ColumnAnn De Craemer
Is het niet fijn om bij een vooraanstaand leesclubje te horen?
Elke dinsdag en donderdag schrijft Ann De Craemer over de kleine en grote dingen des levens die haar beroeren.
Een vriend mailde me licht euforisch. Eerst op 20 maart: “De favoriete auteur van Ionica Smeets is Kurt! Vonnegut!”. Twee! Uitroepingstekens! Daarna op 4 april: “De favoriete auteur van Thomas Van der Plaetsen is Kurt! Vonnegut!”. Vier! Uitroepingstekens!
Mijn vriend, die al sinds ik hem ken tureluurs is van de Amerikaanse schrijver, laat nooit na mij te melden welke andere – liefst interessante – wereldburgers ook van Kurt! Vonnegut! houden. Zo is Ionica Smeets wiskundecolumniste in de Nederlandse Volkskrant en Thomas Van der Plaetsen onze Belgische tienkamper. Hij liet vorig weekend in De Morgen weten dat zijn meest geliefde Vonnegut-boek Ontbijt voor kampioenen is.
Ik begrijp mijn turvende vriend heel goed, want is het niet fijn om bij een vooraanstaand leesclubje te horen? Samen met Jean Paul Van Bendegem bijvoorbeeld, of Danira Boukhriss – langharige bollebozen bijeen. Kurt Vonnegut beschouwde zijn romans als een aaneenschakeling van welgemeende grappen. Zijn eigen favoriete grap is deze: een douanier gaat met pensioen en controleert een man die al twintig jaar lang met een kruiwagen vol hooi de grens over steekt. “Ik weet zeker dat je smokkelt”, zegt de douanier, “en ik doorzoek al twintig jaar die stapel hooi maar vind niks. Morgen ga ik met pensioen dus zeg eens, wat smokkel je nu eigenlijk?”
“Kruiwagens”, zegt de man.
De actuele variant gaat over een virus dat al wekenlang allerlei douanes passeert, vermomd in jeansbroeken, T-shirts, rokken en felgekleurde truien. Tot een uitgeputte viroloog dezelfde vraag stelt: “Maar wat smokkel je nu eigenlijk?” “Mensen”, antwoordt het virus. Op 11 april is Kurt Vonnegut 13 jaar dood. Lees hem en glimlach jezelf de crisis uit.