OpinieLuckas Vander Taelen
Gaan de Brusselse socialisten met volle gas terug naar de middeleeuwen?
Luckas Vander Taelen is columnist en historicus.
In de commissie Milieu van het Brussels Parlement werd afgelopen week een ordonnantie besproken van DéFI, Groen en Open Vld die een verbod op onverdoofd slachten zou invoeren zoals dat eerder al gebeurd is in Vlaanderen en Wallonië. Maar het voorstel geraakte niet aan een meerderheid door de onthoudingen van Ecolo en Les Engagés (het vroegere cdH). PS stemde tegen en merkwaardig genoeg ook Vooruit, dat in het Vlaams Parlement een vergelijkbaar voorstel had gesteund.
Fouad Ahidar, fractieleider van OneBrussels-Vooruit, motiveerde zijn tegenstem met merkwaardige argumenten. Hij stelde dat het ondenkbaar is dat de goede God waarin hij gelooft dieren zou laten afzien. Dus is er volgens hem geen probleem met het onverdoofd slachten. Men kan zich afvragen waarom diezelfde goede God dan zoveel ander lijden in de wereld toelaat.
Ahidar was achteraf verongelijkt omdat hij als islamist werd afgedaan. Dat heeft hij echter alleen aan zichzelf te danken, want niet elke dag worden er theologische argumenten opgevoerd tijdens een parlementair debat. Hij schaarde zich bovendien achter de bevindingen van een neuroloog die beweerde dat dieren bij een slachting door halssnede niet meer pijn voelen dan hun verdoofde lotgenoten. De man gaf eerlijk toe dat hij geen kenner was van de mening van dierenartsen en hij daardoor de wetenschappelijke consensus over de kwestie naast zich neerlegde.
Dat was geen probleem voor Ahidar, die meteen liet opmerken dat ‘consensus’ geen synoniem is van ‘unanimiteit’. En dat er meer dan één waarheid is. Daarmee zegt hij eigenlijk dat wetenschappelijke bevindingen maar evenveel waard zijn als religieuze uitgangspunten, en sluit hij aan bij de trumpiaanse visie dat alternative facts evenveel waard zijn als bewezen feiten.
Zo zet hij de deur open om naast de evolutietheorie het ook over het scheppingsverhaal te hebben in de lessen biologie. Dat is al langer een eis van radicale islamisten, die evenwel beweren dat er slechts één waarheid is maar dan die door Allah gedicteerd. Ahidar lijkt die overtuiging te delen. Als Brusselse socialisten zo verdergaan met religieuze fundamentalisten achterna te lopen, kunnen ze maar beter de naam van hun partij aanpassen: Achteruit, met volle gas terug naar de middeleeuwen.
Waarom heeft niemand aangedurfd om de rigide lezing van de Koran in vraag te stellen? De Franse antropologe Florence Bergeaud-Blackler toonde een paar jaar geleden haarscherp aan dat pas na de Tweede Wereldoorlog onder invloed van fundamentalisten strenge halalregels werden gepropageerd, hoewel die helemaal niet in de Koran vermeld staan. Men had haar kunnen horen tijdens het debat. Maar haar boek Le marché halal ou l’invention d’une tradition staat waarschijnlijk in de index librorum prohibitorum van de islamisten.
Het wordt in Brussel blijkbaar steeds moeilijker om ook maar bedenkingen te hebben bij godsdienstige eisen van moslims. Hilde Sabbe (OneBrussels-Vooruit) gaf eerlijk toe waar het eigenlijk over gaat: het electorale gewicht van de Brusselse moslims. Volgens haar heeft Ahidar gewoon rekening gehouden met zijn kiezers. Dat is niet onlogisch, vindt Sabbe, die ook tegen een verbod op onverdoofd slachten is en vindt dat er meer dan één waarheid is. Dat Vooruit in Vlaanderen geheel anders redeneerde en dierenwelzijn boven religieuze wetten stelde, is haar blijkbaar geen zorg. Zij is integendeel de mening toegedaan dat Brussel niet achter- maar voorloopt op de andere gewesten.
De partijleiding van Vooruit liet meteen weten dat ze niet gediend is met de afwijkende lijn van de Brusselse afdeling en al zeker niet met de theocratische neigingen van Ahidar. Maar of voorzitter Conner Rousseau zijn Brusselaars terug zal fluiten is lang niet zeker. De fractie telt drie leden: Els Rochette, zeer geëngageerd in het Brusselse sociale veld maar zonder Vooruit-verleden; Fouad Ahidar, beschermeling van Bert Anciaux en dus zowat ontastbaar; en de ‘onafhankelijke’ Hilde Sabbe, die geen kritiek had op de uitspraken van Ahidar. Zij werd na een politiek avontuur met Dyab Abou Jahjah opgepikt door Pascal Smet (Vooruit), die zij mocht opvolgen als parlementslid toen hij minister werd.
Alle kritiek van Conner Rousseau, die een tijd geleden zei dat hij zich niet in België voelt in bepaalde Brusselse wijken, zal door de fractie hoogstwaarschijnlijk hooghartig worden afgewezen als een aanval op de hoofdstedelijke specificiteit. De mening van minister Smet zal voor Rousseau zonder twijfel de doorslag geven: kiest hij voor een principiële afwijzing van de theocratische neigingen van Ahidar of volgt hij hem uit electoraal opportunisme?
Als de Vooruit-voorzitter vasthoudt aan zijn standpunt dat de partij geen verschillende mening kan hebben over onverdoofd slachten in Vlaanderen en Brussel dreigt een open conflict met zijn hoofdstedelijke fractie. Een en ander zal al duidelijk worden bij de definitieve stemming in het Brussels Parlement volgende vrijdag.