Column
Het zou hem niet verbazen mocht hier een en ander worden witgewassen
Frederik De Backer schrijft elke donderdag over de grauwe wereld die we zo veel mogelijk proberen te negeren.
De man achter de kassa, die bij de transactie met de vorige klant zijn blik al nooit langer dan drie seconden van het piepkleine tv-schermpje had laten afdwalen, liet het ook nu na het telefoongesprek te onderbreken. Achter het kralengordijn in de deuropening bij de toonbank was een moeder druk bezig met het verwaarlozen van haar kind. De winkel was leeg, op hem na, de laatste klant. Het was 1.24 uur en deze nacht was geen uitzondering op de rest van zijn dagen.
Hij zette de toegeplakte helft van wat ooit een verpakking met twaalf blikjes bier was op de toonbank, noemde werktuiglijk zijn sigarettenmerk en tastte naar zijn achterzak. Hij bekeek de ratelende Indiër en vroeg zich af of elk huishouden in dat land leefde bij het kille licht van tl-buizen.
Hij veegde een zweetdruppel van zijn voorhoofd.
Het bedrag op het schermpje van de kassa deed koopwaar van betere kwaliteit vermoeden, niet iets waarvan de ingrediënten enkel in het Duits, Turks en Arabisch waren te lezen. Wellicht was er niet eens iemand aan de andere kant van de lijn, dacht hij, maar stond die vent al vier uur aan een stuk het menu van de afhaalaziaat om de hoek in een defecte gsm te schreeuwen. Gewoon om zich een air van relevantie aan te meten. Alsof Bombay snakte naar zijn terugkeer. Niemand snakte naar zijn terugkeer. Hij was een Indiër in een boerenhol aan de andere kant van de wereld.
Het wisselgeld stonk naar oude curry.
Om de twee jaar stond hier een andere Indiër achter de kassa. Het zou hem niet verbazen mocht hier een en ander worden witgewassen, of dat er ergens in een achterkamertje een oom zat te wachten tot hij nog eens een baarmoeder te grazen mocht nemen met een breinaald. Je houdt geen zaak draaiende met drie klanten per nacht die zich zo snel mogelijk een levercirrose bijeen willen zuipen.
Hij nam het bier van de toonbank en bleef even staan. Hij vroeg de Indiër naar zijn naam. Die dankte hem en glimlachte. Geen naam. Enkel slechte Indiase soaps en een kapotte gsm.