindelijk metingen zijn van kinderopvangkwaliteit in Vlaanderen (oa met het instrument MemoQ), lonkt de Vlaamse regering nu naar “tevredenheidsenquêtes”. Terwijl zulke enquêtes notoir onbetrouwbaar zijn voor kinderopvang. Ouders zien immers niet wat er misgaat, behalve als en wanneer het veel te laat is.
Natuurlijk is handhaving dus belangrijk bij kindermishandeling, hetzij binnen of buiten Kind en Gezin. Maar ons doel hoort niet “de afwezigheid van schandalen” te zijn. Wel kinderopvang die hoogkwalitatief is en goed ondersteund. Daar heeft de Vlaamse regering werk, en ook een mentaliteitswijziging nodig. De sector kinderopvang zelf vraagt nochtans niet liever.