ColumnDe Schaal van Mulders
Het spreekt tot mijn verbeelding hoe vijf personenwagens vederlicht naar beneden kunnen dwarrelen
Jean-Paul Mulders onderzoekt alles wat u bij de hersenkwabben kan grijpen. instagram: jpmulders
Iemand vraagt hoe het met mij gaat, in deze tijden die blijven verbazen. Ik antwoord dat ik het wonderwel doe in de gegeven omstandigheden. Soms voel ik wel heimwee naar het stenen tijdperk, toen mensen zich nog het hoofd niet moesten breken over krimpflatie en laadpaalkleven.
Om te ontsnappen aan de medemens ga ik met mijn jongste dochter soms wandelen aan de waterkant. Daar staat een rij majestueuze platanen. Platanen vind ik fijne bomen, omdat ze zo leuk afschilferen en ik ze feilloos kan herkennen. “Hoeveel blaadjes denk je dat-ie heeft?”, wil mijn dochter weten. Je hebt van die dingen waarvan je je afvraagt waarom je je ze nooit eerder hebt afgevraagd.
Ik leg de kwestie voor aan professor Google, die mij snel inlicht dat een beetje boom gemakkelijk 200.000 bladeren kan tellen. In een mensenleven werpt hij er 8.000 kilo van af. Het spreekt tot mijn verbeelding hoe vijf personenwagens vederlicht naar beneden kunnen dwarrelen.
Terwijl mijn gedachten nog verwijlen bij het vallen van het blad, vliegt er een vogel over die zijn kak weinig poëtisch pal op mijn sleutelbeen dropt. Mijn dochter proest het uit. “Dat moet mij weer overkomen”, sakker ik. “Hoe groot is nu die kans?”
Dat wil ik wel eens weten, als de poep min of meer is weggewreven. Giovanni Samaey, docent wiskundige ingenieurtechnieken aan de KU Leuven, heeft zich over de prangende vraag van vallende drek gebogen. Hij kwam tot de conclusie, aldus andermaal professor Google, dat je ruwweg 1 kans op 3.500 per dag hebt om geraakt te worden. Dat komt neer op ongeveer één treffer om de tien jaar. Zoals met alles in het leven, hebben sommigen wel vaker chance dan anderen.
Het lijkt wat futiel om je in tijden van oorlog vragen te stellen bij vallende uitwerpselen. Toch is getroffen worden door vogelpoep een gebeurtenis die een blijvende indruk achterlaat. Je vergeet nooit meer waar het gebeurde, zoals je ook nog weet waar je was toen je de dood van Luc De Vos vernam. Ik herinner mij levendig hoe mijn oma poep op haar hoofd kreeg op het San Marcoplein in Venetië. Zelf overkwam het mij eens in een kajak op het water, toen drie eenden majestueus het luchtruim kozen en mijn bewondering met drek beloonden. Dat is inmiddels al een eeuwigheid geleden, dus misschien ben ik een enorme geluksvogel.
In West-Vlaanderen, waar ik geboren ben en ten dele getogen, hebben ze een spreuk die te maken heeft met vogelpoep. ‘Die heeft gescheten al vliegen’, zeggen ze over iemand die er dan meestal niet bij is.
Als kind vond ik het van een raadselachtige schoonheid als ik mij de persoon in kwestie aldus voorstelde, door het luchtruim wiekend terwijl hij zich kordaat ontlastte.
Pas later kwam ik erachter dat ze gewoon bedoelden: die heeft het verkorven.