✦ColumnDe gebeten hond
Ik heb al een half miljard keer in- en uitgeademd
Mark Coenen gaat op wandel met de week.
We ronden het jaar af en doen dat sinds mensenheugenis met lijstjes.
Niets is zo handig om een overzicht te krijgen van wat geweest is en van wat nog komen kan.
Overzicht geeft vastigheid en klaarte in de kop. Niets is beter om beginnende neuroses te bedwingen – of te stimuleren, als je overdrijft.
Via Spotify kan je met één muisklik berekenen welke nummers je het meest hebt beluisterd in 2020. Tenminste: dat zegt Spotify, want controleren of het juist is kan niet.
Ons blinde geloof in de algoritmes die ergens op een server in het buitenland staan is groot.
Bij mij is het een ratjetoe vanjewelste: iedereen die mij kent zit bevestigend te knikken, want aan mijn muzieksmaak is, net zoals aan de rest van mijn boeiende persoonlijkheid, kop noch staart te krijgen.
Zelfs een ontroerende, op de Tibetaanse teenfluit gebrachte versie van ‘Yesterday’ van The Beatles kan mij in bepaalde omstandigheden en op het juiste moment zodanig beroeren dat het bovenaan in de lijst geraakt. Dat ik in 2020 het meest naar ‘You Do Something to Me’ van Paul Weller zou geluisterd hebben is een mogelijkheid, maar zeker is het niet.
De meest beluisterde plaat is bij mij altijd de laatste.
De toverkracht van de meetbaarheid is verslavend. Ook de banken weten dat. Zo krijg ik sinds kort via de gsm een overzicht van uitgaven en inkomsten, wat altijd aanzet tot verwondering en zenuwachtig zelfonderzoek.
Waar geeft een mens toch allemaal geld aan uit!
Gebiologeerd staar ik naar de staafdiagrammen die mijn financiële toestand en teloorgang genadeloos in kaart brengen. Gelukkig wordt het voorzichtig geformuleerd.
‘Je gaf in november minder uit met je kaart dan gewoonlijk’: ik slaak een zucht van verlichting, een windhoos gelijk.
Grootste winst blijkt mijn afname in mobiliteit te zijn, te wijten aan de sedentaire dictatuur, te danken aan het virus. Wie het wil weten: ik gaf in totaal maar 3,50 euro uit aan parkeergarages. Gelukkig bewijst mijn polscomputer dat ik dat ruimschoots gecompenseerd heb met wandelen, fietsen en trappen lopen.
Om de zoveel tijd maant dat marteltuig mij aan om op te staan uit mijn luie zetel en de benen te strekken. Slaafs en willoos volg ik de oekazes die oplichten aan mijn pols.
Ik moet van de machine.
“Keuze is een illusie”, zegt mijn oudste zoon die wijs geboren is.
Deze week ontdekte ik dankzij hem de site 4000saturdays.com. Naast vervelende pop-ups en prekerig zelfhulpadvies tegen betaling, beschikt men daar ook over een Life Calculator, die het leven perfect samenvat in cijfers. Van de 4.000 zaterdagen die een mens gemiddeld gegeven zijn in een leven, zijn er bij mij nog 744 over.
Ik heb al een half miljard keer in- en uitgeademd en ben al vijf keer rond de aarde gegaan.
Meer dan 20 jaar lang lag ik in mijn bed.
Daar moest ik even van gaan liggen.