SatireMark Coenen
Het Rode Hoekje
Sinds een dag of twee denk ik weleens aan Henny Vrienten. Hij weet nu zeker of dit alles is, dan wel niet.
Ik stuurde bij het bericht van zijn heengaan een kattebelletje naar een vriend die ongeveer even oud is als de aflijvige en hem goed gekend heeft. “Het bos van de helden wordt langzamerhand gerooid. Laat ons hopen dat we zelf nog een tijdje in blad mogen staan.”
Als je wint heb je Vrienten: hij had er vele. In een interview lees ik dat hij als laatste muzikale daad nog een plaat wilde maken zonder ze op te nemen. De muziek zou alleen live gespeeld worden. Schitterend idee, alleen nooit uitgevoerd.
Tenminste: niet na 1861. Van toen dateert de eerste geluidsopname: een krakend kinderliedje. Tot dan bestond muziek alleen op het moment dat iemand het speelde.
Vrienten vond inspiratie voor dat idee bij Friedrich Nietzsche, die ooit op wandeling was en door een open raam muziek hoorde komen. Piano. Drie kwartier lang verzette hij geen stap.
Ontroerd toog de grote filosoof daarna huiswaarts.