OpinieEwoud Vandepitte en Sander Jacobs
Hoe duurzaam is de UGent nog na volgende week?
Ewoud Vandepitte is onderzoeker klimaatbeweging verbonden aan de UAntwerpen. Sander Jacobs is expert duurzaamheid en coördinerend hoofdauteur IPBES (Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten).
UGent-rector Rik van de Walle moet zich in zijn fairtradekoffie hebben verslikt toen maandag zijn besparingsnota uitlekte. Besparingen zijn natuurlijk nooit gemakkelijk, en zullen altijd wel zorgen voor kritiek. Dat de UGent daarbij focust op kerntaken is een verstandige strategie. Een voorstel zorgt evenwel nu al voor stevige deining: het ontmantelen van de befaamde Green Office. Dit moet een vergissing zijn.
De UGent is een trotse voortrekker qua duurzaamheid. Als eerste Belgische universiteit slaagde ze erin een breed gedragen verduurzaming te realiseren. De Green Office is hierbij de motor voor samenwerking en verandering. Die impact reikt zelfs tot ver buiten de UGent: zeven andere universiteiten en drie hogescholen richtten al gelijkaardige Green Offices op, en nemen duurzame maatregelen over (zoals het door studenten uitgedachte duurzaam reisbeleid). Het is dus met terechte trots dat UGent zich profileert als “een geëngageerde universiteit die van duurzaamheid een universiteitsbrede beleidskeuze maakt”. Deze week nog schonk UGent zowel een leerstoel aan klimaatactiviste Elisabeth Wathuti als een eredoctoraat aan EU-topfunctionaris Frans Timmermans, vanwege zijn rol in het vormgeven van de Europese Green New Deal. De grootste werkgever van Oost-Vlaanderen toont zo dat duurzaamheid wel degelijk een kerntaak is, en wel één waarin ze – dankzij de Green Office – excelleert. Maar waar knelt het schoentje dan?
Is duurzaamheid dan te duur? Volgens de gelekte nota zou er met de budgetverlaging van de Green Office amper 5 procent van de besparing worden gerealiseerd. Maar is dit wel een besparing? De Green Office bracht vorig jaar alleen al 370.000 euro projectsubsidies op (meer dan hun jaarlijkse werkings- en personeelskost), en één van hun projecten (met de onderzoeksgroep bouwfysica) bespaart de UGent jaarlijks ca. 160.000 euro aan water en brandstof. Bovendien werd een significant deel (ca. 1,15 miljoen euro) van de besparingsvoorstellen mee uitgedacht in de Green Office. Is dit een pijnlijke vergissing, of is er dan toch meer aan de hand?
Het zou verbazen mocht de Green Office worden geviseerd omdat ze de status quo kritisch in vraag stelt. UGent is namelijk een trotse vrijhaven voor dwarsliggers, die durven denken en doen. De noodzaak van het transformeren van business as usual erkent intussen trouwens iedereen, van internationale platformen zoals IPBES en IPCC tot zelfs kersvers eredoctorandus Timmermans, die verklaarde dat er “zonder protesterende klimaatstakers geen Europese Green New Deal was geweest”. Zonder mondige Green Office kan er ook geen duurzame universiteit zijn.
Ons vermoeden is dat deze vergissing zal worden rechtgezet. De Green Office onveranderd behouden of – beter zelfs – nog meer ondersteunen is financieel én maatschappelijk de verantwoorde keuze. In amper enkele dagen tijd tekenden tweeduizend studenten, professoren, personeelsleden en alumni al een protestbrief. Afwachten dus wat er gebeurt nu de UGent uitpakt met duurzaamheid op de dies natalis én in dezelfde week hun Green Office zou ontmantelen.