ColumnDe megastad
Hindi, wiskunde en yoga op afstand
Metropolen bieden een groeiend deel van de wereldbevolking onderdak. Hoe houden de mensen het daar leefbaar? Correspondenten doen wekelijks verslag vanuit hun eigen megastad. Deze week: ALETTA ANDRE IN DELHI.
Wanneer ik mijn zoontje voor ik ga slapen nog even een kus geef, draait hij zich al dromend om en mompelt: “Nee… vandaag geen school.”
De dagelijkse veldslag die thuisscholing heet is bij hem inmiddels dus diep het onderbewuste binnengedrongen. Zelf heb ik er ook al meerdere nachtmerries aan gewijd. In een ervan gaf de juf les via een enorm projectiescherm dat de volledige huiskamermuur in beslag nam.
En het einde lijkt nog lang niet in zicht. Terwijl bioscopen opengaan en feestjes met 200 gasten vanaf deze maand weer mogen in Delhi, blijven de scholen voorlopig potdicht. Anders dan in West-Europa, worden juist de jongste kinderen tot de zwakste groepen gerekend. En als het om school gaat, maken leraren en ouders zich enkel zorgen om academische prestaties. Misschien dat de hoogste klassen daarom binnenkort geleidelijk aan beginnen, omdat zij meer begeleiding en faciliteiten als laboratoria nodig hebben.
Maar de kans is groot dat mijn vierjarige de rest van het schooljaar thuiszit. Sociale contacten voor kleuters en de geestelijke gemoedstoestand van ouders zijn geen argumenten in het publieke debat over het al dan niet heropenen van de laagste klassen.
En dus zitten wij elke ochtend om 8 uur achter een tablet voor lessen Engels, Hindi of wiskunde van juf Maya. Naast schriften en geslepen potloden voor het oefenen van letters en cijfers, hebben we een grote bak met gekleurd papier, lijm, wc-rollen, klei en verf paraat. Tussen de ‘serieuze’ lessen door krijgen we via WhatsApp knutsel-, dans-, yoga- en computerlessen toegestuurd. Voor het vak milieukunde doen we voor de digitale ogen van de juf experimenten met water, kruiden en ballonnen – knoeien gegarandeerd. En dan zijn er ook nog speciale themaweken waarvoor we spreekbeurten moeten instuderen.
Om de vijf minuten is er een technisch probleem, waar zoonlief gebruik van maakt door verveeld weg te rennen. Hij keert pas terug na inzet van mijn beste onderhandelingstechnieken. Ik moet beloven dat zijn Spiderman-pop stiekem ook bij de les mag zitten, of dat hij na afloop een lekker koekje krijgt. Soms helpt niets, en moet ik gefrustreerd accepteren dat hij een dagje spijbelt.
Terwijl het mijn volle inspanning kost hem in de les te houden, herinnert de juf ons aan de foto’s die we absoluut dezelfde dag nog als leuke collage moeten opsturen. Van ons kind aan het werk, van het eindresultaat én van ons kind dat hier trots of enthousiast mee poseert.
Het maken van actiefoto’s is lastig combineren met het verfvrij houden van de tablet. De poseerfoto’s zijn zo mogelijk nóg lastiger, als je een kind hebt dat dit echt alleen met gekke bekken kan.
Wanneer ik tegen 10 uur doodop verlang naar massages en palmstranden, probeer ik mezelf eraan te herinneren hoeveel geluk we hebben. Miljoenen kinderen in Delhi hebben al sinds maart nauwelijks toegang tot school. Ze hebben geen of slecht internet en de scholen ontberen de mankracht om hen op een andere manier te bereiken. En hun moeders hebben geen eigen kamer, zoals ik, om zich in terug te trekken en even heel diep adem te halen.