ColumnValerie Trouet
In het zuidwesten van de VS kun je de klimaatverandering ook ruiken
Valerie Trouet is klimaatwetenschapper aan de Universiteit van Arizona (VS) en auteur van Wat bomen ons vertellen. Haar column verschijnt maandelijks.
Sometimes it snows in April, zong Prince. En dat heeft België recent nog mogen ervaren. Sometimes it burns in April is meer gepast voor Arizona, de Amerikaanse staat waar ik woon en waar sinds vorige week de eerste grote bosbrand van het jaar raast. Net ten noorden van Flagstaff, een studentenstadje in het noorden van Arizona en u misschien bekend als uitvalsbasis voor een bezoek aan de Grand Canyon, heeft de Tunnel fire in de voorbije dagen 85 vierkante kilometer bos neergelegd en minstens 30 huizen afgebrand. Meer dan 300 brandweerlieden zijn aan het werk om de brand onder controle te krijgen en honderden inwoners van Flagstaff zijn geëvacueerd naar veiliger oorden.
De Tunnel fire is slechts een van verschillende branden die momenteel door het zuidwesten van de VS razen, voortgedreven door enorm droge lucht en hoge temperaturen en aangewakkerd door hevige windvlagen. Deze regio van de VS is bergachtig – met kerst zijn wij nog gaan skiën in Flagstaff – en zo’n heet en droog weer is ongebruikelijk voor deze tijd van het jaar. Of toch ongebruikelijk in een historische context. Naar de toekomst toe worden branden in april waarschijnlijk eerder het nieuwe normaal. Door de antropogene klimaatopwarming laat de sneeuwval in de herfst langer op zich wachten en smelt hij in de lente vroeger weg, waardoor het droge brandseizoen veel langer duurt. Zelfs tot twaalf maanden lang, het hele jaar door, zoals de Marshall fire in januari in Colorado – zo’n beetje het Zwitserland van de VS – aantoonde. Voeg daar temperaturen bij die door klimaatopwarming ’s nachts niet diep genoeg meer dalen om branden te vertragen of uit te doven en hitte die brandblussen in zware, brandbestendige pakken haast onmogelijk maakt, en je krijgt een perfecte storm aan brandomstandigheden. Een inferno.
Rukwinden
Of ook de hevige rukwinden die zowel bij de huidige branden als bij de Marshall fire in Colorado een cruciale rol speelden, verbonden zijn aan klimaatopwarming, is nog maar de vraag. Dat moeten wij klimaatwetenschappers dringend onderzoeken. Mijn collega’s in New Mexico veronderstellen alvast van wel, zij beweren dat de rukwinden nu veel sterker zijn dan een paar decennia geleden. Ik vind New Mexico – de staat tussen Arizona en Texas – een van de mooiste staten van de VS. Je hoeft maar naar een schilderij van Georgia O’Keefe te kijken om te weten wat ik bedoel. Het is dus niet verwonderlijk dat veel van mijn voormalige collega’s hier aan de Universiteit van Arizona, verschillenden onder hen nota bene brandecologen, na hun pensioen naar het bergachtige noorden van New Mexico zijn verhuisd, om er te genieten van de rust, de landschappen en de relatief koele zomers. En nu dus van bosbranden het hele jaar door.
Zij zijn niet de enigen die zich mispakt hebben aan de razendsnel veranderende realiteit hier in het westen van de VS. In bergstadjes zoals Flagstaff zijn de huizenprijzen sinds het begin van de coronacrisis pijlsnel de hoogte in gegaan, doordat hun charme ontdekt werd door gegoede remote workers uit Los Angeles en San Francisco. Of die charme zal standhouden onder de evacuaties en erbarmelijke luchtkwaliteit die bosbranden met zich meebrengen, is nog maar de vraag. Of verzekeringsmaatschappijen nog polissen zullen afsluiten onder zo’n hoog brandrisico het hele jaar door, is een andere cruciale vraag. Ik heb mijn hart verloren aan het zuidwesten van de VS, maar de acute dreiging van klimaatverandering is hier heel tastbaar. En ruikbaar. Ze ruikt naar brand.