ColumnAlain Gerlache
Had Franstalig België op Vlaanderen moeten wachten om zijn schoolvakanties te hervormen?
Alain Gerlache overschouwt de politieke actualiteit. Zijn column verschijnt op maandag.
29 augustus 2022 wordt een historische dag. Voor het eerst zullen de 900.000 leerlingen van het Franstalige kleuter-, basis- en middelbaar onderwijs een week vroeger naar de schoolbanken terugkeren dan de Vlaamse kinderen. Het parlement van de Franstalige Gemeenschap heeft immers vorig week het decreet van minister van Onderwijs Caroline Désir (PS) goedgekeurd dat de indeling van het schooljaar hervormt. Het einde van een debat dat al 30 jaar geleden begon! Er is de voorbije dagen nog veel gekibbeld over de uitvoering van de hervorming. Wat paradoxaal is, aangezien er een brede consensus bestaat over haar nut voor de kinderen. Is de tegenstand het gevolg van het conservatisme waarvan men de onderwijswereld vaak beschuldigt? Gedeeltelijk, maar er is meer. De controverse brengt ook andere breuklijnen aan het licht.
Voor een goed begrip van wat er op het spel staat, moeten we eerst de doelstellingen van de hervorming verduidelijken. Volgens de minister moet de nieuwe organisatie van het schooljaar antwoorden op de behoeften van de leerlingen. Ze moet het leren bevorderen en schooluitval tegengaan. Het aantal schooldagen (182) verandert niet. De kinderen krijgen net als vroeger jaarlijks 14 weken vakantie, maar die worden anders verdeeld, met een afwisseling tussen telkens zeven weken les en twee weken vakantie. Concreet blijven de kerst- en paasvakantie zoals ze zijn, maar zullen de herfst- en de krokusvakantie nu ook twee weken duren. Bij wijze van compensatie wordt de zomervakantie verkort: ze begint een week later en eindigt een week vroeger. Het volgende schooljaar zal dus op 7 juli 2023 eindigen. De hervorming past in een globaal project voor de verbetering van het Franstalige onderwijs, die volgens de PISA-onderzoeken dringend nodig is.
Naarmate de stemming in het Parlement naderde kwamen er vragen en kritieken. De jeugdbewegingen zullen bijvoorbeeld hun zomerkampen moeten aanpassen – maar vinden de hervorming wel gerechtvaardigd. Franstalige ouders met kinderen die Vlaamse scholen bezoeken, om Nederlands te leren omdat de onderwijskwaliteit er beter zou zijn, zijn minder mild. De vakantie van hun kinderen zullen immers niet meer samenvallen van die van de vriendjes die naar Franstalige scholen gaan. Voor gezinnen met kinderen in de twee netten, het Vlaamse en het Franstalige, wordt de organisatie van de kinderopvang en de vakanties een puzzel. Zij wonen meestal in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de randgemeenten en langs de taalgrens. In deze veeleer welgestelde milieus vindt men dat de schoolkalender beter niet wordt gewijzigd als Vlaanderen niet meedoet. De hervorming had minstens met een jaar moeten worden uitgesteld zeggen ze, om het noorden van het land te overhalen om het Franstalige voorbeeld te volgen. Gelet op het gebrek aan enthousiasme van minister Ben Weyts en het verzet van de meeste Vlaamse leerkrachten (DM 28/3), is dat niet voor morgen.
Ook in de pers wordt de controverse gevoerd. De in Namen gevestigde Waalse krant L’Avenir verwelkomde een hervorming die de leerlingen en de kwaliteit van het onderwijs ten goede zou komen. La Libre Belgique ging de belgicistische toer van weleer op en veroordeelde ‘een project dat verdeelt en scheidt’, met de vraag ‘welke verkozene van de meerderheid neemt het nog op voor de burgers van de randgemeenten?’. Net alsof we terug waren in gloriedagen van de splitsing van BHV! De PS en Ecolo hielden voet bij stuk. Maar bij de MR, de derde partner van de Franstalige meerderheid, waren de meningen verdeeld. Haar Brusselse verkozenen dreigden de hervorming niet goed te keuren. Voorzitter George-Louis Bouchez betreurde ‘de absurditeit van het Belgische federalisme’ maar liet zijn troepen – op één Brusselse onthouding na – toch stemmen voor een tekst die volgens haar fractievoorzitter, de Luikse Diana Nikolic, ‘in de goede richting gaat’. Les Engagés (ex-cdH) stemden tegen of onthouden zich. De PTB stemde tegen, in naam van de eenheid van het land.
België is niet het enige land waar de schoolvakanties niet overal dezelfde zijn. In Nederland is dat ook het geval maar niemand vreest dat het de eenheid van het land in gevaar zal brengen. Hoe dan ook, deze episode zegt veel over de verdeeldheid onder de Franstaligen over de toekomst van het land, tegen de achtergrond van de soms verschillende gevoeligheden in Wallonië en Brussel.