ColumnAlicja Gescinska
Het belangrijkste effect van Maai Mei Niet zit niet in onze tuinen, maar in onze hoofden
Alicja Gescinska is schrijfster en filosofe verbonden aan de Universiteit van Buckingham. Ze is ook vicevoorzitter van PEN Vlaanderen en VUB Fellow. Haar column verschijnt tweewekelijks.
Hoewel ik haast een bij ingeslikt heb die in mijn mocktail was gesukkeld, was Maai Mei Niet een groot plezier in mijn leven. Het initiatief waar weekblad Knack de schouders onder zette, loopt vandaag ten einde. Ik werp het graag een bloemetje toe, want het leert ons dat kleine daden van grote betekenis kunnen zijn.
Maai Mei Niet wil zo veel mogelijk mensen motiveren om hun tuin lekker te laten verwilderen. Een strak gazon was lang het esthetisch summum voor Vlaamse middenklassetuinen. Maar de ecologische waarde van een snookermat als gazon is nihil, haast vergelijkbaar met de vreselijke kiezelvoortuinen of valse grasmatten die de voorbije jaren als doods onkruid hebben gewoekerd.
Het effect van een hele maand niet te maaien is verbluffend. Mijn eigen tuin is overgenomen door witte klaver en boterbloemen, en heeft duizenden bijen gevoed. Zo’n gazon dat gonst van het gezoem van bijen is niet enkel mooi, maar ook waardevol, én het geeft voldoening. Het is ondertussen algemeen geweten dat de bijenpopulatie gedecimeerd is, en dat die kleine beestjes cruciaal zijn in the grand scheme of things. Alle beetjes helpen voor de bijtjes, en wanneer meer dan duizend mensen meedoen met een initiatief, is dat voor de natuur meer dan een beetje.
Defaitisme
De voldoening die je daarbij ervaart leert ons iets belangrijks: zorg dragen voor de wereld heeft een intrinsieke betekenis eerder dan afgeleide waarde. Vaak hoor je mensen defaitistisch de schouders ophalen: ach, de planeet gaan we toch niet meer redden. En ach, wat kan ik als klein individu betekenen wanneer multinationals en industriële mastodonten de wereld toch om zeep helpen? Wat kan ik in klein Vlaanderen voor de wereld doen, zolang de Chinezen geen ecologische demper op hun economische groei zetten? Die defaitistische mentaliteit is even schadelijk als de vervuiling van fabrieken en multinationals zelf. Immers: pas wanneer er voldoende individuele responsabilisering is, kan ook op collectieve schaal verantwoordelijkheid afgedwongen worden.
Het belangrijkste effect van Maai Mei Niet zit daarom niet in onze tuinen, maar in onze hoofden. Er is een mentaliteitswijziging nodig, want ecologie is nodeloos gepolitiseerd geraakt. De zorg om de aarde, de natuur, het milieu, het klimaat wordt vaak in de hoek van het linkse, progressieve kamp geschoven. Door figuren als Greta Thunberg, en bij ons Anuna De Wever, is de politisering van de problematiek ook alleen maar toegenomen. Rechtse conservatieven schieten spontaan in een kramp wanneer ze de jonge ecologisten aan het woord horen. Maar het is niet omdat de boodschapper je niet aanstaat, dat de boodschap je niet aangaat.
Geen Ding maar Du
Ook voor conservatieven, radicale gematigden, katholieken en in allerlei andere levensbeschouwingen zou ecologie in het hart van het programma moeten staan, al lijkt men dat niet of onvoldoende te beseffen. Misschien wel de belangrijkste bijdrage van de conservatieve filosoof Roger Scruton zit precies hierin: hij heeft conservatief rechts eraan herinnerd dat ecologisch conservatisme de kerntaak van het filosofische conservatisme is. Dat deed Scruton onder andere in zijn boek Groene filosofie (2011). Ook Scruton hekelde het gebrek aan individuele responsabilisering, en hekelde het feit dat conservatieven hun eigen ideologie mis begrepen hebben. Conservatisme is, zeker in de VS, tot een soort libertair hyperkapitalisme verworden, dat draait om centen in plaats van waarden, om economische maximalisatie en daarbij ecologische belangen en esthetische waarden trivialiseert.
Scruton haalt in zijn betoog Rilke en diens Duineser Elegien aan. In de bekende gedichten spreekt de aarde rechtstreeks tot ons, en wij tot de aarde. De aarde verzoekt ons om anders met haar om te gaan, haar niet te instrumentaliseren en te exploiteren. De aarde is geen Ding, maar een Du; een Jij. Er is een grote ommekeer, een Verwandlung nodig: bij zelfverklaarde conservatieven, maar ook bij defaitistische gematigden. Scruton stelt dat we met de aarde een relatie moeten aangaan alsof ze een geliefde is; een liefdevolle, zorgzame relatie van een ik naar een ander ik. Wij hebben de natuur nodig, maar de natuur heeft ook ons nodig. We moeten haar als een subject benaderen, en niet als een object. En dat kan letterlijk en figuurlijk in je eigen voortuin beginnen.