StandpuntAnn De Boeck
Je hoeft geen wappie te zijn om de boosheid over de coronamaatregelen te begrijpen
Ann De Boeck is journalist bij De Morgen.
Terwijl zondag duizenden betogers door de straten van Brussel liepen, waarschuwt het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse OCAD dat de weerstand tegen de coronamaatregelen in ons land zorgwekkende proporties begint aan te nemen. Niet de dreiging van rechtse of islamitische extremisten vormen op dit moment de grootste zorg, wel “het opgehitste en gepolariseerde klimaat” rond de coronaregels. De emoties lopen zodanig op dat geweld geen uitzondering meer is.
Het zijn niet alleen viruswappies die het OCAD zorgen baren. De betogers in Brussel vormen een divers amalgaam van hooggeschoolde intellectuelen, bezorgde ouders en hardcore complotdenkers. Allemaal hebben ze één ding gemeen: ze voelen zich teleurgesteld, onzeker en de speelbal van een overheid die al even wispelturig is als het virus.
Dat je geen extremist moet zijn om die boosheid te begrijpen, zie je ook bij infectiologe Erika Vlieghe. In een openhartig interview met deze krant vraagt de voorzitter van de GEMS-expertengroep zich af of het allemaal nog wel zin heeft, die adviezen aan de politiek. Ze is gefrustreerd dat de adviezen telkens opnieuw belachelijk worden gemaakt en in de wind worden geslagen. Als er opnieuw een Overlegcomité komt, zegt ze, weet ze niet of ze nog een nieuw advies gaat schrijven. Alles is al zoveel keer gezegd.
Veel frustraties zijn te wijten aan het schouwspel in de Wetstraat. Alleen al de opeenvolging van drie inderhaast samengeroepen Overlegcomités in drie weken tijd heeft het beeld gevoed dat de politiek achter de feiten aanholt. Telkens gaat zo’n overleg gepaard met veel theater, gekibbel en een compromis dat de bal compleet misslaat. Neem nu de sluiting van de scholen binnen twee weken. Welke zin heeft het om dan te blussen als het huis vandaag in brand staat?
De vele alarmkreten moeten iedere democraat zorgen baren. Ze wijzen op een diepe vertrouwenscrisis in de samenleving. Dan kunnen politici naar elkaar beginnen te wijzen omdat de andere niet streng genoeg is, zoals Vooruit-voorzitter Conner Rousseau naar onderwijsminister Ben Weyts (N-VA). Of net te streng, zoals Bart De Wever (N-VA) naar Frank Vandenbroucke (Vooruit). Maar ze moeten ook stilaan beseffen dat ze met die kakofonie de algehele afkeer tegen de overheid versterken.
Motivatiepsycholoog Maarten Vansteenkiste (UGent) ziet alvast een cruciale eerste stap om het vertrouwen weer op te bouwen. De politiek moet een heldere coronabarometer uitwerken. Een schakelplan dat aangeeft hoe ernstig de situatie op een bepaald moment is en vanaf wanneer er bepaalde maatregelen kunnen worden gelost of moeten worden aangescherpt. Zo’n plan creëert voorspelbaarheid en controle, en dus ook rust.
De barometer werd vorig jaar uitgewerkt en dan weer afgevoerd, vooral omdat politici zich bedreigd voelden in hun autonomie. Nu ligt hij opnieuw op tafel. Laat ons hopen dat ze dit keer hun lesje hebben geleerd.