De gebeten hondMark Coenen
In Italië staan er lijfstraffen op het consumeren van het ontbijt aan huis
Mark Coenen gaat op wandel met de week.
“Ik wil truffels eten.”
Iedereen die Jan kent, weet dat Jan een man van weinig woorden is en zelden in volzinnen praat, maar deze boodschap was luid en duidelijk: Jan wilde truffels eten.
Jan is orkestmeester bij het beatcombo De Kreuners en is voor het leven benoemd bij een groep die al 44 jaar bestaat en dit voorjaar en zomer nog minstens 44 concerten geeft, waarna ze er volgend jaar nog minstens 44 bij zullen geven.
De Kreuners zijn zoals de Stones: ze stoppen niet voor ze allemaal dood zijn. En daarna zit er nog zeker een herdenkingstournee met hologrammen in.
Die avond daalden wij af naar Dei Priori, bij ons in het dorp. Het beste restaurant van Le Marche, de streek waar de gitaargod en ik een weekje op retraite waren.
Overdag waren we samen ondergoed van diezelfde Stones gaan kopen — elk een caleçon met daarop de wereldberoemde tong — in Porto San Giorgio, dus de sfeer was, in één woord, voortreffelijk. Net zoals het eten, want in Dei Priori is dat waarlijk voortreffelijk.
Het is een familiezaak waar de tijd stilstaat. Vader Antonio en zoon Andrea doen op gemakkelijke schoenen de zaal, moeder Angelica staat in de keuken en tovert met simpele ingrediënten, die in haar handen uitgroeien tot smaakbommen waarvan zelfs de meest ervaren gourmands, die Peter mogen zeggen tegen Peter Goossens, tranen in de ogen krijgen.
In tegenstelling tot de toprestaurants in Vlaanderen, die steeds minder vaak open zijn omdat ze anders geen personeel vinden om op te dienen, is het in Dei Priori zes dagen op zeven arbeiden geblazen en dat van ’s morgens vroeg.
Bij het restaurant hoort een bar, waar vanaf een uur of zeven de ingezetenen hun cappuccino en mierzoete dolci komen nuttigen, want in Italië staan er lijfstraffen op het consumeren van het ontbijt aan huis. Dat moet in gezelschap, met de tv loeihard in de hoek, waarna de wereldpolitiek wordt doorgenomen.
Wij werden als vorsten ontvangen en aten truffels en een keur aan bijpassende voor- en nagerechten, met de beste wijnen erbij. Toen ik wilde betalen zei Andrea: “Nee, dat moet niet. Wij zijn vrienden en ik wilde je al lang eens trakteren.” Ontroerd en een beetje aangeschoten namen wij afscheid en dronken nog een kleinigheid op het terras, waar de plaatselijke jeugd aan het inpilsen was voor het avondje uit.
Afgelopen zondag kreeg Antonio een grote provinciale onderscheiding voor vijftig jaar Dei Priori. In de krant poseert hij, ernstig maar trots, met de oorkonde.
Auguri, Antonio!