Donderdag 08/06/2023

EssayJonathan Holslag

Jonathan Holslag: ‘India is onstuitbaar (als het zijn fanatisme onder controle houdt)’

null Beeld Wouter Maeckelberghe - Atul Loke/NYT
Beeld Wouter Maeckelberghe - Atul Loke/NYT

Jonathan Holslag doceert aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is de auteur van Van muur tot muur: de wereldpolitiek sinds 1989. Vierwekelijks schrijft hij een essay voor De Morgen. ‘We mogen met India niet de fout maken die we met China maakten.’

Jonathan Holslag

“Niets kan groots zijn zonder dichterlijkheid,” fluistert Shri Ram Kirpalu Sharma, “en wij willen vandaag groot zijn zonder de poëzie van onze Indiase beschaving te begrijpen.” Soms, heel soms, overkomt het je, dat moment waarop je plots deel uitmaakt van een gebeurtenis die dieper gaat dan de zintuigelijke wervelwind die een reis vaak is. Het overkwam me deze keer in de Indiase stad Jaipur, nadat ik me ongepland urenlang had vergaapt aan de meest verfijnde mythische miniaturen van goden, dieren en mensen. Krishna, Brahma, Vishnu… door artiesten eeuwen geleden tot leven gewekt in kleur zoals dat alleen in India kan.

Mijn gids was getroffen door de wijze waarop die rolprent van cultuur mij getroffen had. Ze trok me bij het buitenwandelen mee naar een hoekje. Daar monsterden drie mannen handschriften. Hymnes, drie eeuwen oud. Tederheid, meer dan voorzichtigheid, kenmerkte de wijze waarop Shri Sharma de fragiele folio’s tussen de vingers nam. Dankzij de gids geraakten we aan de praat. Of ik ooit de heilige geschriften gelezen had? Tot zijn plezier bevestigde ik dat: de Mahabharata, de epische oorlog tussen de Kaurava’s en de Pandava’s, een verhaal ook over het eeuwige gevecht ook tussen hoogmoed en zelfbeheersing.

Hij is de negentig voorbij, de oude schriftgeleerde. Aangezien ik geen woord Sanskriet lees, liet hij een ander vouwboek voor me halen. De ene zijde bevatte verzen in Sanskriet, de andere een Engelse vertaling, sierlijk neergeschreven in gouden inkt. Het was stil in het museum en de stad herademde na het kleurenfestival, Holi, de dag waarop India één grote verfbom lijkt. Aangezien ik tijdens de reis zicht wilde krijgen op de politieke toestand, kon ik niet anders dan peilen wat het hindoenationalisme voor hem betekende, een vraag waarop ik het antwoord als volgt probeer te vertalen: “Wortels reiken diep, takken reiken hoog, mensen die als losse bladeren zijn, wervelen weerloos in de wind.”

Saffraan

Waar gaat het naartoe met India? Bedrijven vestigen hun hoop op het land als nieuwe groeimotor. 1,4 miljard inwoners en een uitdijende middenklasse: weinigen kunnen eraan weerstaan. Maar de vrees bestaat ook dat India dezelfde kant opgaat als China, dat het zijn markt slechts selectief opent om nationalistische doelen na te streven, dat zijn democratie plaats zal maken voor autoritarisme en dat de belofte van inclusief nationalisme van stichters als Mahatma Gandhi en Jawaharlal Nehru zal worden ingeruild voor een haatdragend hindoeïsme: saffranisering.

Het hindoenationalisme is de hoeksteen van het premierschap van Narendra Modi, verkozen in 2014. Zijn partij, de BJP, belooft de hindoemeerderheid een staat waarin die religie centraal staat, maar ook een staat waarin de BJP zelf centraal staat. Democratische machtspolitiek gaat er hard aan toe. Dat is in India niet anders. Maar de wijze waarop de huidige eerste minister zijn tegenstanders uit de weg ruimt, zorgt ervoor dat de schrik er bij veel gesprekspartners goed inzit en dat ze zelden openlijk kritiek durven geven. “Het is van de jaren zeventig geleden dat India zo’n machtige leider had,” stelde een professor aan de Jawaharlal Nehru Universiteit, “de situatie vandaag lijkt het meest op de noodtoestand van 1975".

Onder meer de BBC mocht de greep van Modi onlangs hardhandig ondervinden. Na een kritische documentaire doorzochten ambtenaren de kantoren van de omroep. De belangrijkste politieke tegenstander, Rahul Gandhi, werd uit het parlement weggezuiverd en tot twee jaar gevangenis veroordeeld, omdat hij de premier beledigd zou hebben. Indiase ondernemers zijn bezorgd. Veel grote bedrijfsleiders die ik in de marge van enkele vergaderingen sprak, vonden het positief dat deze regering meer middelen vrijmaakt voor infrastructuur, maar waren unaniem in hun oordeel dat de harde politiek van Modi buitenlandse investeerders afschrikt. Een Europese diplomaat drukte het zo uit: “We mogen met India niet de fout maken die we met China maakten: dat we ons economisch binden aan een land dat de verkeerde kant opgaat.”

Incidenten

Modi zelf blaast warm en koud. Aan de ene kant benadrukt hij het belang van eenheid, maar aan de andere kant gaan partijleden voluit in het aanwakkeren van het hindoenationalistische vuur. Daar is niet veel voor nodig. Religieuze minderheden zijn een gemakkelijke prooi en tientallen miljoenen mannen zien in fanatisme een uitgelezen kans om hun kleine, verpauperde bestaan even te overstijgen. Vaak leidt dat tot kleinschalige incidenten: moslimboeren die worden geïntimideerd, gemengde koppeltjes die worden belaagd en lynchpartijen tegen eenieder die de voorschriften van het hindoeïsme zou schenden.

Het is onmogelijk om vat te krijgen op de omvang van dat religieus geweld, maar zeker is dat het zich verbreidt. Dat blijkt ook als ik aankom in Udaipur. In het historische centrum aan de oevers van het Picholameer was het slalommen tussen de wegversperringen. Politiemannen met stokken en aftandse machinegeweren trokken overal de wacht op. De taxichauffeur legde uit dat de stad op haar hoede was nadat twee moslims vorig jaar een hindoeïstische kapper de keel hadden overgesneden, omdat die de profeet zou hebben beledigd.

Het gist en broeit in de sloppenwijken van Udaipur en andere steden. Incidenten als deze bevestigen het beeld van een hindoenatie die in een staat van beleg verkeert. Aan de ene kant zijn er de moslims, die aangestuurd door aartsvijand Pakistan, terreuraanslagen plegen. Daarom, zo vervolgt de redenering, moet de islamisering worden gestopt. Aan de andere kant zijn er de grootmachten die India zijn plaats als dominante speler hebben ontnomen. En het gaat ver, zelfs de Taj Mahal, gebouwd door de islamitische Mogoldynastie, zou, als het van de hindoe-extremisten afhing, het liefst van al achter een scherm van oranje plaatstaal worden verborgen. In de scholen worden zaken als kritisch denken afgedaan als een erfenis van westerse kolonisatie.

Schoolstrijd

De strijd om de scholen gaat hard in India. Het nieuwe onderwijsbeleid, de National Education Policy (NEP), verklaart vooral in te willen zetten op meer praktische vaardigheden en het herstel van de Indiase cultuur. In de praktijk komt het beleid neer op meer privatisering en decentralisering. Lokale overheden krijgen een belangrijke zeg. Politici spreken over de dekolonisatie van het curriculum, maar die de-kolonisatie blijkt vooral een re-conquista door hindoenationalisten. Lokale overheden krijgen een belangrijkere invloed en die overheden worden gedomineerd door hindoes. “En wat is er mis met saffraan?”, merkte de vicepresident op.

In Jaipur woedt de schoolstrijd in alle hevigheid. De heersende Congrespartij probeert er de invloed van de RSS (Rashtriya Swayamsevak Sangh, de hindoenationalistische moederorganisatie van Modi’s BJP, red.) op handboeken en schoolbesturen aan banden te leggen. Meer Mahatma Gandhi en Jawaharlal Nehru, minder Modi. In Jaipur sprak ik erover met Ajay, een student in de lerarenopleiding en zoon van mijn immer tegemoetkomende taxichauffeur, Sunil. Ajay maakt zich vooral zorgen over de betaalbaarheid van het onderwijs. “De overheid zegt dekoloniseren, maar het gaat vaak om privatiseren. De politiek is er snel bij om propaganda te verkopen, maar niet om er centen in te stoppen.”

Toen ik hem vroeg hoe hij keek naar de saffranisering was hij stellig: “Je kunt het hier zo gek niet verzinnen. Activisten willen alles in het onderwijs oranje maken. Letterlijk. Ze delen oranje fietsen uit. Ouderraden schilderen klaslokalen oranje. Ook aan de universiteiten neemt de druk toe. De studentenbeweging van de RSS wordt steeds groter. Ze demonstreren en hijsen hun oranje vlaggen bovenop de gebouwen. Er is geen houden aan. Lange tijd maakten wij ons zorgen over de Koranscholen, maar dit gaat even ver.”

Verdeeld

Het hindoenationalisme van Modi verteert en verdeelt het land. Modi blijft populair en hij boekte enkele resultaten. Er wordt eindelijk gewerkt aan betere wegen en meer betrouwbare energievoorziening. De digitalisering van het geldverkeer en van de administratie is ronduit indrukwekkend. Alles kan in India via de telefoon en zelfs de kleinste aankopen worden vandaag digitaal betaald.

Maar de economische groei blijft bescheiden in vergelijking met pakweg Vietnam en Bangladesh. Het vertrouwen van de Indiërs in de economie en hun overheid is erg wisselvallig. De kans bestaat vooral dat India belandt in een maalstroom waarbij fanatisme buitenlandse investeerders ontmoedigt en het gebrek aan economische vooruitgang het fanatisme versterkt. Ik verliet India, net zoals bij mijn bezoek enkele jaren geleden, met gemengde gevoelens en met een gedachte die ik de vorige keer ook noteerde: onstuitbaar als het zijn fanatisme onder controle houdt.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234