ColumnMark Elchardus
Het wokedom: zelden bood een religie zoveel troost, zelfvertrouwen en besparingsmogelijkheden
Mark Elchardus is emeritus professor sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Zijn bijdrage verschijnt tweewekelijks.
Amerikaanse universiteiten hebben een religie gebaard, die zich langzaam over het Westen verspreidt: het wokedom. Er is te weinig aandacht voor de troost en de voordelen die zij biedt.
Neem nu de talrijke meisjes en jongens die sukkelen met wiskunde. Zij stapelen de foutieve antwoorden op, met een levenslange faalangst tot gevolg. Niet nodig als naar ‘woke’ wordt geluisterd en wiskunde wordt gedekoloniseerd. Op het net vind je de woke handleiding voor rechtvaardige wiskundeles aan Amerikaanse scholen. Die wil de “toxische” cultuur van white supremacy ontmaskeren, onder meer door de obsessie met het juiste antwoord te laten varen. De wiskundeleraar moet het meningsverschil over het juiste antwoord daarentegen aangrijpen om bij te dragen tot zelfstandige meningsvorming bij de leerling. Wat meteen ook democratische burgerschapsvorming bevordert.
Wokeness heeft een eigen kijk op natuurwetenschap. Woke epistemologen (specialisten in de kennistheorie) als Donna Haraway en Sandra Harding verspreiden die. Het geloof in objectieve wetenschap is volgens hen een middel tot witte, mannelijke, viriele onderdrukking. Wetenschappelijke kennis is een kwestie van standpunt en dat van onderdrukker en onderdrukte, van man en vrouw, kan onmogelijk hetzelfde zijn. Wat wij aanzien voor wetenschappelijke kennis is het gevolg van een standpunt dat wordt bepaald door huidskleur, geslacht en andere kenmerken. Dat maakt universitair onderwijs overbodig. Voor het Vlaamse overheidsbudget scheelt dat meer dan een slok op een borrel, en het lerarentekort is op die manier meteen opgelost.
Ieders waarheid wordt overigens niet alleen bepaald door geslacht of huidskleur of seksuele geaardheid, maar door de combinatie van al die en vele andere kenmerken samen. Volgens woke jurist Kimberlé Crenshaw, hoogleraar aan de Columbia University Law School, staan minderheden op een druk kruispunt (een intersection in het Engels, vandaar de ‘intersectionaliteit’ waarover woke mensen het hebben). Op dat kruispunt worden zij van alle kanten aangereden (lees: gediscrimineerd).
Die ervaring vormt hun standpunt. Zij hebben dus wel een gemeenschappelijke vijand, de witte heteroman die voortdurend op hen inbeukt, maar geen gemeenschappelijk standpunt. Het gezichtspunt van een witte, non-binaire vrouw uit de middenklasse kan immers onmogelijk hetzelfde zijn als dat van een gekleurde, lesbische vrouw uit de hogere klasse. In feite komt intersectionaliteit erop neer dat elk individu een eigen standpunt heeft, dat bepaalt wat waar is en wat niet. Onderwijs heeft dan niet meer veel zin. Zelden bood een religie tegelijk zoveel troost, zelfvertrouwen en besparingsmogelijkheden.
Wie meent dat het wokedom iedereen opsluit in zijn eigen stand- en gezichtspunt, terwijl de witte, viriele wetenschap van weleer tot gedeelde kennis en inzichten kon leiden, vergist zich. Wokeness heeft een veel beter en ook sneller en goedkoper middel bedacht om zich verschillende inzichten eigen te maken.
Voor Berkeley-filosofe Judith Butler zijn lichamen geen materieel gegeven, maar een ‘vertoog’, een manier van spreken die erop gericht is te onderdrukken via de zogezegd objectieve biologische kennis. Weg met dat alles, zegt Butler. Als ik zeg dat ik een man ben of als ik zeg dat ik een vrouw ben, dan ben ik dat ook. Zo ziet zij dat.
Dat principe wordt inmiddels in verschillende landen tot wet verheven. Als het consequent wordt doorgetrokken, zijn de epistemologische voordelen duizelingwekkend. Men kan zich meteen de zienswijze, de inzichten van een andere minderheid eigen maken. Als ik zeg dat ik gedichten vertaal als een jonge, non-binaire vrouw van kleur, dan vertaal ik ook als een jonge, non-binaire vrouw van kleur.
Alle diensten diversiteit en inclusie kunnen de deuren sluiten. De jonge man die solliciteert is een vrouw van kleur, zo zegt hij/zij/x toch. Elk panel heeft meteen het juiste aantal deelnemers van elke aard. Evenveel zeggen vrouw te zijn als er zijn die beweren man te zijn. Bij een oneven aantal kan de laatste, een zwangere man, protesteren dat het verdrukkend is te worden opgesloten in een van die twee hokjes.
Troost, besparingen, gemak; ook dat is wokeness. Neem nu de racisten. Zij worden vervolgd in dit land. In een survey laste ik ooit de vraag in “bent u racist?”. Negen procent antwoordde bevestigend. Volgens woke auteurs als Ibram X. Kendi of Robin DiAngelo zijn we echter allemaal racist, structureel, op een manier die niets met onze persoonlijke mening of wil heeft te maken. Wie beweert het niet te zijn, is dat het meest van al. Die 9 procent is dus minder racist dan de rest. En als we toch allemaal racist zijn, ongeacht onze wil, valt er te besparen op Unia. Wat is de zin van een wetgeving tegen iets dat zich los van onze wil voltrekt? Verbieden we morgen de zwaartekracht?
Hoeveel serener zal het dekoloniseringsdebat verlopen als iedereen kan zeggen: ik ben zwart. Dankzij wokeness kijken we al anders naar iemand die volhoudt “ik ben Napoleon”. Waarom zouden we altijd eenzelfde identiteit behouden? Technisch of juridisch staat niets in de weg van de volle woke ontplooiing. Alle identificatiemogelijkheden die steunen op het onderdrukkende vertoog ‘lichaam’, zoals vingerafdruk, biometrische gezichtsherkenning of DNA-test, verbieden we. We ontwerpen identiteitskaarten die toelaten naam, geboortedatum en woonplaats naar believen te veranderen. “Als ik zeg dat ik dat ben, dan ben ik dat” en alles wat gij zegt, zijt ge zelf.