OpinieHans-Willem Snoeck
Hans-Willem Snoeck: ‘Eén dosis kan het virus serieus afremmen in snelheid’
Hans-Willem Snoeck is professor in de geneeskunde (microbiologie en immunologie) aan de Columbia University in New York.
Er wordt voorgesteld, onder meer door Pierre Van Damme, om de vaccinatiecampagne tegen Covid-19 te starten met één dosis van het vaccin van Pfizer/BioNTech (en, na goedkeuring, ook het vaccin van Moderna, dat op dezelfde principes is gebaseerd). Er wordt ook aan gedacht in Canada en in de VS. Dit vereist rijp beraad, maar is het overwegen waard. Wat is er de basis van?
De gepubliceerde klinische studie van het Pfizer/BioNTech-vaccin is gebeurd met twee dosissen, de tweede 21 dagen na de eerste. Van de 21.000 proefpersonen die het vaccin kregen, werden er over een periode van ongeveer twee maanden negen besmet. Van de even grote groep die een placebo (een injectie zonder vaccin) kreeg, werden er 169 ziek.
Die getallen vertalen zich in een efficiëntie van ongeveer 95 procent. Het bleek dat zelfs in de drie weken tussen de dosissen ook al een efficiëntie van 52 procent genoteerd werd. Met een efficiëntie tussen 50 en 60 procent wordt het virus weliswaar geen halt toegeroepen, maar het wordt wel een serieuze snelheidsbeperking opgelegd. Bovendien bleek dat van de tien ernstige gevallen na de eerste dosis, er negen de placebo hadden gekregen en slechts één het vaccin.
Dit zijn te weinig ernstige gevallen om een definitive statistische conclusie uit te trekken. Het rapport over het Moderna vaccin aan de Amerikaanse FDA toont echter gelijkaardige resultaten, wat bijzonder aanmoedigend is. Het is bijgevolg inderdaad misschien beter nu zo veel mogelijk mensen met één dosis te vaccineren en binnen zes maanden de volgende dosis te geven.
De circulatie van het virus wordt afgeremd, en mogelijk wordt een groot deel van de ernstige gevallen al voorkomen. Een bijkomende reden is dat we nu bedreigd worden door verschillende varianten van het virus die mogelijk nog besmettelijker zijn. Het snel beperken van viruscirculatie in een zo groot mogelijk deel van de bevolking wordt dus nog belangrijker.
Dit wil niet zeggen dat we maatregelen zomaar kunnen versoepelen. Eén dosis is namelijk maar 50 tot 60 procent effectief. Deze strategie mag geen vals gevoel van veiligheid creëren, al is het zo dat we dan wel wat kunnen versoepelen zonder dat ziekenhuizen overspoeld worden.
Er blijft een niet te onderschatten individueel risico, en maatregelen, zoals mondmaskers en het beperken van sociale contacten, moeten voorlopig volgehouden worden.
Die strategie kan nog verfijnd worden. De eerstelijnszorgsector heeft recht op twee dosissen. Voor hen is van belang dat het individueel risico zo laag mogelijk is. Zij verdienen volledige bescherming. Dit geldt vervolgens ook voor essentiële beroepen waar veel contact vereist is. Ik denk aan politie en het personeel in de voedingssector, bijvoorbeeld.
Een tweede verfijning is om te overwegen om wie het virus al heeft gehad in eerste instantie over te slaan. Het is ondertussen duidelijk dat het doormaken van de ziekte minstens partiële immuniteit geeft. Deze ligt waarschijnlijk hoger dan het effect van één dosis van het vaccin. Minstens één miljoen Belgen heeft het virus al gehad (en dat is een voorzichtige schatting). Dat spaart dus tot één miljoen dosissen op een moment waar we nog niet genoeg dosissen hebben.
Wie de ziekte al heeft doorgemaakt, heeft echter geen vrijgeleide om de regels niet meer te volgen. Er is namelijk een klein detail in de studie van het Pfizer/BioNTech-vaccin dat hier tot waarschuwing moet dienen: van de 169 mensen in de placebogroep die ziek werden, waren er zeven die voor de tweede keer ziek werden, terwijl ook één van de negen die toch ziek werden in de vaccingroep, de ziekte al eens had doorgemaakt. Uiteindelijk moeten ook deze mensen bijgevolg wel hun twee dosissen krijgen.
Ode aan de wetenschap
Ten laatste wil ik een lans breken voor het vaccin. Een veel gehoorde kritiek is dat dit allemaal te snel is gegaan. Dit vaccin is echter niet in negen maanden ontwikkeld. Hier gaat meer dan vijftig jaar intens wetenschappelijk onderzoek aan vooraf. De essentiële ontdekking die dit specifieke vaccin, gebaseerd op RNA, het genetisch materiaal van het virus, heeft mogelijk gemaakt, werd al in 2005 gepubliceerd.
Aan medicatie, inclusief vaccins, gebaseerd op RNA wordt meer dan tien jaar gewerkt. Er werd een griepvaccin gebaseerd op hetzelfde principe ontwikkeld. Dit komt echt niet out of the blue. Wordt dit het ultieme vaccin? Dat weten we nog niet. Al is het zeer effectief en al kan het snel en flexibel geproduceerd worden, het feit dat het op min 80 graden moet bewaard worden, is een probleem. Maar op dit moment is dit vaccin onze weg uit deze crisis. En dat is een ode aan de wetenschap en aan het menselijk vernuft.