Opinie
Het cordon sanitaire is zo lek als een zeef
Dries Deweer is politiek filosoof aan de Universiteit van Tilburg.
Na de monsterscore van Forza Ninove leek iedereen bezig met de vraag of de N-VA een coalitie sluit met Vlaams Belanger Guy D’haeseleer. Het had iets weg van een geamputeerde die zich zorgen maakt over een snee in de hand aan een arm die zojuist is afgehakt. Wat er ook nog mag gebeuren in Ninove, het cordon sanitaire is reeds onderuitgehaald.
In de nasleep van Zwarte Zondag in 1991 kwam het cordon tot stand. Alle democratische partijen kwamen overeen om geen akkoorden te sluiten met het Vlaams Blok. Deze afspraak houdt stand tot op vandaag. Toch kunnen we bezwaarlijk van een succes spreken, want de doelstelling – het indijken van extreemrechts – werd allerminst gerealiseerd.
Ten eerste merken we al langer dat het cordon ideeën lekt. Vlaams Belang wordt dan wel formeel uitgesloten, het gedachtegoed sijpelt door naar andere partijen. Voor ranzige praat hebben we Filip Dewinter niet meer nodig, een burgemeester van Antwerpen die etnische groepen culpabiliseert hebben we al. Ook Theo Francken twittert het bewijs de wereld in. Dat Schild & Vrienden zich thuis voelde in de N-VA kon geen verwondering wekken.
Zinkend schip
Tegenwoordig lekt het cordon echter ook personeel. Zes jaar geleden hadden we al voormalig Vlaams Blok-parlementslid Karim Van Overmeire die schepen werd in Aalst. Die trend zet zich nu door, gevoed door een hele rist prominente Vlaams Belangers die in 2014 niet herverkozen werden. Extreemrechts kelderde toen, waarna velen als ratten het zinkende schip verlieten. Dat zijn niet de omstandigheden van een waarachtig berouw. Toch blijken dezelfde figuren, nu op ‘onafhankelijke’ lijsten, in waardige coalitiepartners veranderd.
In Beringen verovert de jonge CD&V'er Thomas Vints de sjerp. Dat hij daarvoor een coalitie moet sluiten waarin hij naast de N-VA ook de lijst Voluit opneemt, blijkt geen punt. Voluit is een lijst van Open Vld'ers, ex-N-VA'ers en onafhankelijken, die wordt getrokken door Bert Schoofs, twee decennia lang het boegbeeld van Vlaams Belang in Limburg. Nadat hij in 2014 zijn zetel in het parlement verloor, verliet hij de partij om zijn karretje aan te haken bij de lokale Open Vld. (Hallo, Gwendolyn Rutten?) Schoofs mag nu weliswaar niet in het schepencollege. Dat leest echter als een schuldbekentenis. Ofwel is er geen probleem met Schoofs, en dan komt de lijsttrekker van een coalitiepartner in het college; ofwel is er wel een probleem, maar dan is het sowieso onfatsoenlijk om een bestuursakkoord te sluiten met de man in kwestie.
Ook in Grimbergen hebben ze een Vlaams Belang-kopstuk dat in 2014 geen zetel meer te pakken kreeg en het dan maar over een andere boeg heeft gegooid. De lijst Vernieuwing haalde zondag 21,9 procent van de stemmen. Prompt kon Bart Laeremans een akkoord sluiten met N-VA en Open Vld. In 2014 nog senator voor Vlaams Belang, in 2019 schepen in Grimbergen. Of komt er toch een haar in de boter, nu blijkt dat een van de verkozenen, Luk Raekelboom, nog voor Vlaams Belang werkt? Dan heeft Raekelboom de banden twee dagen te laat doorgeknipt. Want anders was er geen probleem?!
Intolerantie niet tolereren
Met een pin van Vlaams Belang kom je nog steeds niet door de metaaldetector, maar als je die uitdoet, is er geen probleem meer. Voor alle duidelijkheid, dat louter formele cordon is nog altijd beter dan niets. Het blijft een signaal dat we als samenleving intolerantie niet willen tolereren. Toch moeten democraten zich dringend bezinnen over een cordon 2.0.
Een kwart van de jongste kiezers verkiest een sterke leider boven democratisch bestuur, zo bleek recent in een peiling van de VRT. Nochtans zien we veel politiek activisme op sociale media, maar dat burgerschap – als we het zo mogen noemen – is in feite beperkt tot het uiten van frustraties en ressentiment. De politieke uitdaging van vandaag is het promoten van burgerschap dat voorbij die negatieve invulling geraakt. Politieke partijen en het middenveld moeten de handen in elkaar slaan om een politiek klimaat te creëren waarin zaken aangeklaagd kunnen worden zonder dat een constructieve ingesteldheid en solidariteit daaronder lijden.