OpinieRoger Housen
‘‘Kremlin esse delendum’ lijkt me niet echt een goed idee’: Roger Housen over de oorlog in Oekraïne
Roger Housen is kolonel buiten dienst en defensiespecialist.
‘Ceterum censeo Carthaginem esse delendam” – “Overigens ben ik van mening dat Carthago moet worden vernietigd”. De Romeinse senator Cato rondde er iedere toespraak mee af: de stad Carthago, de grote vijand van Rome, moest met de grond gelijkgemaakt worden, en dat geschiedde ook in 146 voor Christus.
De totale overwinning is al eeuwenlang de finaliteit bij oorlogen: de tegenstrever moet in de pan gehakt worden. Dit bleef zo tot in de 20ste eeuw. President Roosevelt had het in 1942 bijvoorbeeld over het “compleet vernietigen van het militarisme” van Duitsland en Japan. Zelfs nog in 2003 sprak George W. Bush over “de overwinning in Irak”. De realiteit op het terrein bleek achteraf gezien echter een stuk stroperiger dan het voornemen.
De overwinning! Doorheen de geschiedenis heeft dit woord een verleidelijke bijklank gehad voor machthebbers. Ook nu nog. Er zijn heel wat westerse leiders die het hebben over het helpen van Oekraïne om “te winnen en Rusland te verzwakken” (VS-defensieminister Austin), “Rusland uit Oekraïne te verjagen” (de Britse premier Liz Truss) en “Oekraïne moet de oorlog winnen” (de Estse premier Kallas). In hun ideale wereld willen ze een ‘Kremlin esse delendum’.
In moderne oorlogen is een dergelijke triomf echter een steeds moeilijker te bereiken doel geworden. Het geciteerde Irak is hier een goed voorbeeld van, maar ook de recente oorlogen in Libanon en Afghanistan tonen aan dat de overwinning alsmaar meer illusoir wordt.
Geen eenduidige doelstellingen
Afghanistan is ook nog om andere redenen een interessant ijkpunt. Alhoewel op het eerste gezicht twee compleet verschillende oorlogen, zijn er toch heel wat overeenkomsten tussen Afghanistan en Oekraïne. Ooit was Afghanistan, althans in vergelijking met Irak, de ‘goede oorlog’; de goede oorlog van vandaag is Oekraïne. In beide oorlogen wilden en willen we kernwaarden van onze democratieën verdedigen. Verder werd de oorlog in Afghanistan voor ons een proxyoorlog, waarvan de last in toenemende mate gedragen werd door de Afghaanse veiligheidstroepen. Niet ten onrechte ziet Poetin Oekraïne als een proxyoorlog met het Westen.
Het Westen had in Afghanistan geen eenduidige doelstellingen, noch een heldere gewenste end state; het heeft die evenmin in Oekraïne. Sommigen, althans privé, zouden graag onderhandelen op basis van de huidige frontlijnen, anderen dringen aan op het herstel van de grens zoals die was op 24 februari en enkelen fantaseren over het terugwinnen van de Krim door Oekraïne.
Voorlopig kunnen deze doelstellingen naast elkaar bestaan, net zoals stabilisatieoperaties en terrorismebestrijding dat bijna twintig jaar lang in Afghanistan hebben gedaan. Op een gegeven moment zullen de partijen in de oorlog in Oekraïne echter moeten kiezen, zoals ook de westerse coalitie in Afghanistan moest kiezen: vanaf 2012 liet zij elk duidelijk idee van overwinning varen en verloor daardoor. De taliban deden dat niet – en zij wonnen.
Dat keuzemoment zal komen wanneer Oekraïne de oorlog uitbreidt naar wat Rusland nu als zijn eigen grondgebied beschouwt. En dan hebben we het niet over de randen van de vier onlangs geannexeerde regio’s, maar wel over de landcorridor in het zuiden op de oostoever van de Dnjepr en langsheen de Zee van Azov, over de Krim en over de kerngebieden van de Donbas. Dit vormen de échte rode lijnen voor Poetin. Bij hun overschrijding zal hij gewis escaleren en de oorlog verder doen uitdijen buiten het Oekraïense grondgebied, onder meer met aanslagen op de kritieke infrastructuur van Europa.
Dé vraag is dan: hoe gaan wij reageren op deze escalatie? Gaan we dan zelf ook de escalatiespiraal mee op gang trekken met bijkomende, moderne wapensystemen zoals westerse tanks en vliegtuigen voor Kiev? En gaan we dan ook extra ‘adviseurs’, wapenspecialisten en instructeurs zenden? Ook hier is er een mogelijke analogie met Obama’s massale militaire opbouw in 2009 om de taliban te verslaan.
Hybride oorlog
Het Westen is duidelijk over aan wiens kant het staat, net zoals het helder was over wie in Afghanistan de vijand was. Maar met betrokkenheid komt de verantwoordelijkheid om bewust te zijn van de gevolgen van tweede en derde orde van onze aanpak. Te veel Afghanen hebben geleden omdat zij hun verwachtingen opbouwden rond beloften die wij uiteindelijk niet nakwamen. Wanneer de economische oorlog van Poetin ons nog meer pijn gaat doen, de Russische hybride oorlog ook bij ons écht voelbaar wordt en de strijd op het slagveld tijdens de winter evolueert tot een stellingenoorlog, zou Oekraïne bij ons wel eens minder prioritair kunnen worden. Net zoals Afghanistan na enkele jaren uit onze aandacht verdween.
Onwil of terughoudendheid om terug te kijken naar wat er in Afghanistan verkeerd liep, dreigt ertoe te leiden dat dezelfde fouten in Oekraïne herhaald worden. In tegenstelling tot toen kunnen we ons echter geen tweede dergelijk fiasco, maar nu voor onze deur met exponentieel ergere gevolgen, veroorloven. ‘Kremlin esse delendum’ lijkt me dan ook niet echt een goed idee, ook niet na de barbaarse beschietingen van Oekraïense steden de voorbije dagen.
Lees ook
Terwijl iedereen naar het noorden en zuiden kijkt, openen de Oekraïners mogelijk een derde front centraal
‘We hadden lijf-aan-lijfgevechten verwacht, maar de Russen hebben het op een lopen gezet’: deze Belg vecht mee in Oekraïne