Column
Het lijkt erop dat de vetste jaren achter ons liggen
De politieke actualiteit volgens UGent-politicoloog en De Morgen-columnist Carl Devos.
Misschien zijn de (sociaal-)economische en budgettaire boordtabellen ver van uw bed, als een abstracte backoffice die u weinig kan schelen. Nochtans zijn ze cruciaal, zeer bepalend voor wat de politiek moet en kan doen. Op dat vlak was er de afgelopen week weinig zon.
De Europese Centrale Bank (ECB) schakelt de monetaire turbo weer aan en maakt daarmee een flinke bocht. Nog maar eind vorig jaar had de ECB haar stimuleringsprogramma teruggeschroefd. Maar de verslechterde economische conjunctuur doet haar het gaspedaal weer indrukken. Dat wijst op ongerustheid, volgens sommigen zelfs een milde vorm van paniek. Er is (nog) geen recessie, maar de economie groeit volgens de ECB veel trager dan verwacht. Ook de OESO heeft haar groeiprognose voor de eurozone stevig verlaagd.
Het lijkt erop dat de vetste jaren achter ons liggen. Men wou toen de bloei niet wegsnoeien. Veel werk bleef liggen. Dat maakt de noodzakelijke hervormingen waar ons land voor staat nog moeilijker. Een draagvlak vinden, zeker als er herverdeling en solidariteit bij komen kijken, wordt nog lastiger. Als er al iets op de agenda staat voor het leven na 26 mei, dan is het de opgelopen achterstand op structurele hervormingen dringend goedmaken. Die gaan niet enkel over economische en budgettaire draagkracht, maar evenzeer over maatschappelijke cohesie. De bedreiging van identiteit, veiligheid en grenzen voelt nog harder aan als het eigen weefsel verslapt.
Pensioenen
Dat laatste komt onder meer door het pensioenfiasco – dat maakt mensen ongerust over de toekomst. Michel I pakte de pensioenhervorming zo verkeerd aan als maar kon. Eerst keurde ze het sluitstuk van de hervormingen goed, de verhoging van de leeftijdsgrens, daarna faalde ze om in een transparant en werkbaar model te voorzien waarmee we met zijn allen langer kunnen werken. De regeling voor zware beroepen is voor de volgende regering, en mag dus samen met de globale pensioenkwestie in de campagne niet ontbreken. Wat doen we met de leeftijdsgrens, de loopbaanlengte, de minimumpensioenen? Want de sociale partners kunnen het ook niet oplossen. Michel I heeft met enkele beslissingen de betaalbaarheid van de pensioenen verbeterd, maar de legitimiteit van het stelsel is er niet door versterkt. In het licht van die uitdagingen is de heisa rond de SWT-regeling uit het loonakkoord klein bier.
Die discussie houdt verband met een andere, over het water dat ondanks positieve cijfers over jobgroei en beschikbaar inkomen aan vele lippen staat. In vijf jaar tijd, zo raakte afgelopen weekend bekend na een rondvraag door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), gaat een derde meer Vlamingen naar het OCMW voor aanvullende steun. Omdat hun inkomen – ook uit arbeid – te laag is om van te leven, kunnen ze facturen voor school, wonen, energie en zorg niet meer betalen.
Eerder dit jaar klonk het dat een kwart van de Belgen onverwachte uitgaven niet aankan en dat 20 procent moeilijk rondkomt. Die evoluties zijn al jaren bekend en becijferd. Lees er bijvoorbeeld Een nieuwe kwetsbaarheid. De lagere inkomensklassen in België (1985-2016) van de denktank Minerva op na. Die gaf aan dat ook velen in de middenklasse het lastig hebben, in een samenleving die steunt op het tweeverdienersmodel en toenemende loonverschillen laat zien. Voor lagere inkomensklassen dreigt een nieuwe kwetsbaarheid. De ongelijkheid voor herverdeling nam toe, dus moet die herverdeling harder werken. België investeert daar veel in, maar heel efficiënt is dat niet. Leeflonen en laagste uitkeringen liggen onder de armoedegrens, en in België zijn er relatief veel, meer dan vroeger, die leven van leefloon en uitkeringen.
Die uitkeringen en leeflonen verhogen tot de armoedegrens is een ethische opgave. En een politieke uitdaging. Want het doet volgens sommigen het verschil met de minimumlonen gevaarlijk verminderen. Volgens anderen moeten die ook hoger. België heeft vandaag het op vier na hoogste gemiddelde minimumloon in de EU, maar in vergelijking met het mediaanloon (waarboven de helft van de werknemers zit) is het laag. Wat te doen?
Gemeentefonds
De lokale slagkracht, onder meer om armoede te bestrijden, is ook een thema voor 26 mei. Voor de Vlaamse verkiezingen dringt zich een debat op over het gemeentefonds, de grootste inkomstenbron van lokale besturen. De ergernis over de verdeling van die middelen over de steden is oud. Binnen de VVSG wil men verdeelcriteria actualiseren, een thema dat niet losstaat van de schaalvergroting. Als over de staatshervorming nagedacht moet worden, dan ook over een intern Vlaamse.
De komende maanden moet over ‘koopkracht’, in brede zin, gepraat worden. Het valt te betwijfelen of Nederlanders die België binnenrijden zich wat dat, en nog meer, betreft in het land van doeners wanen.