Opinie
Hef een taks op onze zonden
Michel Maus is docent fiscaal recht, verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel en aan de Universiteit Antwerpen.
Er zijn elementen waarbij de mens zich onderscheidt van de andere diersoorten. Het heffen van belastingen is er een van. Deze uiting van onze verheven vorm van intelligentie in het rijk der dieren is vaak weinig benijdenswaardig. Belastingen hebben immers al meerdere revoluties doen ontstaan. En dat het concept belastingen geen evidentie is, hebben ook onze politici de afgelopen maanden aan den lijve mogen ondervinden.
Nu het stof van de tax shift en andere fiscale hervormingen neerdwarrelt, is er zowaar een fiscale tendens merkbaar. In de zoektocht naar allerlei fiscale compensaties hebben de federale en de Vlaamse regering de platgetreden fiscale paden verlaten en zich begeven op nieuwe onontgonnen fiscale terreinen. De kaaiman-, de diamant-, de suiker-, de speculatie- en de Turteltaks, het zijn allemaal nieuwe vormen van fiscaliteit.
Deze nieuwe belastingen zijn wat verrassend maar geheel onverwacht zijn ze niet. Het is nu eenmaal een feit dat de klassieke concepten om belastingen op te heffen - met name inkomen, vermogen en consumptie - hun limieten hebben bereikt. In de zoektocht naar nieuwe fiscale middelen hebben onze overheden dan ook geen andere keus dan andere "opportuniteiten" te zoeken. En om fiscaal vernieuwend te zijn, moet men geen kernfysicus zijn. Het lijkt vaak de logica zelve. Alleen al redeneren volgens de stelregel dat we moeten belasten wat slecht is voor mens en maatschappij brengt ons al een heel eind vooruit. En precies in deze zogenaamde sin taxes (of zondebelastingen) zit nog veel marge en kunnen nieuwe fiscale inkomsten worden gevonden om de belastingdruk te gaan verlagen op de zaken die goed zijn voor de mens en maatschappij, zoals arbeid.
De kaaiman- en de speculatietaks gaan reeds in deze richting, maar vooral de suikertaks valt op. We kennen natuurlijk al accijnzen op alcohol en tabak om ongezond gedrag enigszins fiscaal te bestraffen, maar nu wordt ook een suikertaks ingevoerd. Al is het een zeer voorzichtige vorm van belastingheffing met veel bedenkingen. Alleen op frisdranken, suikerhoudend of niet, en niet op andere voedsel? Vreemd. Bovendien is het tarief dermate laag dat het helemaal niet gedragsturend zal werken.
Maar de overheid zou natuurlijk nog veel consistenter kunnen zijn en veel verder kunnen gaan in deze fiscale visie.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) kondigde gisteren aan dat (bewerkt) rood vlees op de lijst van kankerverwekkende stoffen komt, naast onder meer alcohol en tabak. Aangezien de overheid de accijnzen op alcohol en tabak stelselmatig verhoogt vanuit een gezondheidsperspectief zou nu in de logica der fiscale dingen ook rood vlees een potentiële belastingpiste voor de overheid moeten zijn.
En ook een "vet-taks" kan een belangrijk middel zijn om fiscale inkomsten te genereren en te zorgen voor een besparing in de gezondheidszorg. Uit onderzoek van het World Economic Forum blijkt dat België op de 17de plaats staat van de landen met de meeste vetconsumptie. Een "Bicky-taks" zou dan ook niet misstaan in onze lange rij aan belastingen.
En wat te denken van een "marihuana-taks". In de Amerikaanse staat Colorado werd deze verbruiksbelasting in 2014 ingevoerd en met succes, want meteen goed voor 53 miljoen dollar aan belastinginkomsten. Ook dit is een mogelijkheid maar vereist realiteitsbesef dat er ondanks het principieel verbod heel wat gebruikers in ons land rondlopen. Dus belasten die handel.
En last but not least: indien men speculeren met aandelen kan belasten, kan men ook speculeren op de Lotto gaan belasten. Waarom niet? Volgens de krant De Standaard wordt er gemiddeld 24 miljoen euro per week ingezet op producten van de Nationale Loterij, goed voor jaarlijks 1,24 miljard euro. 53 procent van deze omzet gaat naar de winnaars, hetzij 662 miljoen euro. Een kleine berekening leert dat een belastingheffing van 15 procent op Lotto-winsten, meteen goed is voor ongeveer 100 miljoen euro in de schatkist.
Een nieuwe fiscaliteit, het kan dus. Stilaan groeit immers het besef dat het afwentelen van schadelijk gedrag op de fiscale solidariteit van de volledige maatschappij niet langer houdbaar is. Een meer individuele fiscale benadering van schadelijk gedrag onder de vorm van zondetaksen lijkt dan ook hoe langer hoe meer een maatschappelijk draagvlak te krijgen. We kunnen dan ook eindigen met deze fantastische oneliner: we must care for each other more, and tax each other less.